Van Jane Birkin naar Xenia Onatopp

De gedichten in de recente bundel van Wietse Hummel heten, zoals de titel al aangeeft, ‘scènes’. Verdeeld over zeven afdelingen voeren ze je langs mythes, nederlagen, filmscènes, stadstaferelen, maar vooral langs de verbeelding. Vanuit een vaak herkenbaar beginpunt, de scène, gaan de gedichten meestal al snel hun eigen gang, zoals het begin van het titelgedicht laat zien:

zwemmen met jane birkin

is er een verband tussen zwemmen
en het bedrijven van de liefde?
je laat jouw lendenen bewegen
op de golven van zuchtzingende

branding met wat zeenimfen die
vluchtig zijn, maar water vertraagt
vooral als je heel soepel wil gaan,
heupen breken stuwende golven

Zijn in de eerste strofe de woorden van Serge Gainsbourg en van de ‘zuchtzingende’ Jane Birkin uit 1969 nog vrijwel woordelijk terug te vinden (‘Comme la vague irrésolue / je vais, je vais et je viens / entre tes reins’), verderop geeft het gedicht woorden aan de verbeelding die in de laatste acht regels Jane Birkin ineens naast het achter een ‘je’ verscholen ik-persepctief laat opduiken:

je bent doof voor de roep van de kust
die zich laat horen langs vloedlijnen,
totdat je beseft dat jane birkin
naast je zwemt in dijende slagen

in een wurgende beenslag duwt ze
nagels van haar vingers in jouw rug
en je vervloekt het strenge land nu
je weet dat zij nu hier bij je blijft

Dit verder filosoferen vanaf een bestaand beeld doet mij nu even erg denken aan wat M. Vasalis deed in haar gedicht ‘Vahine no te tiare’ (‘vrouw met een bloem’) uit de bundel Parken en woestijnen (1940) waarin een op zich statisch schilderij van Paul Gauguin zich in Vasalis’ poëzie ontwikkelt naar een dynamische spanning die elk moment tot uitbarsting kan komen. Bij Hummel is het uitgangspunt het in 1969 provocerende, maar nu toch vooral tamelijk eendimensionale liedje ‘Je t’aime, moi non plus’, dat in Hummels gedicht zangeres Jane Birkin tot leven laat komen.

De weg naar de kust lijkt definitief afgesloten nu zij ‘hier [in zee] bij je blijft’. Opvallend is daarbij de metamorfose van een nogal lieflijk en meegaand meisje uit dat liedje naar een personage dat eerder doet denken aan de genadeloze door Famke Janssen vertolkte Xenia Onatopp uit de Bondfilm GoldenEye. Die hield er ook een nogal ‘wurgende beenslag’ op na. Het is een wrede weg die van Jane naar Xenia voert. Maar het is wel de weg die goede poëzie moet gaan. Het is het voorbeeldige pad van de vrouw met een bloem van Vasalis, de ‘vrouw met het rustige gelaat’, die aan het eind ‘in extase en in haat / onverwacht een dolk zal slingren / naar wie zij beminnen zal’. Dat de aanwezigheid van Jane Birkin daar in die zee uiteindelijk fataal zal blijken, lijkt me dan ook onvermijdelijk.

Jan de Jong

Wietse Hummel – Zwemmen met jane birkin en andere scènes. Gopher, ’s Hertogenbosch. 78 blz. € 19,45.