Recensie: David Vergauwen – Mozart. De muziek, de mens, de vrijmetselaar
Een zoektocht naar liefde, wijsheid en deugdzaamheid
Historicus en musicoloog David Vergauwen koos er voor om De Toverfluit niet in de titel van zijn nieuwe boek op te nemen. Nochtans is het wel deze populaire opera van Mozart (1756 – 1791) die als kapstok dient om te schrijven over Mozart, de turbulente tijd waarin hij leefde en de vrijmetselarij in het algemeen en specifiek aan het einde van de achttiende eeuw in Wenen. Die Zauberflöte – Vergauwen schrijft de titel consequent in de originele taal – wordt weleens uitsluitend geïnterpreteerd als een vrijmetselaarsopera. In Die Zauberflöte zitten uiteraard elementen die verwijzen naar de vrijmetselarij. Mozart was Verlicht-katholiek opgevoed en was een geëngageerd vrijmetselaar. Het personage Sarastro, zijn priesters en zijn wijsheidsleer doen denken aan de Verlichting en de vrijmetselarij. Maar geen enkel element uit Die Zauberflöte, zo beweert Vergauwen ietwat verrassend, kan uitsluitend aan de vrijmetselarij worden toegeschreven. Een inwijdingsritueel, het gebruik van het getal drie en de verwijzingen naar licht en duisternis komen immers ook bij andere groepen voor. Ook wordt geen enkel maçonniek ritueel op scène gebracht. Volgens Vergauwen kan op zijn hoogst gezegd worden dat het om een ‘evocatie’ van een maçonniek ritueel gaat en niet om een ‘representatie’ ervan. Enkel aan het einde van de opera komt een tekst voor die rechtstreeks en ondubbelzinnig verbonden is aan de vrijmetselarij. Maar gegeven het feit dat de vrijmetselarij onder druk stond, kan dit volgens Vergauwen niet worden gezien als een ‘bejubeling van vrijmetselarij’ maar enkel ‘om een verdediging van de principes van de vrijmetselarij in een tijdperk waarin deze in vraag werden gesteld.’
Vergauwen is enorm belezen en erudiet. Hij doctoreerde met een onderzoek naar maçonnieke muziek in België, schreef eerder over het verband tussen muziek en vrijmetselarij en is directeur van Cedom, het archief en studiecentrum van de Belgische vrijmetselarij. Als musicoloog kent hij alle finesses van Die Zauberflöte en de historicus in hem kent de laat-achttiende eeuwse Weense maatschappij. Met Mozart. De muziek, de mens, de vrijmetselarij heeft hij een boek geschreven met als doel om de lezer te voorzien van de kennis waarover een tijdsgenoot van Mozart beschikte om Die Zauberflöte te kunnen begrijpen. Daarom schetst hij de politieke, sociale en culturele veranderingen in een tijd waarin de Verlichtingswaarden door wetenschappers, filosofen en Verlichte despoten werden uitgedragen. De klemtoon kwam te liggen op vrijheid van denken, wetenschap en rationaliteit in plaats van op overgeleverde privileges, vooroordelen en (religieuze) dogma’s. Vergauwen wijst daarbij op verschillende stromingen binnen de Verlichting, net zoals hij ook wijst op diverse strekkingen binnen de vrijmetselarij: er is steeds een radicale Verlichting en een meer traditionele Verlichting, steeds een eerder rationele en wetenschappelijke vrijmetselarij versus een mystieke vrijmetselarij en alle gradaties daartussen. De auteur wijst ook op invloeden en kruisbestuivingen vanuit de illuminatenorde, de rozenkruisersbeweging, de Eleusische mysteriën en de Oude Egyptische cultuur zoals die eind achttiende eeuw werd gezien, namelijk als een raadselachtige esoterische wijsheidsleer. Maar hoewel de Verlichting en de vrijmetselarij het overgrote deel van het boek beslaan, wijst Vergauwen ook op andere invloeden, zoals sprookjes die toentertijd populair waren en het traditionele Weense volkstheater. Bovendien kan Die Zauberflöte worden gezien als een Bildungsoper waarin de prins allerlei hindernissen moet overwinnen om de prinses te redden. En aangezien alle sociale lagen van de bevolking destijds naar de opera gingen, maakt Vergauwen ook steeds een onderscheid tussen wat een burger of edelman in de opera ziet en wat een arbeider aantrekt. De eersten zullen wellicht de verwijzingen naar de vrijmetselarij beter kunnen plaatsen maar de laatste zal zich meer identificeren met de volkse figuur Papageno. Op die manier reflecteert de opera wat in de maatschappij leeft.
Misschien zullen de vele personages die de revue passeren en de drang naar volledigheid sommige lezers afschrikken, maar Vergauwen beschikt gelukkig over een vlotte en soms ook grappige pen. Mozart. De muziek, de mens, de vrijmetselaar is een bewonderenswaardige studie en is fascinerend van begin tot einde. Het mooie is ook dat Vergauwen niet pretendeert de waarheid in pacht te hebben of van mening is dat er een eenduidig verhaal bestaat. Die Zauberflöte is geen vrijmetselaarsopera, geen alchemistisch werk of een sprookje maar wel een combinatie ervan. Het boek gaat – ondanks de titel – slechts indirect over Mozart als mens en ook niet zozeer over Mozart als vrijmetselaar maar wel algemener over het maatschappelijke klimaat aan het einde van de achttiende eeuw (en de vrijmetselarij daarin) en de wijze waarop dat terug te vinden is in Mozarts opera Die Zauberflöte. Het boek bevat ook een fotokatern.
Kris Velter
David Vergauwen – Mozart. De muziek, de mens, de vrijmetselaar. Ertsberg, Aalter. 544 blz. € 39,50.