Christiaan Weijts merkte op schoolbezoek dat leerlingen weer met plezier lezen en ziet verbaasd dat een jongen Ik Jan Cremer aanprijst.

Ik Jan Cremer! Zestig jaar na publicatie zijn er nog steeds zestienjarigen voor wie dat boek spannend, taboedoorbrekend is. Of misschien wel: juist nu. We leven in een moreel verkrampte tijd en het cultuuraanbod voor scholieren is nogal stichtelijk.

Dat merk ik althans op andere scholen, ook op die van mijn eigen kinderen. Klassikaal lezen ze bijvoorbeeld Confettiregen van Splinter Chabot. De toneelvoorstellingen die ze bezoeken gaan steevast over pesten, queer-zijn, vluchtelingen, het klimaat, minderheden of genderfluïditeit. Waarom nooit eens een mooi klassiek stuk? In Shakespeare zit het allemaal al, maar dan zonder dat het zo nadrukkelijk het enige onderwerp is, met één onontkoombare boodschap.

Een opmerkelijke tegenstelling die de cultuuroorlog die op Amerikaanse scholen woedt ook naar ons land brengt, maar nog opmerkelijker is het dat Weijts Shakespeare aanprijst, negen jaar nadat hij schreef: ‘Fuck de canon‘. Ik Jan Cremer staat overigens op de 133-ste plek in de laatste canonlijst.

Lees de hele column hier.