Nieuws: Subtiele wraak van Hans Vervoort-prijs op Tobi Lakmaker?
Toekomstige winnaars van de Hans Vervoort-prijs krijgen ‘voortaan ook expliciet gelegenheid om de prijs te weigeren’. Aan uitgevers wordt gevraagd ‘alleen titels van auteurs te kandideren die graag de prijs willen winnen’.
Onlangs kwam de jaarlijkse onderscheiding ‘voor verhalend proza van neerslachtige en toch opbeurende aard’ in opspraak toen de eerste winnaar Tobi Lakmaker in zijn column in Volkskrant Magazine (22 augustus 2024) opmerkte:
Andere vereisten waren het ontbreken van een diepere laag en de afwezigheid van een boodschap. Zeker het eerste criterium vatte ik op als een diepe belediging, maar ik zit nog niet in het stadium van mijn carrière waarin ik prijzen weiger.
De Hans Vervoort-prijs is vernoemd naar Hans Vervoort door Hans Vervoort en wordt uitgereikt op 22 april, de verjaardag van Hans Vervoort. Voor wie zich op dit moment afvraagt wie Hans Vervoort precies is: het is een schrijver die, evenals ondergetekende en vermoedelijk heel wat andere auteurs, een wat gecompliceerde verhouding heeft tot literaire prijzen. Zijn oplossing daarvoor is even simpel als doeltreffend – hij wordt nu ieder jaar geëerd over de rug van een ander.
In het persbericht dat de Stichting Hans Vervoort-prijs, ondertekend door Maja Vervoort en juryvoorzitter Arjan Peters, vandaag deed uitgaan, wordt de naam van Tobi Lakmaker verhaspeld tot Toby Lakmaker en wordt aan de schrijver gerefereerd met vrouwelijke persoonlijke voornaamwoorden, misschien bedoeld als subtiele wraakneming.
Voor het eerst onthult de stichting nu ook de naam van de voorheen anonieme donateur dankzij wie de prijs 10.000 euro bedraagt. Dat is Theo Bouwman, die directeur van de Weekbladpers was in de jaren dat Hans Vervoort daar als uitgever van bladen als Vrij Nederland, Voetbal International en Opzij werkte. In de driedelige autobiografie Het bedrijf die Vervoort over die periode publiceerde, noemt hij Bouwman ‘een klein druk baasje’ met een ‘knallende lach’. Nu wordt hij opgevoerd als ‘literatuurkenner’.
Vanaf 1 november staat de aanmelding van titels die zijn verschenen tussen 1 januari en 31 december 2024 weer open voor iedereen. Het aanmeldingsformulier is te vinden op hansvervoort.nl. Daar staan ook de criteria opgesomd waaraan de aan te melden titel moet voldoen. Zo geldt ‘zelfspot bij de verteller geldt als pluspunt’ en ‘een zekere weemoed eveneens.’
Hans Vervoort heeft de prijs ingesteld omdat hij meende dat er in de Nederlandse literatuur te weinig waardering was voor vertellers-proza. Na Tobi Lakmaker wonnen Theo Holman en Leo Pleysier de prijs. De jury bestaat uit Arjan Peters (literatuurcriticus), Sholeh Rezazadeh (auteur) en Bart Leemhuis (De Nieuwe Boekhandel).
‘Het ontbreken van een diepere laag en de afwezigheid van een boodschap…’ Ik stel me graag kandidaat!
Ondertekend
Delphyne Lecompte
Ik heet niet Arjen maar Arjan Peters
Jammer dat u niet ook even vermeldt wat de criteria zijn bij de Hans Vervoort prijs. Het ontbreken van een diepere laag en de afwezigheid van een boodschap worden er niet genoemd. Een goed verhaal heeft die vanzelfsprekend allebei, dat is zelfs niet te vermijden! Ik heb wel eens gezegd en geschreven dat in de Nederlandse literatuur naar mijn idee (veel) teveel de nadruk ligt op proza ‘waar je iets van meeneemt’- via aangebrachte ‘diepere lagen’ en ‘boodschappen’- en te weinig op leesbaarheid. Vandaar dat ik een deel van de overwaarde van onze woning – met instemming van mijn gade – graag wilde besteden aan het belonen van goed vertellersproza. Dit zijn de criteria die we bedachten en die ook vermeld staan in het persbericht waar uw stuk op gebaseerd is:
Vereisten proza:
1. De verhalenbundel of roman moet Nederlandstalig zijn (niet vertaald) en voor het eerst verschenen zijn tussen 1 januari 2024 en 31 december 2024
2. Het proza betreft realistische gebeurtenissen in heden of verleden, geen toekomst-verhalen.
3. De gebeurtenissen vinden plaats in het leven van realistische personages.
4. De verhalen worden verteld vanuit het perspectief van één personage.
5. De stijl is bij voorkeur niet overdadig, liefst zuinig.
6. Zelfspot bij de verteller geldt als pluspunt.
7. Een zekere weemoed eveneens.
Vr. gr. Hans Vervoort
En jullie allemaal maar denken dat jullie echt bestaan
Was een tikfout van mij, sorry. Is verbeterd.