Starfucker avant la lettre

Manon Lescaut, dat is toch een opera van van Puccini? Inderdaad, maar voortgekomen uit Het verhaal van chevalier Des Grieux en Manon Lescaut, geschreven door Abbé Prévost in 1731. Een ware klassieker in de Europese literatuur, benadrukt vertaler Martin de Haan in zijn informatieve voorwoord. Dat dit werk de eeuwen heeft doorstaan en nog steeds tot de verbeelding spreekt bewijst zijn grote literaire kracht. Blinde hartstocht is van alle tijden.

Niet alleen Puccini, die voor het eerst grote faam verwierf met juist deze opera uit 1893, werd gegrepen door Manon Lescaut. Er bestaat een enorme lijst bewerkingen, weet De Haan, een toneelstuk, twee balletten, vijf opera’s, zes televisieseries, twaalf speelfilms. En dat voor een bescheiden roman van net tweehonderd bladzijden, geschreven door een veelschrijver, die het niet zo nauw nam met de conventies van zijn tijd.

Het thema van de tot over zijn oren verliefde man die alles in de waagschaal stelt om het hart van zijn beeldschone geliefde te veroveren, roept zowel gevoelens van medeleven als hoon op. Het meisje dreigt aanvankelijk met andere vrouwen van lichte zeden te worden afgevoerd naar Le Havre, waar ze per schip naar Nouvel Orléans (New Orleans) moeten worden gedeporteerd. Een destijdse methode, licht De Haan toe, om de nieuwe koloniën te bevolken. De uit een welstandige, adelijke familie afkomstige, piepjonge chevalier Des Grieux valt als een blok voor haar verfijnde schoonheid en komt in actie om haar dit droeve lot te besparen. Samen vluchten ze naar Parijs.

Manon Lescaut behoort tot een raamvertelling, waarbij het naar haar genoemde stuk zelfstandig onderdeel is van de zevendelige roman Memoires van een man van stand, geschreven door de fictieve markies de Renoncour. Die leidt de vertelling in als had hij chevalier Des Grieux persoonlijk ontmoet. Met enkele bij die tijd passende, belerende opmerkingen:

Je kunt niet over de voorschriften van de moraal nadenken zonder je te verbazen over de kloof die er gaapt tussen onze opvattingen en onze handelwijze; je vraagt je af hoe het menselijk hart zo bizar kan zijn om de ideeën van goedheid en volmaaktheid die het koestert, in het dagelijks leven volledig te negeren. […] Mensen met een goed karakter beseffen dat barmhartigheid en menslievendheid aantrekkelijke eigenschappen zijn en hebben vanzelf de neiging om die in de praktijk te brengen, maar als het moment daar is aarzelen ze vaak.

De oogverblindende schoonheid Manon weet maar al te goed welke uitwerking haar voorkomen op mannen heeft. Behalve de chevalier, windt ze gemakkelijk andere rijkaards om haar vinger en blijkt daarmee een ware starfucker avant la lettre. Als de middelen van de chevalier opdrogen, ondanks leningen, diefstal en gokwerk, allemaal onder invloed van zijn naïeve pogingen haar voor zich te winnen, zoekt ze het eerst liever bij een heer met diepere zakken, maar er blijkt wel degelijk ook liefde in het spel. Uiteraard zijn de omgangsvormen in onze ogen vaak pathetisch met duels, appelflauwtes en veel tranen, passend bij de pruikenwereld van de periode Lodewijk XIV, niettemin herkennen we snel de universele menselijke gedragingen.

Martin de Haan plaatst in zijn voorwoord deze, niet in de laatste plaats door zijn toegankelijke vertaling, nog steeds of opnieuw lezenswaardige roman in een literair perspectief. Een nuttige handleiding om ook beter te begrijpen wat Abbé Prévost eeuwen geleden heeft gepresteerd. Met opmerkingen over diens tijd en de uitdagingen voor de vertaler. De ‘spreektalige eenvoud van de brontekst’ gaf hem naar eigen zeggen weinig speelruimte voor het vinden van de benodigde lucht, wat ten langen leste echter goed lukte.

Dat het boek in onze tijd nog steeds velen aanspreekt heeft ongetwijfeld vooral te maken met de door blinde liefdesenergie voortgedreven, losbandige escapades, die alles wat ‘hoort’ naar het tweede plan verwijst. Vaderlijke regels, wettelijke verboden, kerkelijke voorschriften zijn Des Grieux om het even: alles voor zijn Manon, met wie hij uiteindelijk toch in New Orleans terecht komt en waar zijn pogingen haar echt tot de zijne te maken in de wildernis van Louisiana tragisch stranden.

Prévost is bij dit alles slechts de registrerende verteller, die de associaties en emoties aan de lezer laat. Een heel ‘moderne’ opvatting voor die tijd.

André Keikes

Abbé Prévost – Manon Lescaut. Vertaling en voorwoord Martin de Haan. Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam. 232 blz. € 22,99.