Waar de hoogbouw en onderwereld elkaar ontmoeten

Waarom kwam de Oekraïense Sasja Stasevitsj Bujak in 1932 naar Amerika? Om geen enkele reden behalve dat hij niet dood wilde. Hij had geen dromen van elders, geen drang naar avontuur of zicht naar fortuin. Geen ander verlangen dan te overleven. Het is voldoende voor Sasja: hoe minder hoop je hebt, hoe minder teleurstellingen. Later als het met hem iets beter gaat, nuanceert hij zijn leven in New York: als je kunt eten als je honger hebt en kan slapen in een bed, dan is het eigenlijk wel prima. Het zijn de spaarzame momenten in Een vrolijk man, het tweeluik van tekenaar David François, op scenario van Régis Hautière, dat Sasja wat zegt. Hij is een stille.

In twee delen vertelt Hautière, die we kennen als scenarist van De oorlog van de Lulu’s en het minder bekende, maar erg goede De spectaculairen, het verhaal van een man die naar verre familie in New York gaat en vervolgens op een zolder in een zo goed als leeg huis terechtkomt. Alleen een conciërge en drie honden wonen er. Het is een raar verhaal van die honden, maar Sasja stelt geen vragen: zolang hij ze uitlaat en voor ze zorgt, mag hij er voor een habbekrats wonen. Om geld te verdienen, gaat hij werken in de hoogbouw: gevaarlijk werk dat hem een dollar per dag oplevert.

Bij toeval is Sasja getuige van een beroving. Gewond door messteken vraagt het slachtoffer hem naar een adresje te rijden. Sasja gehoorzaamt en loopt erna terug naar huis. Later ziet deze man zijn redder op straat en biedt Sasja klusjes aan, waarmee hij zijn karige inkomen kan aanvullen. Van het een komt het ander en Sasja komt terecht in de wereld van prostitutie en illegale cafés – het speelt tijdens de drooglegging. Dat is een bekend gegeven, de buitenstaander die op het criminele pad wordt gestuurd, maar in dit geval heeft Hautière een interessante afslag genomen: Sasja is niet vatbaar voor gedoe en dat wordt in hem gewaardeerd. Pooiers en maffiose types laten hem ogenschijnlijk koud.

Als er onder de hoogwerkers een staking op handen lijkt, gebeuren er onverkwikkelijke zaken, die een enorme impact hebben op Sasja: hij kent de verhalen van twee kanten. Van de arme werkers die worden uitgeknepen en van de bouwers die vette winsten maken en die hij treft in de cafés. Het zet de stille Sasja aan het denken, vooral als er liefde in het spel komt: hij raakt in de ban van een Siamese tweeling, Magda en Lena, die hij wil bevrijden uit het onderwereldmilieu. En laat hun pooier nu net degene zijn die Sasja af en toe een goedbetaald klusje toeschuift.

De tekeningen van David François, van wie in 2024 de veel toegankelijker getekende biopic over Charlie Chaplin verscheen, zijn wat ongemakkelijk. Het is door de ruwe techniek van penseelvoering niet altijd duidelijk wat er nu precies gebeurt. Dan bewegen handen tegen een donkere achtergrond of zijn de gezichten vanuit een vreemd camerastandpunt onhandig uitgebeeld. Wat echt vervelend is, zeker bij het begin, is de lettering: een brede, oneconomische letter met rare vraagtekens die nergens lekker leest. Het zijn details, maar toch.

De troef van Een vrolijk man is het tempo. Hautière neemt de tijd en laat daarmee vooral zien hoe het gewone leven in de jaren dertig, na de beurskrach van 1929 en in aanloop naar de Tweede Wereldoorlog, in New York is. Een vergelijking met Giant van Mikael ligt voor de hand, dat immers ook over werklui in de hoogbouw gaat. Het verschil tussen beiden is dat Een vrolijk man spannender is, grimmiger ook, dan Giant. Daar hoort ook een sterke ontknoping bij en dat zit bij Een vrolijk man helemaal goed.

Stefan Nieuwenhuis

David François & Régis Hautière – Een vrolijk man – De monsterlijke stad (2 delen). Lauwert Uitgeverij. 56 blz. hardcover. € 21,95, per deel.