Nooit een excuus voor een slecht humeur

Steffie van den Oord debuteerde in 2002 met Eeuwelingen, met fascinerende profielen van honderdjarigen. Voor Liefde in oorlogstijd interviewde ze meer dan twintig hoogbejaarden over hun oorlogservaringen, met de liefde als rode draad. Van den Oord koos haar gesprekspartners zo uit dat een gevarieerd en compleet beeld van de oorlogsjaren ontstaat. Ze tekende de verhalen op van een Schotse soldaat, een homoseksuele Nederlandse dwangarbeider, een Indische vrouw, een Japanse soldaat, een onderduiker, een verzetsstrijder, een Sinti en een lesbische scholiere. De jonge mensen waren katholiek, protestants, joods, communistisch of Getuige van Jehova. Interessant zijn de spiegelverhalen van een Duitse matroos met een Rotterdams meisje en een Duits meisje met een jongeman die vol bravoure vrijwillig in Duitsland ging werken.

De achttien liefdesverhalen beginnen vrolijk, met ‘het liefdespaar van Waldsee’. Zestig jaar en veel avonturen later zijn Annie en Karl nog steeds gelukkig: ‘Ik wist niet eens zijn achternaam. Zo jong, dom en smoor was ik.’ De meeste verhalen eindigen echter tragisch, door bombardementen, Naziterreur of botte pech. Wat overeenkomt: onder druk van de oorlog veranderden relaties razendsnel. Dwangarbeidster Zinaida Walichova uit de Krim vertrok naar Nederland met een man die ze nog maar een dag kende. Derkjen en Bernard bekeerden zich op slag na een gesprek met een getuige van Jehova. Bij veel verhalen denk je: als dit de plot van een roman was geweest, had ik het ongeloofwaardig gevonden. Dat de Joodse Maurits en Catharina van Thijn allebei Auschwitz en de dodenmarsen overleefden en later ook nog eens de bombardementen op hun huis in Israël is nauwelijks te bevatten. Wat ze ook meemaakten, hun leed mag nooit ‘een excuus voor een slecht humeur zijn’. ‘Het wonder’ beschrijft de ontroerende ontmoeting tussen de Poolse arts Zbyszek en de Sinti Lily, meer dan vijftig jaar na hun laatste kus. De privéfoto’s maken het wonder nog groter. Het olijk kijkende bruidspaar op het omslag, mét jodensterren op hun kleding, komt echter niet in het boek voor. Hun lot laat zich wel raden.

Alle koppels leefden in een tijd waarin hun geluk of ongeluk lag in de handen van die ene mens. De SS’er die omkeek, de Rus die voorbijliep, de vrouw die een boterham of broek gaf, de boer die een veilige plek bood aan een vluchteling. Maar vooral ook het geluk van een ondersteunend gezin, want bijna alle vrouwen in het boek werden ongehuwd zwanger. Duizenden kinderen werden geboren uit een relatie van een Nederlandse vrouw en geallieerde of Duitse militair. Annies moeder reageerde laconiek: ‘Nou ja, dat brengen we ook wel weer groot’. Maar Rieks moeder gilde: ‘Wat doe je mij aan’ en stuurde dochter Riek weg. De Oekraïense Kata werd warm opgenomen in het gezin van haar Nederlandse liefde, dat haar steunde toen ze bijna stierf aan de heimwee naar haar vaderland.

Liefde in oorlogstijd is al in 2004 gepubliceerd. De zevende druk is net verschenen, vooruitlopend op het nieuwe Kinderen in oorlogstijd, dat eind april 2025 zal verschijnen. Zoals voor haar eerdere boeken sprak Van den Oord haar geïnterviewden meerdere malen en maakte daar een doorlopende monoloog van. Of een dialoog, als de liefdespartners beiden nog in leven waren. Deze vorm van oral history levert in de handen van de ervaren Van den Oord opnieuw een goed boek op. Als interviewer blijft ze op de achtergrond. Soms beschrijft ze de interactie tussen een koppel, zoals Bennie en Lammie Kosses, die elkaar leerden kennen omdat Bennie op de boerderij van Lammies ouders onderdook. Of een kleine handeling, zoals de geroutineerde manier waarop Maria Urlings het portretje van haar verloofde Frans in haar handen neemt. Hij stierf door een brandbom op hun boerderij. Later trouwde ze met Frans’ broer Harrie, maar ze heeft laten vastleggen dat zij gecremeerd wil worden. ‘Ik wil hetzelfde als Frans: opgaan in vlammen.’

De Friese Wytske heeft het verdrietigste verhaal. Ze was gelukkig getrouwd met haar neef Lucas tot hij, gedesillusioneerd door de dood van zijn broer in de eerste oorlogsdagen, in de klauwen van de Nazipropaganda viel. Hij ontpopte zich tot fanatieke NSB’er, ging bij de Waffen SS en arresteerde tientallen onderduikers en Joden. Wytske probeerde hem tevergeefs te veranderen en soms lukte het haar om het verzet tijdig te waarschuwen. Maar de schande en schuld van haar foute man man kleeft al vijftig jaar aan haar. De kinderen emigreerden en zij durft niet in een bejaardentehuis te gaan wonen: ‘Die verrekte oorlog gaat nooit meer over.’

Petra Teunissen-Nijsse

Steffie van den Oord – Liefde in oorlogstijd. Querido, Amsterdam/Antwerpen. 349 blz. € 22,50.