Recensie: Sun Li – Kom maar liggen
Niet iedereen is een Alex
Individualisme is een groot goed, maar helemaal alleen door het leven gaan is ook niet ideaal. ‘Als je alleen bent kun je (…) niet weten wie je bent. Zonder de beperkingen van anderen ben je vormloos. Je moet je verhouden tot anderen,’ mijmert Bie Chan in Kom maar liggen. Het is de eerste roman van Sun Li, die eerder haar jeugd in een familie van Chinees restauranthouders documenteerde en verhalen schreef.
Bie woont in een goedkoop, krap appartementje nadat haar relatie met de geprivilegieerde Alex op de klippen is gelopen. Voor haar geen voorrangsposities meer, geen luxe woonplek, geen dure etentjes. Tot overmaat van ramp komt haar oude, licht verwarde moeder bij haar in wonen na een valpartij. Moeder is nog van de eerste generatie Chinezen, die alle gevoelens en twijfels aan de kant veegt door altijd maar hard te werken en vooral ‘gewoon te doen’. Als ze bang, vertwijfeld of wanhopig is, zegt ze niets, maar drukt de duim van haar ene hand zo hard mogelijk in de handpalm van de andere, een gewoonte die Bie steeds meer van haar overneemt.
Als ze de kamer in loopt, zit haar moeder op dezelfde plek aan tafel en is weer bezig haar rechterduim in het dal van de linkerhand te duwen. Een drukpunt, weet Bie nu. Handvalleipunt. Stress.
Hard werken en vooral niet opvallen, dat deden veel Chinezen die hier lang geleden terecht kwamen. Maar die tijd is voorbij, hun kinderen zijn van een andere generatie, zijn beter opgeleid, nemen het heft in eigen handen, althans proberen dat. Als Bie Alex tegen het lijf loopt en hij haar wel ziet zitten, lijkt een nieuwe periode aangebroken. Ze komt in Amsterdam-Zuid terecht in een ongekende wereld van luxe, maar zijn haar kansen wel even groot als die van haar vriend?
Sun Li schetst in haar mooi terughoudend en soms heel inventief geformuleerde roman hoe precair die op het eerste oog zo gelukte maatschappelijke sprong is en wie er ten langen leste aan de touwtjes trekt. Niet de jonge vrouw met Chinese roots in ieder geval. Zij leeft ongemakkelijk tussen traditionele, Aziatische familieopvattingen en westers kapitalistisch opportunisme. Je mag meedoen zolang je je schikt en voldoende attractief bent. Wat haar diep raakt en haar positie onderstreept was een opmerking van Alex, toen ze samen in Parijs waren en Aziatische prostituees zagen:
Goed om te weten dat hier nog altijd een toekomst voor je ligt.
Bie werkte op de Zuidas, maar na de relatiebreuk verandert alles. Haar vriendin en collega, de opportunistische Coco, ook van Chinese afkomst, vindt het verzet van Bie tegen Alex maar dom. Zij weet wel hoe het moet: bied je aan, doe wat hij wil en alles komt goed. Maar Bie worstelt met zichzelf, haar moeder en Alex.
Omdat ze de sleutels van het luxe appartement nog heeft, sluipt ze er soms nog even rond. Tot ze Alex een keer thuis aantreft. Wat moet ze doen? Ze schuift bij hem in bed, laat zich aaien. Het zijn surrealistische momenten tussen droom en realiteit.
Kom maar liggen is een kleine roman, maar kaart in de marge veel aan. Het vertelt het verhaal van de eenzamen, de ‘verliezers’, vaak ook verwarden, die door uiteenlopende oorzaken geen Alex zijn. Zoals postbode Ham, kunstenaar Matzo en sinds kort dus ook Bie, die zich haar oom Kit nog kan herinneren. Ooit al een man die zijn eigen gang ging, maar na een grote winst bij een Chinese loterij in ongenade viel bij zijn vrienden en voor gek versleten werd. Dat uitgerekend diens graf geruimd gaat worden is veelzeggend in de latere context van deze roman, omdat juist hij het was die Bie’s familie decennia geleden met zijn loterijwinst naar Nederland kon laten komen.
André Keikes
Sun Li – Kom maar liggen. Van Oorschot, Amsterdam. 184 blz. € 20.