De onderstaande recensie van Koningswens komt uit 2001.

Langzame waan

Het eigenaardig licht gehouden boek Koningswens opent lyrisch en geheimzinnig over twee ‘kindergrafjes achter struikgewas gewas verscholen tussen takken en twijgen’ ergens in het oosten van Nederland. Af en toe legt een jeugdige ge moeder hier bloemen neer. ‘Eertijds was ze jong. Dat was in haar goede tijd. Voorbij nu.’

Kester Freriks vertelt de hartverscheurende geschiedenis van twee bij de geboorte gestorven kinderen en de uitwerking van het verdriet daarover op een moeder en haar zoon. Hoe verwerkt men onpeilbaar verdriet, daar gaat het om. Eerst richt hij de camera op de moeder, hoe ze te vroeg oud is geworden, hoe ze weg zakt in de vergetelheid van de ziekte van Alzheimer, hoe de omgeving daarop reageert en hoe ze ten slotte nauwelijks meer thuis te handhaven is. De kindergrafjes lijken uit het boek te verdwijnen, af en toe doemen ze bij de moeder nog op in vertwijfelde en onbetrouwbare visioenen.

En de zoon? Freriks schetst een wat je op het eerste gezicht noemt ‘normale’ jonge man, die zijn moeder braaf opzoekt en een eigen leven in Amsterdam leidt. Hij wil zich niet binden, heeft een paar vrienden en legt zich vooral toe op het krijgen van veel losse vriendinnen. Van maatschappelijk succes is geen sprake, hij werkt bij een enigszins louche autoverhuurbedrijf. Niets aan de hand allemaal. Maar langzamerhand beginnen er veranderingen op te treden. Wick maakt in zijn vrienden en vriendinnenkring steeds vaker discussies mee over het hebben van kinderen. Eerst ziet hij daar zelf niks in, maar hij laat zich zich steeds meer meeslepen door een kinderwens. Al is dit bij hem wel een behoorlijk gestoord verlangen, dat wordt langzamerhand glashelder.

Freriks schetst overigens een mooi en soms zelfs hilarisch beeld van discussies rond het krijgen van kinderen, het gedoe, de vragen: tel je nu wel of niet mee als je kinderen hebt? Je kunt daar enorme problemen over maken en je ziet die serieuze koppen van halfvolwassenen voor je, vooral als Freriks er verlekkerd over doorschrijft. Er klinkt hier iets vrolijk boosaardigs in deze roman door.

Freriks werkt met een zeer eigen, soms verheven maar ook bloemrijke stijl. Weinig lange zinnen, maar vaak enigszins gejaagde beschrijvingen die het boek een merkwaardig gespannen indruk geven die wonderwel aansluit bij het thema ervan.

Het was een zomerse dag in het voorjaar. De bomen toonden beginnend groen. Een pril waas hing over de grachten en de omzoomde pleinen van de stad.

En daartussen vaak allerlei rake, soms beslist komische opmerkingen over mannen en vrouwen en al het gedoe dat erbij hoort.

Namen al die mensen soms kinderen om zich te wapenen tegen ouderdom?

Langzamerhand krijgt deze roman iets pijnlijks over zich. Wick is naar het einde toe duidelijk uitermate gestoord, een ware neuroot. Hij wil alleen kinderen krijgen om zijn moeder over het verlies te troosten van haar te vroeg gestorven kinderen: zijn broertje en zusje. Freriks maakt van het personage Wick gelukkig geen halve gare, dat had sterk afbreuk gedaan aan de toon van dit verhaal. Hij heeft met hem te doen, wil hem niet afvallen. In subtiele lijnen schetst hij diens langzaam toenemende waan die tegen het einde angstaanjagende vormen heeft aangenomen. En die het boek in een tragisch licht zet.

Kees ’t Hart

Kester Freriks – Koningswens. Meulenhoff, Amsterdam. 286 blz.

Deze recensie verscheen voor het eerst op 7 december 2001 in de Leeuwarder Courant.