Een hond is geen kat

De nieuwe roman van Peter Terrin, De gebeurtenis, levert een vreemde, maar opwindende leeservaring op. Het vreemde is dat je als lezer nooit precies doorhebt wat er gebeurt, en het opwindende is dat je wel aanwijzingen lijkt te krijgen, zodat je als lezer vaak denkt: dit moet ik even onthouden, dit zal later wel belangrijk blijken. Daarmee is deze roman te lezen als een soort gedicht: er staan voldoende aanwijzingen in om er wat van te maken, maar je moet als lezer ook wat aan het werk. Een groot verschil is natuurlijk dat je een gedicht snel weer kan herlezen, met alle aanwijzingen vers in het geheugen; tijdens het lezen van De gebeurtenis wil je als lezer steeds verder lezen, op zoek naar meer aanwijzingen.

De roman bestaat uit hoofdstukken die vooral met elkaar verbonden zijn, doordat personages in meerdere hoofdstukken voorkomen. Soms duurt het even voor je een personage herkent, want de personages kennen elkaar ook niet altijd. Elk hoofdstuk krijgt de naam van een personage mee, maar binnen de hoofdstukken wordt ook van perspectief gewisseld. Alleen dat al vereist een alerte leeshouding. Het verhaal heeft meerdere lagen. Zo begint de roman bij Juliette die een als een soort secretaresse de dictaten van een bejaarde, blinde schrijver opschreef. Deze blinde schrijver, Willem, is overleden en heeft aan Juliette zijn laatste dictaten nagelaten. De vrouw van Willem, Femke, is het hier woedend over en vecht de erfenis aan.

Als we in een hoofdstuk genaamd Anna zitten, herkennen we daarin: Willem, zijn vrouw en Femke, zijn minnares. De namen zijn veranderd (Willem in Michel en Femke in Frouke), en Michel is een schilder in plaats van een schrijver, maar de gelijkenissen zijn zo onmiskenbaar, dat het bijna niet anders kan dan dat we een verhaal van Willem lezen, gebaseerd op de verhaalwerkelijkheid van Willem. Zijn vrouw, in het verhaal Anna, takelt af en herkent zijn nauwelijks meer mensen. Hij nodigt zijn minnares uit om bij hem en zijn vrouw in de villa te komen wonen, omdat de woorden per ongeluk zijn mond hebben verlaten:

Hij vroeg, waarom kom je niet al bij me wonen? In de villa?
Hij was minstens zo verbaasd over zijn voorstel als zij. Het kwam bij hem op tegelijk hoorde hij de woorden uit zijn mond komen. Vreemd genoeg klonk het als een plan. Het leek alsof hij erover had nagedacht en lang had geaarzeld om het haar te vragen. Omdat het, hoe je het ook draaide of keerde, een krankzinnig plan was. Frouke zou het vast weglachen.

Hierin zou je commentaar kunnen lezen van Willem, op de keuzes die hij in zijn leven heeft gemaakt. Ook zou je hierin kunnen lezen dat de schrijver, Terrin, een handreiking naar de lezer doet: ja, ik weet dat het een krankzinnig plan is, maar vertrouw me, lees verder. In een later hoofdstuk gaat het over verhalen in een roman, en dat is ook als meta-commentaar te lezen.

Met Willem, zijn eerste en tweede vrouw en secretaresse zijn we er nog niet. Er spelen ook nog andere personages mee, zoals de bovenbuurvrouw van de secretaresse, haar broer, een verpleger, een man met een loden jas. Een plek waarop vele, zo niet alle personages lijken te komen is bij een toneelstuk. De meesten zitten in de zaal, tenminste eentje speelt op het podium. De stijl van Terrin is registrerend: je kijkt steeds mee met de personages. Een vergelijking zoals: ‘Tevreden, alsof hij met succes een cadeautje had ingepakt, stapte Michel in.’ is een zeldzame uitspatting.

Een zin die terugkomt is: ‘Een hond is geen kat’. Een hond zou zelf weer terugkomen naar huis, een kat niet. In de roman willen personages een hond en een kat terugvinden. Misschien ligt hierin de sleutel om de hele roman te ontsluiten, en dat moedigt aan om de roman nog eens te lezen. Het buitengewoon vreemde is dat de vragen die onbeantwoord blijven de lezer niet ergeren, maar een plezier doen. Dat tekent het vakmanschap van Terrin.

Erik-Jan Hummel

Peter Terrin – De gebeurtenis. De Bezige Bij, Amsterdam. 224 blz. € 23,99.

Lees ook de recensie die Coen Peppelenbos schreef over dit boek.