Duizenden schimmen

Lviv, wat grootte betreft de zevende stad van Oekraïne, gelegen in het uiterste noordwesten, is ook na de inval van de Russische troepen in 2022 een toevluchtsoord geworden voor landgenoten uit het oosten, alhoewel ook hier vaak de raketten inslaan. Van oudsher is deze stad, op amper tachtig kilometer gelegen van Polen, een culturele smeltkroes, betwist door vele naties, door verschillende lokale volken. Niets voor niets heeft de stad onder meer bekend gestaan als Lwów, Lwiw, Lemberg, Leopoli en Lemberik. Een bevolking, in elk geval tot aan de Tweede Wereldoorlog, die bestond uit een grote Poolse en Joodse gemeenschap, terwijl ook Duitsers, Russen, Armeniërs en Oekraïners er in die tijd sterk vertegenwoordigd waren.

Op de conferentie van Jalta eiste Stalin het oblast op, werd Lwów, ‘Klein Wien’, ooit onderdeel van het Habsburgse Galicië, ingelijfd bij de Sovjet-Unie. Wat er nog over was van de oorspronkelijke bewoners werd gedeporteerd en vervangen door Russen en Oekraïners.

Schrijver, dichter en vertaler Józef Wittlin (1896 – 1976) had vanwege zijn Joodse roots al vrij snel na de inval van de nazitroepen de wijk genomen naar de VS. Hij vestigde zich met zijn gezin in New York. Nooit zou hij meer terugkeren naar zijn geboorteland. Mijn Lwów is dan ook geschreven vanuit het geheugen. In zekere zin ook vanuit het gezichtspunt van een bezoeker, een gedeeltelijke buitenstaander, want Wittlin is er niet geboren, maar wel opgegroeid, bracht er zijn vormende jaren door.

Wittlin heeft ‘geen tijd’ voor valse nostalgie, duidt dat heel adequaat aan als gemaskeerde eigenliefde, het zwak voor plekken uit de jeugd. Een zekere zelfverheerlijking, heimwee naar het junger ego dat zich op die plek bevond. Wittlin laat de stemmen horen van duizenden schimmen, neemt de kreupelheid van de herinneringen op de koop toe, roept de geest, de sfeer van die multiculturele samenleving op, herdenkt vol medeleven, met een zekere vrolijkheid een stad zoals die eens was. Hij heeft daarbij het voordeel dat hij de toestand waarin zich Lviv bevond tijdens zijn Amerikaanse leven niet heeft hoeven aanschouwen, niet had kunnen zien in verband met het IJzeren Gordijn. Op deze manier takelt hij een onbedorven beeld van de stad, van de inwoners uit de afgrond van de tijd naar boven, toont de curiosa, eventueel uit steen opgetrokken. Hij verbindt op deze manier de aangezichten van vele eeuwen met elkaar.

Iets van een batiar [straatkind] zit er ook in de stad, in haar fysieke en morele structuur. Hoogtes en laagtes, exaltatie en aardsheid, welriekende geuren en stank van de Pełtew. Schitterende Italiaanse renaissance, kerkelijk en wereldlijk […] en daarnaast Weense Sezession en kazernekitsch.

Heel precies, fijnzinnig geestig ook vaak, laat Wittlin niet alleen de stenen schimmen spreken, maar toont daarnaast ook een bont palet aan inwoners, van de lamme goedzakken, de opsnijders, de vrijmetselaars, de koning van de inbrekers tot aan de vele kunstenaars uit alle disciplines die woonachtig zijn geweest in Lwów, die een stukje werkelijkheid van hun ziel, van de ziel van de stad hebben getoond.

De beschrijving van een marktdag zegt genoeg. Lwów, bont als een Oosters tapijt. Grieken, Armeniërs, Italianen, Saracenen, Duitsers, inheemse Polen, Oekraïners, Roethenen en Joden. En Wittlin vult er als het ware ook nog een kraam met Kozakken en Tartaren, met koningen, bestuurders, officieren, straatventers en vrijheidsstrijders uit alle tijden. Dit alles onder het geflikker van de eerste elektrische lichtreclame van Lwów, die van de bioscoop, die met grote gloeilampen de letters S, P, R, O, O, K, J , E vormden. Een soort understatement dat het hele boekwerk kenmerkt.

Mijn Lwów is een fijnzinnig stadsplan, een onderzoek eerder naar de mensen die Wittlin heeft gekend, naar degenen die de stad in de loop der eeuwen hebben gemaakt. Niet verwonderlijk dat ze tegen het einde een broederlijke rondgang maken door de stad, als lotgenoten van de geschiedenis. De humanistische droom van Wittlin. Hij oordeelt daarbij niet, idealiseert nergens, maakt de pijn daardoor tastbaar.
Het verdient aanbeveling om de pagina’s met noten te kopiëren. Mijn Lwów is een fijne handleiding voor verder onderzoek en in die zin een rijke bron.

Guus Bauer

Józef Wittlin – Mijn Lwów. Vertaling Dirk Zijlstra. Van Oorschot, Amsterdam. 88 blz. € 17,50.