Recensie: Edmund White – The Loves of My Life. A Sex Memoir
Waarom zo weinig?
Edmund White is begin dit jaar 85 jaar geworden. Deze mijlpaal was voor hem een goede reden om nog eens terug te kijken op zijn seksleven. ‘I’m at an age when writers are supposed to say finally what mattered most to them – for me it would be thousands of sex partners.’ Hoewel zijn libido inmiddels tot rust is gekomen kan White met overtuiging over zijn sekservaringen schrijven, ook als die zich zeventig jaar geleden afspeelden. White is in de eerste plaats bekend geworden door zijn romans (waarvan slechts enkele in het Nederlands zijn vertaald), maar hij heeft ook een serie interessante en openhartige autobiografieën gepubliceerd, waaronder My Lives, City Boy en Inside a Pearl. Deze titels zouden een serie als Privédomein aanmerkelijk verlevendigd hebben, maar geen enkele Nederlandse uitgever heeft in de afgelopen twintig jaar meer naar het werk van White omgekeken. De flaneur was in 2002 de laatste vertaling die verschenen is.
Edmund White begon zijn seksuele avonturen met mannen toen hij dertien jaar oud was. De jaren vijftig waren nu niet bepaald een gelukkige periode om homo te zijn. Je geaardheid gold als een ziekte waar je ook zelf graag vanaf wilde. White ging dan ook in therapie over normaal te worden, maar dat bleek onbegonnen werk. White heeft het allemaal meegemaakt, ‘the post-Stonewall exaltation of the 1970s and the wipeout after the advent of AIDS in the 1980s, the discovery of the lifesaving therapies of the 1990s’ tot en met de legalisering van het homohuwelijk in 2015. Maar, zo schrijft hij ironisch: ‘One in five Generation Zers identify as LGBTQ+, which might seem like progress, but nearly half are contemplating suicide and 70 percent are reporting they’re severely anxious.’ Angstig is White nooit geweest, hij heeft alle seksuele mogelijkheden die hij tegenkwam gretig benut en schrijft daar nu nog met grote uitbundigheid over. Monogaam is hij nooit geweest, wel had hij voor langere tijd vaste maar ‘open’ relaties. En vanaf zijn middelbare schooltijd betaalde hij mannen ook geregeld voor seks.
White is in The Loves of My Live bijzonder expliciet over zijn seksuele ervaringen. Het zijn smakelijke beschrijvingen, niet om te choqueren maar om te laten zien hoe eindeloos gevarieerd zijn leven als homo was. ‘Gay men have seldom been candid about their sex lives and are even less so now that they are getting married and fathering offspring. Paternity is not the problem for them, so much as respectability. Internet anonymity has facilitated new possibilities of “cheating” and hypocrisy.’ In dit boek is dan ook niets terug te vinden van de merkwaardige seksloosheid die zoveel moderne Queer-literatuur kenmerkt.
White vertelt zijn avonturen min of meer chronologisch, waarbij hij vaak wat langer stilstaat bij een belangrijke minnaar, maar heel strikt gaat hij hierbij niet te werk. Eigenlijk is zijn verhaal eerder associatief, ‘since desire does not obey any timetable.’ Voor White was seks ‘always full of drama or affection’ en dat maakt The Loves of My Life zo feestelijk. White kan het namelijk niet laten om elke keer ook een karakterschets van een minnaar te geven.
Pedro had a delicate, shame-faced manner, as if he’d just broken an expensive goblet and was tiptoeing away from the shards. But during sex he was rapacious, his wet, sharp-toothed mouth as wide as a shark’s, his penis never wilting, his buttocks round and rubbery with youth […].
The Loves of My Life is vanzelfsprekend ook een zelfportret. White is geen opschepper, hij beschrijft zichzelf vaak negatief: te dik, te oud, te passief, te romantisch, te goed van vertrouwen, te kleine piemel, te naïef. Zijn observatievermogen mankeert echter niks aan en aan zijn geheugen voor details ook. Heel geestig beschrijft hij een ontmoeting met een Fransman, die zich tijdens de seks plotseling realiseert dat hij met een man vrijt.
[…] when suddenly he reared back in a sudden horror of awareness (a man!), pulled out of me, wriggled into his jeans with his dirty brown cock, and stepped into his sneakers, leavind his black-soled tube socks behind, and was out the door and thumping his way all three flights down to the street and, I assume, running and running. I felt shocked/pleased that I’d been able to frighten him so deeply. I never heard from him again.
Veel van de minnaars van Edmund White zijn inmiddels overleden, al dan niet aan de gevolgen van Aids. ‘He got AIDS and died’ is ook in dit boek een vast refrein. White raakte zelf ook geïnfecteerd maar werd net op tijd gered door nieuw ontwikkelde medicijnen. Al die dode of vergeten minnaars geven het boek ook een melancholieke toon, maar daar weet de schrijver zich ook steeds weer van los te maken. ‘I remember when I wrote that I’d had sex over the years with three thousand men, one of my contemporaries asked pityingly: “Why so few?”’
Doeke Sijens
Edmund White – The Loves of My Life. A Sex Memoir, Bloomsbury Publishing. 226 blz. € 26,99