Recensie: David de Poel – We hebben elkaar gemist
Gebrek aan rugdekking
David de Poel heeft zich de laatste jaren vooral in de kijker geschreven met biografieën van Frans Pointl, René/Renate Stoute en Johannes Esser. Levensschetsen die opvallen door het ritme, de originele invalshoeken en de romaneske schrijfstijl. Geen wonder, want in feite is De Poel een schrijver van proza dat je vaak midscheeps raakt. Je bij tijd en wijlen even weg doet zinken, je confronteert met je eigen emoties. De beroering als essentie van kunst. Wat voor schrijver, beeldhouwer, musicus of schilder ben je immers, als je je publiek met je werk niet weet te treffen?! (De Poel is overigens een verdienstelijk schilder en heeft ook al diverse geslaagde muziekproducties op zijn naam staan. Een biografie van Hans Dorrestijn nadert de voltooiing.)
In De Poels vierde roman, We hebben elkaar gemist, staat de opgroeiende Bastiaan centraal. Nadat zijn moeder bij een verkeersongeluk is omgekomen blijft de zesjarige alleen achter met zijn vader Jacob de Haan, werkzaam in de familiedrukkerij in het noorden van het land. Er gaat niets boven Groningen, nou wel boven de gelijknamige stad. Het dorp Dedem bijvoorbeeld, waar de twee ontredderd achterblijven in het familiehuis. Hierin is zonder al te veel moeite Bedum te herkennen waar De Poel zelf en bijvoorbeeld ook voetballer Arjan Robben opgroeiden. Maar, ‘iedere overeenkomst van personages in dit boek met bestaande personages is louter toeval’. Juist, lezers van eerder werk van de schrijver, kunnen en mogen er het hunne van denken. Leve de fictie. De plek waar je met stijlfiguren fijntjes zaken onder de neus kan wrijven. Mooi!
De roman start in medias res met een verslagje van een rondrit van vader en zoon. Hartverscheurend door de laconieke wijze waarop de schrijver de ‘auditie’ bij verschillende vrienden en familieleden voor het voetlicht brengt. Er is namelijk een nieuwe vrouw in het leven gekomen van de vader. Op het eerste gezicht een niet onaardig type dat alleen een soort schoonmaakfobie heeft. Maar deze vrouw ontpopt zich na het huwelijk met Jacob de Haan tot een regelrechte tiran: de klassieke boze stiefmoeder, die geen kinderen gewend is, ze het liefst niet om zich heen wil hebben. En daar alles voor in het werk stelt, met Jacob als uitvoerende kracht. Een man die door zijn geloof, door zijn veel te zachte aanpak, onder het mom van ‘alles voor de lieve vrede’ het summum is van vergoelijking.
De onzekerheid van Bastiaan wordt versterkt door het feit dat de stiefmoeder zo af en toe best weleens aardig uit de hoek komt, maar omdat haar stemming elk moment kan omslaan, blijft er toch altijd een barrière bestaan. Dat begrijpelijke gebrek aan vertrouwen, de reserve die dat bij het kind doet ontstaan, ook bij andere mensen, klasgenoten, laat De Poel heel goed voelen. Een vereenzaming die leidt tot zwerfgedrag, tot afsluiting voor anderen.
Al op de eerste pagina van We hebben elkaar gemist is de toon gezet.
Mijn vader legt zijn hand op mijn been en zegt dat ik vanzelf hoor wat hij van plan is. ‘Maar als het lukt, hebben we een probleem minder.’
Op dat moment is het probleem nog de situatie thuis. De stiefmoeder die ‘zenuwachtig’ wordt van het, overigens volstrekt normale, gedrag van een jong, opgroeiend kind en daar met onredelijkheid, met een tiranniek uurwerk, met klappen en trappen op reageert.
Nadat een vriendelijke dame geen ruimte heeft voor de jonge Bastiaan, en ook de lievelingsnicht van wijlen de moeder geen plaats heeft vanwege een op handen zijnde scheiding, zijn de broer en schoonzus van Jacob de laatste optie. Bastiaan vraagt of hij in de auto mag blijven zitten, maar volgens zijn vader is het beter dat hij erbij is.
‘Dan heeft het probleem een gezicht.’ […] ‘Bovendien is het moeilijker nee zeggen tegen een kind.’
Binnen enkele pagina’s is het kind zelf het probleem geworden. Terwijl toch eigenlijk de nieuwe vrouw de onruststoker is, je zou zeggen dat daar afscheid van genomen zou moeten worden. In het begin van deze tergende geschiedenis, mooi verwoordt, waarbij de verteller taaltechnisch heel knap meegroeit met het hoofdpersonage, heb je de neiging om de vader eens door elkaar te schudden. Kom eens op voor je zoon, praat niet alles goed van je nieuwe vrouw. Maar in de loop van de roman wordt steeds duidelijker, meer invoelbaar, in welke gevangenis deze man verblijft. De gevangenis van het geloof ‘dat niet mag scheiden wat god heeft verbonden’.
Jacob de Haan is uiteindelijk ook een levenslang slachtoffer, iemand die zijn best probeert te doen, steeds weer onder de druk van de klok staat. Maar Bastiaan is het kind van de rekening. Hij gaat van hot naar her, van familie naar een pleeggezin, naar een tehuis. Waar een doodgewone jongen in contact komt met andere beschadigde kinderen, die niet zo sensibel zijn, die eerder de vechtmodus gebruiken, de samenleving verantwoordelijk houden, gaan stelen, zich de vrijheid toe-eigenen.
We hebben elkaar gemist is een titel die voor meerdere uitleg vatbaar is. De vader en de zoon die elkaar niet hebben kunnen vasthouden, niet hebben kunnen afspreken. De vader en zoon die elkaar lang hebben moeten missen, nu wellicht weer op een bepaalde manier tot elkaar zijn gekomen, het gemis hebben benoemd.
We hebben elkaar gemist is een coming-of-age boek, een aanklacht, pijnlijk, maar onderhoudend geschreven, pijnlijk eerlijk ook, mede door de ‘ondraaglijke lichtheid’ waarmee het is geschreven. Een grensoverschrijdend boek, voor volwassenen, maar net zo goed kun je het een Young Adult titel noemen. Het is actueel door de problematiek bij Jeugdzorg, die van alle tijden blijkt, gigantisch is verergerd, momenteel bijna onoplosbaar lijkt. Een boek over het gebrek aan rugdekking, aan ruggengraat ook bij opvoeders, bij instanties en toch ook over het doorzettingsvermogen van een eenzaat, over een omslagpunt dat er ondanks alle sombere vooruitzichten toch komt.
Guus Bauer
David de Poel – We hebben elkaar gemist – David de Poel. Prometheus, Amsterdam. 310 blz. € 22,99.