Nieuws: Ilja Leonard Pfeijffer verbetert alvast 1 zin uit het Boekenweekgeschenk
Vanmiddag wordt de auteur van het Boekenweekgeschenk bekendgemaakt. Is het Gerwin van der Werf of is het toch iemand anders? Maandag maakte de CPNB alvast 1 zin bekend uit het aanstaande Boekenweekgeschenk. Op Facebook ontleedt Ilja Leonard Pfeijffer de zin alvast:
Ten eerste zou ik zeggen dat dit twee zinnen zijn, niet één. Ten tweede is het grammaticaal dubieus om de bijzin “als het erop aankwam” tussen “dat” en “ik” te zetten. Beter zou zijn: “Het drong tot mij door dat ik er, als het erop aankwam, helemaal alleen voor stond.” Ten derde vereist de hypothetische zin het gebruik van het hulpwerkwoord “zullen”. Dus: “Het drong tot mij door dat ik er, als het erop aankwam, helemaal alleen voor zou staan.” Ten vierde zijn de aanhalingstekens in de eerste zin foeilelijk en lachwekkend. Ten vijfde is “zo” overbodig. Ten zesde is de metafoor van een “gevoel” dat “verwarmt” clichématig.
Maar dit alles is bijzaak. Het grootste bezwaar tegen deze zinnen is dat er met grote omhaal van lege woorden niets meer wordt gezegd dan dat solidariteit een illusie is. Maar dat wisten wij al.
Genuaal
Ben het niet eens met de heer Pfeijffer. Prima zin, niets op aan te merken. Klank en cadans zijn fraai in balans.
– een kritische redacteur
Misschien roept de CNPB dit over zich af door de zin zonder enige context de wereld in te slingeren, maar ik vind het pedant en zeikerig om zo’n stukje tekst dan zo te fileren.
Het doet me denken aan recensenten die zinnen uit een roman citeren en deze dan als voorbeeld geven van een lelijke zin. Dat lukt met elk boek.
Flauw geneuzel. ‘Grammaticaal dubieus’ is een leuke manier om ‘niet echt fout’ te zeggen. De zin loopt prima en voelt voor mij in de oorspronkelijke versie natuurlijker. Het weglaten van het hulpwerkwoord zouden is misschien wat spreektalig, maar lijkt me ook meer een stilistisch dingetje; ik struikel er in elk geval niet over. De aanhalingstekens zou ik ook weglaten, maar dat gecombineerd met de zogenaamde overbodigheid van ‘zo’ en het feit dat Pfeijffer de metafoor niet mooi vind lijkt me onvoldoende aanleiding om de pedant uit te gaan hangen. Maar Pfeijffer is ook zo’n type dat altijd een mening heeft, en die ook altijd moet laten gelden als wet.
Ironie neem ik aan? Anders heeft Pfeijffer een probleem.
Het enige dat ik zou veranderen is van de komma achter ‘verdampt’ een puntkomma maken. Voor de rest een prima zin.
Hoezo grammaticaal dubieus?
Zie: https://www.aup-online.com/content/journals/10.5117/TVT2022.2.004.REUN?crawler=true
Ik ben zo weg van Ilja ♡
Als er binnen het Nederlandse taalgebied iemand een expert is om met grote omhaal van woorden in feite niets wezenlijks te zeggen, is het onze langharige vriend Pfeiffer wel…
Just saying.
De pseudointellectuele peuter is daar alweer. Hij zal niet gemogen hebben (uit de vele inzendingen). Zielig literair snobisme.
Zoals de NRC vermeldt “is de schrijver van het boekenweekgeschenk 2025 niet geijkt”, vandaar misschien dat deze
zin “nergens op lijkt”.
Ja, een classicus hè, die kunnen goed lezen.
Herstel:Een classicus hè, die kan goed lezen.
Zo kinderachtig om zo kritiek te geven
Wat een kleinzielige reactie
Het gaat om een wijd verspreid boek: het boekenweekgeschenk: dat moet perfect zijn qua taal. Als het dat niet is heb je als zeer virtuoos (genuaal) schrijver het recht om er iets van te zeggen, vooral ook omdat er veel boekenweekgeschenken zijn die perfect geschreven zijn en als voorbeeld kunnen dienen ( ik heb ze vanaf 1943). Ik ben het eens met de gedachte dat de auteur er beter twee zinnen van had kunnen maken. Over het woordje ‘zo’ heb ik niet zo een fout gevoel al weet ik niet of de schrijver er verder in het verhaal op terugkomt. Ik hoop dat niet elke zin in dit boek zo gefileerd kan worden. O ja, een classicus kan goed lezen en ontleden