Recensie: Bibi Dumon Tak – Rimpeling
‘Bij de ‘p’ stond het nummer van de Postbank – 9 cijfers’
Je zou soms bijna vergeten dat we in wezen maar weinig verschillen van de langpootmug. Het is misschien vooral een kwestie van tijd, maar als je op een zeker moment uit de tijd bent gevallen, doet dat er nog maar weinig toe. Veel meer dan een rimpeling is het niet, dat leven van ons. Bibi Dumon Tak laat in haar novelle Rimpeling de lezer in elk geval tachtig bladzijden lang in dat besef rondscharrelen, in en rond het huis van Marthe, die van de trap viel op het moment dat ze een langpootmug wilde redden. Terwijl Marthe allang het huis uit is gedragen, in een gesloten plastic zak, dwaalt de lezer nog rond in het verlaten huis met de kleine tuin, waarin de spullen en kleine diertjes opnieuw hun draai proberen te vinden in Marthes afwezigheid.
Als een aanhoudend memento mori kruipen kleine beestjes en plantjes over de bladzijdes, tussen de tekst, maar soms zelfs over de letters heen. Wat een prachtig vormgegeven klein boek! Zolang ze niet per ongeluk vertrapt worden, zijn deze kleine kruipers en fragiele gevleugelden de overlevers van het verhaal. Voor de mens zijn ze bijna te klein en onooglijk om serieus genomen te worden. Niet voor Marthe, want voor haar waren het altijd volwaardige huisgenoten. Daarom is het niet zo gek dat zij, net als Marthes spulletjes, bijna als echte nabestaanden haar herinnering in ere houden.
Als haar huis bij gebrek aan menselijke nabestaanden wordt leeggeruimd door hulpverleners, ontrafelt zich stukje bij beetje de bescheiden geschiedenis van Marthe:
De hulpverleners openden daarop het laatje van het mahoniehouten bijzettafeltje. Ze vonden een knikker en wat geld. Stuivers en kwartjes uit een vorig tijdperk. En sleutels van deuren en een oude kast. Het laatje ging daarna niet meer dicht. Ze lieten het zo. Dit was een plek waar ze geen grip op hadden.
De bakelieten telefoon met draaischijf en het daarbij behorende adressenboekje hebben in Marthes huis nooit plaatsgemaakt voor hun eventuele digitale opvolger, en alleen dat boekje spreekt al bijzonder tot de verbeelding:
Bij de ‘p’ stond het nummer van de Postbank – 9 cijfers.
Bij de ‘g’ het nummer van de girofoon.
Bij de ‘m’ het nummer van de Miele-dealer – weliswaar 10 cijfers, maar bel je die in geval van overlijden?
Bij de ‘b’ het nummer van de buurvrouw, een nummer dat met 06 begon. Dus dat was een aanknopingspunt voor de hulpverleners.
Niets blijkt minder waar, want als ze het nummer bellen, neemt er iemand op aan de andere kant van het land, die nog nooit van Marthe heeft gehoord.
Bijzonder treffend en ontroerend beschrijft Dumon Tak hoe achter ieder voorwerp een verhaal schuilt, alsof het huis in een geheimtaal geschreven is, die de hulpverleners weliswaar hardop kunnen lezen, maar waarvan de betekenis zich pas later openbaart, als zij allang vertrokken zijn. Dat zorgt ook voor een aangename spanning in het verhaal, vooral als de notaris de onderste la van de houten kast nog even opentrekt: ‘Boven op wat keukenschorten lag een voorwerp gewikkeld in een doek. Voordat de notaris het tevoorschijn trok, gleed hij er met zijn vingers voorzichtig overheen. Hij wist toen meteen dat hij voorlopig nog niet naar huis zou gaan. Dit was een zaakje voor de politie.’ Zo blijkt dat de kwetsbare vrouw, die Marthe hoe dan ook was, zich desalniettemin wist te wapenen tegen de demonen uit haar verleden.
Rimpeling is een aandoenlijk mooi verhaal, prachtig vormgegeven, voor jong en oud. Zo zie je Marthes niet-aflatende zorg voor alles wat kwetsbaar is, volop in het omslag en de fijnzinnige illustraties weerspiegeld. Het is een ode aan alles wat klein en betekenisloos lijkt, een oproep om in ons o zo vluchtige leven dat niet meer dan een rimpeling in de wereldgeschiedenis is, vooral dit kleine te koesteren en misschien iets meer naar elkaar om te zien, zodat de Marthe in onze straat niet in eenzaamheid hoeft te sterven, zonder dat iemand heeft geweten om wie zij het meeste gaf. Geef deze kleine schat cadeau aan iedereen, niet alleen aan je liefsten, maar misschien juist ook aan wie je liever een draai om de oren zou geven, omdat het leven te kort is om de ander het leven zuur te maken.
Dietske Geerlings
Bibi Dumon Tak – Rimpeling. De Geus, Amsterdam. 80 blz. € 17,50.
Is het beter om te schrijven: Soms zou je bijna vergeten? Maar dan nog?
Nog een keertje over de begin zin. Je zou soms bijna vergeten dat…, mis ik HET.
Je zou hét bijna vergeten etc..
Er zijn werkwoorden die verplicht een lijdend voorwerp hebben – je kunt niet nuttigen, je kunt alleen ‘iets’ nuttigen – en werkwoorden waarvoor dat niet geldt – je kunt eten of iets eten. Voor jou/mij hoort vergeten tot de eerste categorie, maar voor sommige mensen tot de tweede.
Dank aan Marc