De boeken ordeloos in de kast

Monumentale, borstelige wenkbrauwen als zonneschermen, twinkelende oogjes achter een brilletje en altijd die blik waarin zijn hele mensbeeld opgesloten lag. A. L. Snijders is al weer zo’n drieënhalf jaar dood, maar zijn werk is er gelukkig nog. Uitgeverij Van Oorschot liet Arjen Lubach, de immer jolige tv-presentator, een keuze maken uit Snijders’ zeer korte verhalen (zkv’s), het genre dat laatstgenoemde zelf groot gemaakt heeft: Zeer kort.

Waarom Arjen Lubach, denk je meteen. Wat heeft de actuele, politiek correcte lolligheid te maken met Snijders’ tragere, meer filosofische kijk op het mensdom? Lubach vertelt het achterin de gedundrukte zkv-bundel: ze hadden elkaar leren kennen op Lowlands, ontmoetten elkaar vaker en bovendien ontving Lubach al vroeg de eerste literaire mails, waarmee Snijders zich in den beginne manifesteerde, later ook met fysieke briefpost. In de beeldende-kunstwereld heet dat al veel langer mail-art, maar goed, Snijders deed het met woorden.

Er ontstond een band tussen de twee, maar Snijders, zoals bekend een pseudoniem van Peter Müller, had die ongetwijfeld met velen. Je moest ook wel van steen zijn om diens twinkeling, die rake observaties en grinnikende hoofdschuddingen om het menselijk geploeter te kunnen weerstaan. Snijders was, kortom, een mensenmens, al hoefde hij niet per se altijd onder de mensen te verkeren. Anders ga je niet in de Achterhoek wonen na een periode hartje Amsterdam. Hij wilde meer zijn eigen, rommelige gang gaan, dat hoorde bij hem:

Mijn boeken staan ordeloos in de kast, ik denk dat Maartje Wortel dat van mij verwacht, ik denk dat ze opgelucht was toen ze het zag, ik stelde haar niet teleur. Eigenlijk is dat jammer, ik had haar graag willen verrassen met deftige punctualiteit, met de vrolijke schok van het onverwachte.

Dat op de menselijke gedragingen toegesneden kijken, dat ook van pas kwam bij zijn werk als docent op de Politieschool in Lochem, is de basis van al zijn zkv’s. Hij brengt daarin het, soms banale, alledaagse samen met het bedachtzame peinzen over wat de mens drijft en hoe weinig we er vaak van bakken. Juist die knapperige mix doet het hem. En altijd laat Snijders ruiterlijk doorklinken dat hij er ook zo eentje is. Lydia Davis, zijn Amerikaanse evenknie, bewonderde hem erom.

Met wondere wendingen, die je nooit van tevoren kunt zien aankomen, heeft hij telkens aan een handvol woorden genoeg om een wereld op te roepen die weliswaar herkenbaar is, maar tegelijk ongrijpbaar. Zijn lezers en ook luisteraars – hij las wekelijks een zkv voor op de radio, de jaren voor zijn dood op de zondagochtend als een seculiere predikant – konden er telkens weer een gedachte uit halen, die het eigen denken stimuleerde.

Mooi is dat en bovendien zeldzaam. Knap ook in deze jaren van iedere mening telt en wie het hardst brult heeft gelijk. Juist de wonderlijke figuren in Snijders’ zkv’s bewijzen dat hij een manier had gevonden om ontspannen om te gaan met de chaos en stompzinnigheid van onze tijd. Er zijn talloze, zelfs duizenden zkv’s van Snijders’ hand. Die in deze als vanouds fraaie, gedundrukte bundel zijn maar een greep, dus kun je rustig ook een oude bundel ter hand nemen als je je even wilt laven aan de wijze blik van de Achterhoeker, die overleed terwijl hij aan het tikken was aan een nieuwe tekst. Hij werd gevonden met zijn hoofd op het toetsenbord. Hij zou er zelf vast om gegrinnikt hebben.

André Keikes

A.L. Snijders – Zeer kort. Zijn beste zkv’s, gekozen en uitgeleid door Arjen Lubach. Van Oorschot, Amsterdam. 320 blz. € 27,50.