Recensie: Liliana Corobca – Kinderland
Moedertje spelen, maar dan echt
Kinderland werd in 2015 door Liliana Corobca geschreven en is nu vertaald naar het Nederlands. In deze roman krijgt het woord Kinderland een speelse betekenis: kinderen spelen alsof zij de baas zijn, alsof zij verantwoordelijke en volwassen beroepen hebben. Daar hoeven ze weinig moeite voor te doen, want in het Moldavische dorp waar ze wonen, leven weinig volwassenen. De ouders van de kinderen werken in het buitenland, Italië, Rusland, om ‘serieuze poen’ te verdienen. Dat betekent dat de kinderen maar voor zichzelf moeten zorgen.
We volgen het perspectief van Christina, van twaalf jaar, die bijzonder veel verantwoordelijkheden heeft. Niet alleen moet ze zichzelf in leven houden, ook haar broertjes Marcel en Dan, allerhande dieren; ze moet ook naar school. Soms heb je al lezer niet door dat de situatie erg schrijnend is. Christina maakt er namelijk het beste van. Toch wordt ook duidelijk dat de kinderen vooral de tijd uitzitten tot hun ouders weer thuiskomen, zoals blijkt uit:
Het wachten van Marcel is als overkokende melk, die niet meer in de pan past en over de kookplaat stroomt. Als zwarte wolken die onverwacht opkomen, de hele hemel bedekken en gehaast regenen. Als een invasie van spreeuwen op de korenakker of van sprinkhanen, die alles kaal vreten. Een hongerig en stellig wachten, zonder recht van beroep.
Ons wachten, als een broeiende ziekte, als een hardnekkig virus, dat alleen in nabijheid van onze ouders overgaat.
De lezer is ook veel aan het wachten. De schrijver Thomas Rosenboom heeft schrijven eens vergeleken met schaken. Je zet eerst alle stukken op (je weet wie de personages zijn) en vervolgens ga je schaken (een personage wil iets en jaagt dat na). Bij Kinderland werd ik overvallen door het idee dat het hele boek lang de stukken werden opgezet. Het boek bestaat uit korte hoofdstukjes, die steeds over iets of iemand anders gaan, om in zekere zin hetzelfde te zeggen: kinderen zijn achtergelaten. Hoewel dat past bij wat de personages doen, snak je als lezer naar een ontwikkeling, een actie, een verhaallijn. Die komt aan het einde, als Christina een kinderlijke magie gaat gebruiken om haar moeder naar huis te krijgen. Dan moeten echter weer alle stukken opgezet worden. De plek waar dit moet gebeuren is nieuw, en moet nog geïntroduceerd worden.
Verder is Christina erg wijs voor haar leeftijd. Zo begint een gedachte van haar als volgt:
Maar het moeilijkst is het je gedachten op een rijtje te krijgen. Een wens is een gedachte. Je zult het niet geloven, maar ziekte is ook een gedachte, zelfs mensen, in hun totaliteit, zijn gedachten. Gehuld in vlees, botten en kleren.
Het is haast niet te geloven dat een twaalfjarige al zo denkt, tenzij je weet dat zij permanent volwassen en verantwoordelijk moet zijn. Als je als lezer accepteert dat een grote verhaallijn ontbreekt, dat een kind zowel een kind als volwassen is, dan is dit boek even vermakelijk als schrijnend.
PS
Mijn interesse voor Kinderland werd gewekt door een recensie van Michel Krielaars in de NRC. Ik herinner me vooral dat daarin stond dat de drie kinderen werden ondergebracht bij hun oma en dat ze daar afgebeuld werden. Dat zou de verhaallijn zijn geweest waar ik als lezer naar smachtte: een probleem (afgebeuld worden) en personages die zich tot dat probleem moeten verhouden. Toen las ik Kinderland en werden de kinderen helemaal niet ondergebracht bij hun oma. Daarna herlas ik de recensie van Krielaars en ook daar werden de kinderen niet (langer) ondergebracht bij hun oma. Ik ben bereid te verklaren dat ik zo bedwelmd ben door het vorige boek dat ik recenseerde, Tarantula van Eduardo Halfon, en ik me van alles herinner wat niet echt is gebeurd. Toch, met enige wanhoop, een lezersvraag: wie herinnert zich ook dat in de recensie van Krielaars de kinderen bij hun oma werden ondergebracht?
Erik-Jan Hummel
Liliana Corobca – Kinderland. Vertaald door Jan Willem Bos. Pegasus, Amsterdam. 224 blz. € 23,50.