Zo was het precies

Het eigen leven is voor Édouard Louis de grondstof voor zijn boeken. Prachtige boeken, met als hoogtepunt Veranderen, methode waarin hij zijn ontworsteling aan een arm, gewelddadig en homofoob beschrijft en zijn lange weg naar een intellectueel leven, met als hoogtepunt het begin van zijn schrijverschap. In Ze hebben mijn vader vermoord lees je een aanklacht tegen de politici die van zijn vader een gebroken man hebben gemaakt. In Strijd en metamorfose van een vrouw lees je de strijd van de moeder om uit het huwelijk met de vaak dronken vader te stappen en een leven voor zichzelf te beginnen.

Monique ontsnapt is een beetje een herhaling van zetten, want de tweede man van de moeder van Édouard is ook vaak dronken en scheldt haar dan de huid vol. Als het op een avond weer zover is, spoort Édouard haar aan om te vertrekken. Hij zit zelf in Griekenland, dus zijn moeder kan in zijn appartement in Parijs intrekken. Net als het vorige boek over zijn moeder is dit een eerbetoon aan zijn moeder die weet te ontsnappen aan de relaties waarin ze is terechtgekomen en daaruit beter en zelfstandiger naar voren komt.

Voordat ze zelfstandig gaat wonen in het noorden van Frankrijk zijn er nog wel een paar stappen te zetten, waaronder een telefonische hereniging met de zus van Édouard. De eerste romans van hem over zijn familie zijn namelijk niet in goede aarde gevallen bij andere leden van de familie. Een van de mooie scènes uit het boek gaat over een voorleessessie van de schrijver waarin hij zijn moeder ontdekt in de zaal, waarna hij wegvlucht. De confrontatie op papier is toch van andere aard dan de confrontatie in de echte wereld.

Het achterlaten van je eigen milieu is een constante in het werk van Louis. Hij gunt het zijn moeder ook:

Als je aan achterstand denkt, aan armoede, denk je aan moeilijk kleren kunnen kopen of rekeningen kunnen betalen, maar niet aan die dingen: smaken, geuren, zintuiglijke ervaringen die iemand nooit heeft gehad.

Édouard kan zijn moeder, met behulp van zijn zus, een nieuw leven geven, ironisch genoeg met het geld dat hij verdient aan de boeken die zij verafschuwen. Hij komt daarmee ook als de redder naar voren, de held in zijn eigen geschiedenis, maar ook de held in het leven van anderen. Op het laatst neemt de moeder van Édouard zelfs het applaus in ontvangst na een toneelstuk in Hamburg dat op haar leven is gebaseerd. Daar zit een mooie literair dubbele bodem in. ‘Het is helemaal niet overdreven, zo was het precies!’ zegt ze tijdens de voorstelling tegen haar zoon. Eind goed, al goed.

En toch blijft er nu wat onvrede hangen. Dat heeft niet alleen te maken met het messianistische aura dat Louis zichzelf geeft, maar ook met een zinnetje dat hij drie jaar (‘misschien twee’) na de ontsnapping opschrijft:

In ieder geval heb ik nog steeds niet de gelegenheid gehad om haar in haar dorp op te zoeken, ik heb haar huis nog steeds niet met eigen ogen gezien maar toch is ze veel in mijn buurt, ze blijft naar Parijs komen, bijna iedere maand, en iedere keer dat ze er is blijft ze maar zeggen hoe betoverd, hoe verrukt ze is.

Niet alleen wordt die blijdschap van de moeder waarvoor hij medeverantwoordelijk is een zelffelicitatie in een autobiografische boek, maar je denkt ook: als je zo van je moeder houdt, dan is het toch als zoon wel mogelijk om één keertje naar haar toe te gaan? Een maandelijks bezoek is misschien wat veel gevraagd voor een druk bezet schrijver, maar één keer per jaar moet toch mogelijk zijn.

Het volgende boek van Louis gaat over zijn broer die op achtendertigjarige leeftijd is overleden aan een alcoholverslaving.

Coen Peppelenbos

Édouard Louis – Monique ontsnapt. Vertaald door Kiki Coumans. De Bezige Bij, Amsterdam. 158 blz. € 22,99.