Over zeiken gesproken

Ik begin op mijn oude dag te zeiken, ik weet het, ben niet voor niets onlangs 80 (zegge tachtig) geworden. Vijf keer per nacht eruit voor een straaltje smeltwater uit mijn ijzig gestel. En daar mag ik dan nog blij mee zijn, want zonder het medicament (even de bril erbij pakken) Tamsulosine, drukt mijn prostaat mijn waterdoorlaat dicht en wil ik wel maar kan ik niet, hetgeen tot kwellende pijnen leidt. Dit wens ik zeker mijn ergste vijand toe, maar ik weet niet wie ik uit dit peloton zal noemen.

Zeiken kan men ook in meer overdrachtelijke zin en het levert dan een synoniem op van het werkwoord zaniken. Zo kan ik gaan zaniken als ik op pagina 26 van het boek Doelloos kijken, een bundel zogeheten ZKV’s van A.L. Snijders over de jaren 2017-2018, een stuk getiteld Anonieme passage tegenkom.

Het is mijn credo dat de schrijfdrift wordt veroorzaakt door de angst voor de anonieme passage, hetgeen inhoudt dat iedere schrijver ‘er geweest wil zijn’, alvorens hij er geweest is, zoals doodgaan wel wordt aangeduid en dat iedere schrijver die dat ontkent jokt uit ijdelheid. Mijn vriend A.L. Snijders lachte me destijds om die formulering uit, allemaal valse romantiek, etc. e.d.

Ik zeik ongetwijfeld als ik zeg dat het me stoorde mijn formulering in A.L.’s ZKV te lezen, alsof die uit zijn eigen pen voortkwam.

Zo zeik ik ook als ik de schrijver Pieter Waterdrinker te berde breng, die zelfs driemaal in mijn formuleringen heeft gegrabbeld. Het is eigenlijk te klein om te noemen, je bent een zeikerd als je het doet, dat weet ik zelf ook wel, maar als ik schrijf: ‘Poezen zijn eigenlijk uilen zonder vleugels’ en die woorden letterlijk terugvind in het werk van Waterdrinker en later, godbetert (waar maak je je druk over, zou je haast zeggen) de naam van een onderwijzer uit een van mijn verhalen (een mooiere naam voor een angstwekkende schoolmeester is er niet, namelijk meester Siderius) letterlijk tegenkom in Waterdrinkers werk, of deze, waar een minnaar het heeft over ‘de bedding van haar dijen’ (een ijzersterk beeld, dank u wel) precies zo lees in het werk van de auteur Pieter Waterdrinker, dan heb ik geen Tamsulosine meer nodig.

L.H. Wiener