In 1971 debuteerde de op Curaçao geboren schrijfster Diana Lebacs met het jeugdboek Sherry. Het boek kreeg maar een gematigde ontvangst in Nederland (‘Het boek maakt een sympathieke indruk, maar het handwerk van het schrijven is Diana Lebacs nog maar ten dele meester,’ schreef de Leeuwarder Courant en Mischa de Vreede vindt het verhaal in NRC Handelsblad wat warrig), maar vormt wel de start van een reeks (jeugd-)boeken over Curaçao, waaronder Suikerriet Rosy als een van haar bekendste boeken geldt. In 1976 krijgt ze voor Nancho van Bonaire een Zilveren Griffel. Amigoe di Curacao schrijft:

Opvallend van Diana Lebacs is echt dat ze enerzijds zo helemaal echt Antilliaans schrijft, maar anderzijds volledig in een moderne stroming van kinderboeken past. Er is in het westen op het ogenblik ontegenzeglijk belangstelling voor kinderboeken waarin aandacht gevraagd wordt voor onvolledige gezinnen, niet-westerse culturen en rassendiscriminatie. De kinderen wordt geen brave- Hendriken-wereld meer voorgetoverd, en Diana Lebacs doet dat in „Nancho van Bonaire” ook niet.

In een interview (geciteerd in ‘Bon dia! Met wie schrijf ik?‘ van Wim Rutgers) zegt Lebacs:

Mijn werk is niet autobiografisch, al zijn er wel verscholen dingen. Nancho Kapitein laat ik heel bewust voor het Caraïbisch gebied kiezen, koste wat het kost. Maar dat zijn dan toch weer vooral ideeën, geen directe ontleningen aan gebeurtenissen uit de leven van me. Van Sherry tot en met Nancho Kapitein kon ik me niet permitteren om over levende personen te schrijven; dat vond ik vreselijk moeilijk. Daarom staan mijn personages eerder als symbolen voor het Antilliaanse volk. Pas in Suikerriet Rosy en De toembakoning ben ik vrij in het kiezen van personen. Met de Nancho’s ben ik teruggegaan naar de jaren vijftig tot zevenenzestig, het jaar waarin ik zelf volwassen werd en trouwde. Misschien was dat een persoonlijke noodzaak om dat cultuur-hiaat in te halen ivan mijn kindertijd, omdat we op de basisschool niet normaal zijn opgegroeid met onze eigen cultuur! Nu schrijf ik over de eigen tijd, maar geef nog wel altijd een stukje cultuurgeschiedenis omdat ik de taak heb de lezer te informeren.

Diana Lebacs is 74 jaar geworden.