Een ei van zes minuten

Liefhebbers van de zkv’s, de zeer korte verhalen van A.L. Snijders, leefden met hem mee toen na een lang huwelijk zijn echtgenote overleed. En ze zuchtten van aaaah, toen de schrijver later bekendmaakte een nieuwe liefde te hebben gevonden. Snijders en Ineke Swanevelt, respectievelijk 81 en 75 jaar, ‘vielen als een blok voor elkaar’ vermeldt het omslag van Laatste lente, het boekje dat Swanevelt schreef over hun twee onstuimige jaren samen tot Snijders ‘in het harnas’ stierf; schrijvend aan een nieuw kort verhaal.

Het is wat met nabestaanden van schrijvers, of ze nu Mieke of Joop heten, en in dit geval dus Ineke. Ze verbleven steeds in de schaduw van hun illustere partner, maar menen kennelijk na de dood van de beroemdheid ook ergens recht op te hebben. Ze stonden immers jaren pal met koffie, een luisterend oor, wellicht bemoediging en verder al wat partners nog meer in de aanbieding hebben. Dus gaan ze soms pontificaal dwarsliggen als anderen er met hun levensgenoot vandoor dreigen te gaan. Zeker als er niet of weinig wordt overlegd of betaald.

Ineke Swanevelt ging niet dwarsliggen, maar vond haar persoonlijke notities over de laatste weken van haar korte huwelijk met Snijders kennelijk boeiend genoeg om te laten uitgeven. Denk niet aan miskend literair talent, dit zijn gewoon lineair neergepende aantekeningen over doodnormale dagelijksheden, die in elk huishouden hetzelfde zijn.

Rijen korte zinnetjes zonder meerwaarde over een weggesleepte auto, een zoekgeraakte telefoon, zelfgehakte houtjes voor de kachel, wandelingetjes in en rond het Achterhoekse Klein Dochteren, waar de twee in de door Snijders’ al decennia bewoonde boerderij verbleven. Ineke blijkt vooral een ouderwetse opruimer, aansluitend bij het karikaturale beeld van oude mannen als Snijders, die nog geen ei voor zichzelf kunnen bakken. De Libanese Mery wordt ingezet voor het zwaardere werk:

Mery maakt de keuken grondig schoon, ook het ovengedeelte van het fornuis. Samen selecteren we pakjes van ver over de datum, alles gaat in een plastic zak. Lege flessen in een kartonnen doos.

Natuurlijk valt te lezen dat Snijders schrijft, maar dat wisten we al, dat hij columns doorbelt naar Radio 4, ook al geen verrassing en dat er veel wordt geneukt, wie doet het niet? Swanevelt vindt Snijders maar een rakker als hij ‘zogenaamde schuttingwoorden’ vrijmoedig in de mond neemt. Maar alles went snel. Klaar Gekomen in Bed heet daarna al snel KGB. Deze taalvondst keert dan ook aan het eind van vrijwel ieder hoofdstuk terug.

Laatste lente zal idolate Snijders-fans misschien interesseren, aangezien dat soort bewonderaars domweg alles magisch toeschijnt wat hun held of heldin heeft aangeraakt of uitgevoerd, maar Swanevelt, die alles tot op de minuut lijkt te hebben genotuleerd (‘Om 15.03 uur rijdt een nette middenstandsauto ons pad op’) weet van geen ophouden:

Een prachtige ochtend. P. en ik ontbijten uitgebreid buiten aan de tuintafel. Zoals altijd met een ei, zes minuten. De zachtheid van het geel kan soms per ei verschillen, ook vandaag. We blijven ons erover verbazen.

Nog los van het recente rumoer over de verhouding van Swanevelt tot Snijders, de kinderen uit zijn eerdere huwelijk en de erfenis, kun je Laatste lente niet anders beoordelen dan als een ontluisterend afscheid van de grote schrijver van kleine verhalen.

André Keikes

Ineke Maria Swanevelt – Laatste lente. AFdH Uitgevers. Enschede/ Doetinchem. 128 blz. € 19,50.