Recensie: Arnon Grunberg – De vluchteling, de grenswacht en de rijke jood
De geschiedenis van de overbodigen
Ik zat laatst in de trein van Groningen naar Assen. Er waren, op het laatst, een paar mannen naar binnen gesprongen die bij elkaar leken te horen maar zich verspreiden over de trein. Ik had het zich op een jongen met een hoodie aan, blikje Red Bull in de handen, die heel erg duidelijk zijn best deed onopvallend te zijn. Iemand bij wie ik meteen dacht: die heeft geen kaartje. En jawel, toen de vrouwelijk conducteur kwam controleren, ontstond er een hele dialoog in half Engels half Nederlands waarin het woord AZC voorbijkwam. Er was geen kaartje, er was geen paspoort. De conductrice gaf uiteindelijk een waarschuwing, de jongen lachte. Dit toneelstuk had hij al vaker opgevoerd. Even verder gebeurde hetzelfde bij een andere man van het groepje.
Ik realiseerde me dat ik met mijn gedachten meteen in een rechts frame terecht was gekomen. ‘Zij’ konden gratis reizen, terwijl ‘wij’ ervoor moesten betalen. ‘Zij’ konden straffeloos verder, terwijl ‘wij’ wel een boete krijgen als er toevallig iets is misgegaan bij het inchecken. Ik kwam weer uit het frame toen ik een skinhead begerig de interactie tussen de conductrice en de volgende asielzoeker zag filmen met zijn telefoontje. Voer voor een rechts-radicaal kanaal op de krochten van het internet, al zijn die krochten al lang de mainstream media geworden.
Gelukkig las ik die week ook De vluchteling, de grenswacht en de rijke jood van Arnon Grunberg. Het boek verscheen al in 2023 en de herziene achtste druk kwam uit in 2024. Lezing laat weer de mens achter de vluchteling zien. Grunberg gaat in reportages op zoek naar de mensen die vluchten, maar ook de mensen die de vluchtelingen moeten beoordelen. Zo gaat hij naar Schiphol waar mensen asiel aanvragen en waar ook aan hem gevraagd wordt in hoeverre hij een vluchtverhaal gelooft. In hoeverre gelooft de schrijver in de fictie van een ander. Grunberg gaat ook naar Ter Apel om de werkelijkheid te betrappen binnen het mediageweld rond de ‘vluchtelingencrisis’.
Maar de beeldvorming is alles, de feiten hinken erachteraan. En hoewel feiten altijd ook interpretatie behoeven kan niet ontkend wrorden dat de feiten een van de primaire slachtoffers zijn in de humanistische noodtoestand. Arme feiten, ook daarom ben ik in Ter Apel, om ze in ere te herstellen. Om het allerpersoonlijkste feit te zien, het individu, de asielzoeker én de uitvoerend ambtenaar als lichaam, als sterveling, als subject.
Grunberg blijft niet alleen in Nederland; hij gaat ook kijken in Polen waar op een veel mensonterende manier wordt omgegaan met vluchtelingen én hij gaat naar Noorwegen waar de toestand veel beter is, wellicht omdat de opvang in private handen is. Je wordt van al die verhalen van mensen die Grunberg spreekt niet per se optimistisch voor de toekomst. Op Europees niveau wordt ook een spel gespeeld met mensen, waar het spel dat ik in de trein zag de afgeleide om microniveau was. ‘De geschiedenis van de vluchtelingen is de geschiedenis van de overbodigen en van hen die de eigen overbodigheid zo vrezen dat andere overbodigen op forse afstand dienen te blijven.’
In een reportage over de toestand in Oekraïne blijkt ook de persoonlijke link die Grunberg heeft met het onderwerp, omdat zijn overgrootvader van daaruit ook op drift is geraakt en in Berlijn stierf. In het Oekraïense stadje Brody werd Joseph Roth geboren, een van de favoriete schrijvers van Grunberg.
In 2009 kwam ik in Brody langs een volledig verwaarloosde Joodse begraafplaats wat wat geiten en lammeren naast de graven graasden. Daar, besloot ik, word ik begraven. En dat wil ik nog steeds. Als levende heb ik weinig fiducie in welke vorm van nationalisme ook, als lijk ligt dat anders. Als lijk wil ik graag terugkeren naar de regio van mijn voorouders.
Ik moet bekennen dat ik zwaar onder de indruk was van deze bundeling reportages. Vooral omdat al die persoonlijke verhalen mij uit het wij-zij-denken haalde en me de betrekkelijk status van de westerling liet zien, die zich veilig waant en niet denkt dat hij ooit door de raderen van de geschiedenis vermalen kan worden.
Coen Peppelenbos
Arnon Grunberg – De vluchteling, de grenswacht en de rijke jood. Pluim, Amsterdam.
1. Welkom in het land van gratis.
2. Een docente Tsjechisch vertelde me in Praag eens dat ze Italiaans, Kroatisch, Oostenrijks en Slowaaks bloed door de aderen had stromen.
3. Voelt Grunberg zich net zo verweesd als Joseph Roth?