Niet Sprakeloos van Tom Lanoye (plek 5), niet De avond is ongemak van Lucas Rijneveld (4), noch Tirza van Arnon Grunberg (3) en ook niet Vallen is als vliegen van Manon Uphoff (2): Het lied van ooievaar en dromedaris van Anjet Daanje is het beste Nederlandstalige boek van de 21ste eeuw tot nu toe. Dat vindt althans het panel bestaande uit 81 mensen uit het literaire veld dat NRC en De Standaard geraadpleegd hebben.

Een elfdelige roman, die anderhalve eeuw omspant, die op klassieke wereldliteratuur en tijdsfilosofie voortborduurt, spookverhalen, sociaal realisme, liefdesgeschiedenissen, driehoeksverhoudingen, horror, een obsessieve speurtocht en een intiem rouwverhaal herbergt. Op het oog megalomaan, maar de compromisloze Anjet Daanje volbracht titanenwerk, in een roman die erkend wordt als onomstreden hoogtepunt in de jongste Nederlandse literatuur. Teruggebracht tot de essentie gaat Het lied van ooievaar en dromedaris over de dood en wat daarna rest van het leven – en daarmee over wat literatuur vermag, namelijk voortbestaan, ook wanneer de schepper ervan al in de tijd verloren is geraakt.

Ook onze hoofdredacteur Coen Peppelenbos werd door de NRC en De Standaard geraadpleegd. Hij zette Vallen is als vliegen op de eerste plaats. Niet iedereen lijkt even zorgvuldig met diens lijstje te zijn omgegaan, zo wordt De bewaring van Yael van der Wouden door een panellid op plek 9 gezet terwijl die roman niet eens Nederlandstalig is. De individuele top 10 van alle panelleden vind je hier.