Deug je wel als je deugt?

Vreemde naam, Damian, zoals de protagonist van de nieuwste roman met die titel van Edzard Mik heet. Hij moet haast wel afgeleid zijn van de Belgische, heilig verklaarde pater Damiaan, de brave negentiende-eeuwse missionaris, die zich bekommerde om iedere door het leven gedupeerde die op zijn pad kwam. Miks Damian lijkt wel wat op hem in hedendaagse gedaante. Hij zorgt en reddert, wil de sneue medemens overal uit de wind houden en vergeet daarbij zichzelf.

Nee, dan zus Tess, die werkt aan een start-up, waarschijnlijk om het ‘te maken’ en schathemeltjerijk te worden of zijn broer Tom, die al een tijdje, helaas vruchteloos, de kunstenaar in zichzelf probeert te ontsteken. Ook al geen man met veel oog voor ‘de ander’. Geen wonder dus dat Tess, die zonder welk gewetensbezwaar dan ook veelvuldig de halve wereld overvliegt, hun lastige en manipulatieve moeder Charlotte bij Damian stalt. De oude dame zou licht dementerend zijn, tenminste daar heeft het de schijn van, denkt Tess.

Ze brengt moeke niet naar haar zorgzame broer omdat ze er zelf zo mee lijkt te zitten, maar hoe fijn is het om in een ver buitenland je hoofd niet vrij te hebben? Damian, van beroep jongerenwerker, wil het niet, ook omdat zijn vriendin Bianca het afwimpelt, maar weet geen woorden te vinden om het plan te keren.

Ziedaar, Miks thema: hoe doe je goed, hoe deug je? En deug je wel als je deugt? Ondertussen zit de moderne heilige er maar mooi mee. Zachtjes aan vermalen wordend tussen de moraliserende, dominante moeder enerzijds, broer en zus en de heel- of halfcriminele ‘cliënten’ van zijn werk anderzijds. Voor Damian zelf blijft weinig tot geen ruimte over.

Mik is een ervaren schrijver en dat merk je aan alles. Heel herkenbaar zijn bijvoorbeeld diens zinnen met dubbele citaten:

‘Hoe gaat het me je moeder? Logeert ze nog bij jou?’ vraagt Ronnie, en hij, ‘van moeders kom je nooit af, moeders zijn je lot, knoop dat maar in je oren’.

Mik schetst karakters en omstandigheden, heeft aandacht voor de uiteenlopende belangen van de personages, laat het thema op verschillende manieren goed uitkomen, waardoor zijn verhaal al snel een universele lading krijgt. Goede bedoelingen, wat zijn dat eigenlijk en zijn ze wel zuiver? Is zorg iets waar je je goed bij moet voelen of ontnemen al die goedebedoelers de ander juist zijn of haar autonomie? Denk eens aan onze samenleving van vandaag en de vraag is hoogst actueel.

Hoe je de leeftijdsverhoudingen van de personages moet inschatten is wel een onduidelijk punt. Hoe oud zijn de kinderen van de kennelijk al bejaarde moeder als deze nog niet zelf aan kinderen beginnen (Damian en Bianca), een start-up aan het opzetten is (Tess) of werkt aan een doorbraak als kunstenaar (Tom)? Zijn het alledrie trage laat-dertigers en is moeder misschien nauwelijks ouder dan Edzard Mik?

Maar in godsnaam, wat kan hij eraan doen dat hij met haar zit opgescheept, iedereen zit uiteindelijk met zijn ouders opgescheept, en omgekeerd zitten ouders met hun kinderen opgescheept, waar zou het in het leven anders om draaien dan dat je met elkaar zit opgescheept en het met elkaar moet zien te rooien.

Damians scooterende hangjongetjes van het Viooltjesplein, trefzeker gevonden, want zo heten straten immers in zulke krachtwijken, weten op hun beurt dondersgoed wat autonomie is. Ze zijn in staat de goedebedoelers moeiteloos te bespelen waar het gaat om de hun telkens weer bespringende schuldgevoelens over van huis uit meegekregen ‘vinkjes’, hun vaste salarissen en andere zekerheden. Ze kennen de betekenis van specifieke woordjes, lachjes, ook van langdurig zwijgen of een strategisch toegedraaide rug. Geen spoor van zelftwijfel bij degenen die ‘geholpen’ moeten worden.

In deze veelzijdige roman is een grote rol toebedeeld aan de wind. Daar begint het al mee. Alles klappert en wiegt. Rotzooi vliegt voorbij. Het is een uitvergroting van wat er zich in het hoofd van Damian afspeelt: wat moet ik nou? De hele wereld om hem heen lijkt dat wel te weten, weet voor zichzelf op te komen, maar de bijna-heilige Damian worstelt, zelfs ten koste van zijn relatie, met zijn moedertje. Terwijl die hem slechts de les leest en het in zekere zin nog bij het rechte eind heeft ook: maak je eigen keuzes, grow up, wees iemand. ‘Zijn die sociale inborst en empathie als het erop aankomt niets dan leugens waarmee hij anderen maar nog het meest zichzelf voor de gek houdt,’ vraagt hij zich ten langen leste af. Maar dan is de schade al aangericht.

André Keikes

Edzard Mik – Damian. Querido, Amsterdam. 304 blz. € 24,99.