Recensie: Emma Laura Schouten – Nachtschade
Voordeur, kamerdeur, bed
Nachtschade, de debuutroman van Emma Laura Schouten, heeft een prettig dubbelzinnige titel. Ten eerste raden zogenaamde experts de ik-figuur aan planten uit de nachtschadefamilie te vermijden, om zo migraine te voorkomen. Maar ‘nachtschade’ is juist ook een beschrijving van het effect van migraine. Schouten laat in meerdere goed beschreven scènes van migraine-aanvallen zien hoe haar hoofdpersonage zich opsluit in het donker en afwacht tot de storm weer luwt. Maar iedere aanval laat zijn lichamelijke en psychische sporen na, en Nachtschade beschrijft hoe de ik-figuur de regie op haar leven terug wil pakken door de migraine in te kapselen in een historische context van beroemde schrijvende vrouwen die dezelfde kwaal hadden.
De ik-figuur ziet haar migraine als een levend ding. Daarom noemt ze haar consequent Antaura, verwijzend naar een vrouwelijke Griekse migrainedemon. Antaura is in het leven van de verteller sinds ze op jonge leeftijd voor het eerst ongesteld raakte. Sindsdien is het een vast gegeven dat de migraine op komt zetten wanneer ze ongesteld raakt. Dan zijn er nog allerlei andere soorten triggers: ‘[e]en te zure citrusvrucht, een sneetje brood dat een vroeg stadium van schimmel bleek te bevatten, een vleugje nootmuskaat, het stroboscopische licht in een trein die langs een eindeloze rij bomen raast’. Wanneer de verteller haar migraine op voelt komen zetten, dan stopt haar leven even: Antaura is zo’n kwelling dat ze in een tussentijd belandt waarin ze in het donker en met helse kloppende pijn moet afwachten tot het weer over is. Schouten weet dat erg mooi en voorstelbaar te beschrijven:
Een stille drift trok mijn schouders op, verstrakte mijn kaken, en zonder om te kijken liep ik in de richting van het dichtstbijzijnde metrostation. Terwijl de roltrap me liet afdalen naar het ondergrondse gangenstelsel van de stad proefde ik gal. De metro was een beest dat zich krijsend door de donkere gangen perste, schuddend en sidderend van woede of genot, en ik zat in zijn stalen buik, krampachtig voorovergebogen met mijn hoofd tussen mijn knieën, waar onhoorbare tranen doordrongen in de stof van mijn broek. Van het metrostation naar het appartement liep ik traag en gebogen als een oude vrouw. Elke stap echode naar me terug: straf. Straf. Straf. Voordeur, kamerdeur, bed. Liggend en met gesloten ogen dreef ik weg in de tussentijd van een platgelegd lichaam.
‘Voordeur, kamerdeur, bed’: prachtig hoe de versnelling in handelingen nadat de ik-figuur zich naar huis heeft gesleept, zich uit in de kortheid van de zin. Wat een contrast ook met het meer essayistisch-intellectuele idioom waarvan de hoofdfiguur zich regelmatig bedient. Dat is juist taal waarvan je de haren te berge rijzen in een roman:
Sommige ervaringen zijn onverenigbaar met grammatica – de tiranniek van grammatica, die dwangmatig ordent wat van nature niet geordend kan worden en in dat gekunstelde proces de essentie van wat ze zo graag conserveren wil ontmaskert.
Nachtschade is zeker geen good read, daarvoor is er te veel van dit soort wollig aandoende introspectie en te weinig verhaal. De plot is in een zin heel behoorlijk samen te vatten: vrouw met migraine verdiept zich in andere beroemde schrijvende vrouwen met migraine en schrijft er een scriptie over, waarvoor ze naar het Verenigd Koninkrijk reist en tot een besef komt omtrent haar omgang met die vrouwen en de migraine. Als lezer kwam ik er al snel achter dat ik de kwaal van het hoofdpersonage interessanter vond dan het hoofdpersonage zelf, wat toch wel funest is voor dit werk als roman.
Het fascinerendste randje aan het geprivilegieerde leven van de verteller is dat ze moeite heeft met het feit dat haar eveneens aan migraine lijdende moeder minder zacht voor haar is dan toen ze een klein meisje was en nog geen migraine had. Maar ook bij die problematiek bekruipt je een gevoel van ‘klein bier’, want alsnog komt moeder in de vakantie even de plas over om dochterlief te bezoeken en stuurt ze in de tussentijd keurig medicatie op. Zo is de relevantie van het hoofdpersonage maar gestut op één pilaar en dat is de migraine. Omdat Schouten ervoor heeft gekozen om haar schrijven over migraine in fictie te gieten in plaats van non-fictie had ze veel meer verbeeldingskracht mogen gebruiken om haar personage gelaagd en daarmee interessant te maken. Door scherp te stellen op ‘Antaura’ ligt de kracht van Nachtschade in de tussentijd, maar het grootste deel van de roman speelt zich daarbuiten af.
Martijn van Bruggen
Emma Laura Schouten – Nachtschade. Met illustraties van de auteur. Van Oorschot, Amsterdam. 280 blz. € 22.50.