Het bos is politiek

In tijden waarin de natuur op allerlei manieren een stem krijgt, een tijd waarin zelfs de Noordzee uitgebreid – via een menselijk medium – het woord mag voeren, is het een verademing een boek te lezen over bossen waarin louter menselijke stemmen klinken; stemmen van bosbewoners, activisten, wetenschappers, houthakkers, houtdieven, stokoude paddenstoelenzoeksters en vooral die van journalist Dore van Duivenbode (1985) zelf. Zij trekt in haar boek Oerbos, de strijd om de Europese natuur door de wouden van Midden- en Oost-Europa, met in haar hoofd de vraag wat natuur eigenlijk is en wie er het patent op heeft. Waar komt het hout van onze Ikea-meubelen eigenlijk vandaan? En waarom werd die ene Roemeense boswachter vermoord?

Van Duivenbode, zo blijkt al snel, is een kei van het naast elkaar leggen van de grote en de kleine thema’s, ze beheerst het métier van inzoomen op het persoonlijke, om vervolgens een paar stappen terug te doen en de materie van een afstand te bezien. Dat doet ze zo vaardig dat je als lezer aangenaam meedeint op haar soms barre tocht door Polen, Oekraïne en Roemenië, dwars het woud door. Ze heeft het over ‘knellende luchten’ en over ‘weekeinden die aanvoelen als eindeloos snoozen’ (de dagen dat de leerlingen van het bosbouw-internaat waar ze verblijft naar huis gaan en de achterblijvers de dag in hun kamers doorbrengen, alles muisstil, gordijnen dicht). Mooi gezegd en zo sleept ze haar lezers mee een rijk verhaal, het bos, in.

Haar ecologisch avontuur – want dat is het – start op een Poolse bosbouwschool bij het Nationaal Park Bialowieza, tegen de grens met Belarus, waar ze niet alleen stuit op lessen houtzagen en houtproductie maar ook op de Poolse cultuur van niet lullen maar poetsen, van een stevige lunch, van potige bosbouwers ook. Het is vermakelijk te lezen hoe Van Duivenbode, die nota bene zelf Poolse roots heeft, hink-stap-sprong meedoet aan het dagelijks leven op het internaat en vooral: hoe ze worstelt met haar veganistische levensopvatting. Want wat doe je als je alleen maar soep met grote stukken worst krijgt voorgeschoteld?

Dit lijkt een triviaal detail, maar blijkt een belangrijke en hoogst vermakelijke rode draad die ze door haar boek weeft: haar westerse afkeer van vlees (ofwel, haar westerse groene bewustzijn) is in de ogen van veel Oost-Europeanen een vorm van prinsessengedrag, van opportunisme, voortvloeiend uit een westerse luxepositie en staat daarmee symbool voor de ingewikkelde clash tussen houtkap en natuurbescherming. Jullie met je natuurbescherming (en jullie veganisme!), klinkt het uit vele monden, jullie hebben makkelijk praten, jullie natuur is al weg en wij kunnen er tenminste nog wat aan verdienen. Lokale belangen stuiten op die van idealistische ecologen en dat levert niet alleen een cultuurstrijd op maar ook een strijd van leven op dood.

In Roemenië demonstreerden tijdens de reis die Van Duivenbode ondernam duizenden mensen tegen illegale houtkap en tegen de corrupte overheid en dito bosbouwbedrijven. Het lijkt een strijd die niet te winnen is – het oerbos is aan de verliezende hand, ook door de aanhoudende vraag naar (goedkoop) hout in West-Europa. De Roemeense Antoniu zegt het treffend: hij vindt het wrang dat zelfs de moord op een boswachter geen keerpunt is in de illegale houtkap: ‘alle ogen zijn op de Amazone gericht, terwijl we in Europa eeuwenoude bossen hebben die worden gekapt zonder dat iemand ernaar omkijkt.’

Natuurbescherming, economie en politiek zijn al eeuwenlang veel meer met elkaar verweven dan Van Duivenbode had verwacht. En al zijn de bossen van Midden-Europa ver weg, het Westen is medeplichtig aan de illegale houtkap. Alles hangt met elkaar samen, maakt Van Duivenbode duidelijk, alles maakt deel uit van het grote kapitalistische systeem dat is gericht op immorele expansie en groei. Je zou haast zeggen: de moed zakt een mens in de schoenen, maar de journaliste wil allesbehalve cynisch zijn en blijft stug, tegen beter weten in, door zoeken naar sprankjes hoop.

Antwoorden vindt ze niet, maar ze citeert wel Einstein: ‘Zij met het privilege om te weten, hebben de verantwoordelijkheid om te handelen’. Vertel erover dus, zoek het publiek op en bericht over wat er in de bossen gebeurt. Meer kennis zal tot meer bekommernis met deze bijzondere oernatuur leiden, sterker nog, de wouden kunnen Europeanen uiteindelijk met elkaar verbinden. Een boom, nee een bos, is immers in ons aller belang.

Kirsten van Santen

Dore van Duivenbode – Oerbos , de strijd om de Europese natuur. De Geus, Amsterdam. 207 blz., € 20,99.