Een lesbische schelmenroman met een venijnig slot

Uitblinken op school redt Molly Bolt uit de armoede. De hoofdpersoon van de debuutroman Rubyfruit Jungle (1973) van Rita Mae Brown is een rebels en intelligent buitenechtelijk kind dat opgroeit bij adoptieouders die het niet lukt om enige welvaart te verwerven. Goede cijfers en actieve deelname aan buitenschoolse activiteiten leveren Molly, die al jong weet dat ze op meisjes valt en dat ze arts of president wil worden, een studiebeurs op. De lesbische relatie die ze op de middelbare school heeft, kan rekenen op de afkeuring van een van haar vriendinnen. Op de universiteit staat er meer op het spel. Als ze daar in bed wordt betrapt met haar kamergenote verliest ze haar beurs en studieplaats. Ze vertrekt niet met stille trom, maar ‘out’ de decaan, een ongetrouwde vrouw, die haar vertelt dat ze naar de psychiater moet omdat ze ‘abnormaal’ is.

Uitgeverij Orlando gaf onlangs een nieuwe vertaling van Geertje Lammers van Rita Mae Browns picareske coming of ageroman uit. Het boek past uitstekend in het interessante fonds van klassiekers door vrouwen van Orlando. De eerste uitgave van Rubyfruit Jungle verscheen bij de kleine feministische uitgeverij Daughters Inc. Toen Bantam Books de roman in 1977 opnieuw uitgaf, werd het een bestseller, de eerste met een openlijk lesbische hoofdpersoon. De Nederlandse vertaling die in 1978 verscheen, bleef tot in de jaren negentig goed verkopen.

Marischka Verbeek van boekhandel Savannah Bay schreef het nawoord bij de nieuwe uitgave. Zij vergelijkt Rubyfruit Jungle met De geschiedenis van mijn seksualiteit van Tobi Lakmaker. Sofie van Lakmaker zou een kkeinkind van Molly Bolt kunnen zijn. Niet iedereen is overtuigd van dit queer continuüm. In een podcast van de boekhandel raken twee jonge medewerkers van de winkel niet uitgepraat over het ‘21e-eeuwse karakter’ van Molly, alsof er in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw niet nagedacht werd over identiteit en autonomie. ‘Ze is bijna te 21e-eeuws voor die community’s van toen.’ Deze uitspraak getuigt meer van een gebrek aan historische kennis dan van inzicht in het personage.

Molly Bolt is niet iemand die bij de pakken neer gaat zitten. Zij weigert haar seksuele voorkeur als belemmering te beschouwen. Lesbisch zijn is volgens haar heel normaal. Wie dat niet vindt, heeft een probleem. In New York City pakt ze haar leven weer op. Een taxi zet haar midden in de lesbische scene af. Daar wordt ze geconfronteerd met hokjesdenken dat niet onderdoet voor de heteronormatieve cultuur waaraan ze wil ontsnappen. De butch-femmedichotomie spreekt haar niet aan. Ook binnen de homoseksuele subcultuur blijft ze autonoom.

De volgende subcultuur waar ze in terecht komt, is die van de kept women: jonge lesbische vrouwen die oudere vriendinnen hebben die hen onderhouden en oogluikend toestaan dat ze ook seksuele relaties met leeftijdgenoten onderhouden. Molly krijgt een affaire met Holly, maar blijft liever in haar kamer vol kakkerlakken wonen dan zich te laten onderhouden door een van de vriendinnen van Holly’s oudere geliefde. Molly en Holly werken in een ijssalon waar de laatste in een carnavaleske scène afrekent met een handtastelijke mannelijke klant. Ze wordt op staande voet ontslagen. Ook Molly gaat op zoek naar een andere baan. Ze komt bij een uitgever terecht waar ze het manuscript van een Italiaanse archeologe redigeert. Ze stort zich in een relatie met de wetenschapster en haar zestienjarige dochter.

Aan het einde van Rubyfruit Jungle is Molly feitelijk vastgelopen. Ze is, na het overwinnen van heel veel obstakels, summa cum laude afgestudeerd aan de filmacademie van New York University, maar niemand zit eind jaren zestig te wachten op een vrouwelijke regisseur. Een baan als secretaresse bij een filmstudio lijkt het hoogst haalbare. Haar mannelijke studiegenoten die op matige, semipornografische films afstudeerden, kunnen wel meteen aan de slag als regisseur. Daarmee past Rubyfruit Jungle in het patroon van de vrouwelijke bildungsroman, waarin volgens Aagje Swinnen in haar proefschrift Het slot ontvlucht het plot van de zelfverwerkelijking nooit volledig wordt voltooid. ‘De Bildung wordt afgestraft,’ aldus Swinnen, die ook stelt dat het venijn van de vrouwelijke bildungsroman in de staart zit. Ook dat geldt voor Browns debuutroman. Molly blijft een buitenstaander. Ze kan geen films maken en ze kan zich niet aansluiten bij de feministische bewegingen die ontstaan en die een einde willen maken aan de precaire situatie van vrouwen omdat die geen lesbiennes accepteren. Molly’s optimisme en veerkracht bieden de lezer wel hoop. Ze heeft in haar jonge leven al zo vaak bewezen dat ze sterk en vindingrijk is.

Marie-José Klaver

Rita Mae Brown – Rubyfruit Jungle. Uit het Engels vertaald door Geertje Lammers. Met een nawoord van Marischka Verbeek. Orlando, Utrecht. 240 blz. € 22,99.