In NRC Handelsblad schrijft Hans Maarten van den Brink een stuk waarin hij meer polemiek bepleit in de letteren. In het herdenkingsjaar van Willem Frederik Hermans mist hij een stem als die van hem in de literatuur.

Er is iets voor te zeggen dat GeenStijl, het kwijnende digitale platform voor mannen van middelbare leeftijd met aanhoudende puberale voorkeuren en fantasieën, het erfgoed van Hermans tegenwoordig het meeste eer aan doet. Dat geldt voor de inhoud (cynisme en wantrouwen tegenover alles en iedereen), voor thema’s en motieven (eindeloos doorzeuren over iedere vermeende misstap, wie de macht heeft kan niets goed doen) en zelfs voor stijl en illustraties (woordspelingen, flauwe naamgrappen, knip- en plakwerk om karikaturale collages te vervaardigen).

Er waren genoeg onderwerpen om een polemiek over te voeren, aldus Van den Brink: de kwestie Astrid Roemer, het vertaalgedoe rond The Hill We Climb, gevolgd door het recensiegedoe rond The Hill We Climb.

Verder werd er gepleit voor het uitbannen en aanpassen, zelfs met terugwerkende kracht, van bepaalde woorden die verband houden met kolonialisme en slavernij (het n-woord, slaaf moest ‘tot slaaf gemaakte’ worden, ook in bovengenoemd gedicht) en voor het non-binair benoemen van mannen, vrouwen en varianten op die twee categorieën.

Ook deden de ‘sensitivity readers’ hun intrede bij literaire uitgeverijen, met als doel de lezer voor onbedoelde schokeffecten te behoeden.

Lees het hele stuk hier.