Recensie: Nidesh Lawtoo – Homo mimeticus
Nadoen is menselijk
Automatisch en onbewust imiteren we sommige gedragingen van anderen in onze directe omgeving: gapen doet gapen. Dat heet mimicry. Mimicry is een vorm van mimesis, nabootsing. Veel van wat mensen leren, leren ze door anderen na te bootsen, bewust en onbewust. Veel van wat ze begeren, begeren ze omdat anderen dat begeren: mimetische begeerte noemde de Franse filosoof René Girard dat. Hoezeer imitatie gedrags- en andere keuzen bepaalt, wordt bijvoorbeeld bewezen door al die mensen die pogen er als klonen uit te zien van hun favoriete influencer.
De menselijke soort – er is nog maar één soort over – noemt zichzelf homo sapiens, de denkende mens. Homo sapiens is talig. Taal wordt langs mimetische weg verworven. Nietzsche zag in dat spiegeling van gebaren, gelaatsuitdrukkingen en geluiden van de ander taal en zelfbegrip bewerkstelligen, van het kind en van de eerste homo sapiens als soort.
Kortom, mimesis is een belangrijk – en misschien wel het belangrijkste – kenmerk van de mens, een kenmerk dat de affectieve en relationele tegenhanger vormt van dat sapiens en van wat de Verlichting de mens zo graag toekent aan rede, redelijkheid en individuele geestelijke autonomie.
Op grond daarvan pleit cultuurfilosoof Nidesh Lawtoo, hoogleraar aan de Universiteit van Leiden, voor een theorie van de homo mimeticus. In zijn gelijknamige boek legt hij daarvoor filosofische fundamenten. Lawtoo’s belangrijkste uitgangspunt daarbij is dat het niet mag gaan om een nieuw deelterrein, om een filosofie van mimesis, maar dat niets minder op het spel staat dan het ontwikkelen van een nieuw perspectief, dat niet alleen gebruikmaakt van filosofische inzichten en methoden, maar ook van die van alle sociale wetenschappen, neurologie en zelfs van de kunsten.
Lawtoo gaat diep in op Plato en dan met name De Staat, waarin Plato Socrates de grondtrekken van een ideaaltypische polis laat ontwerpen. Dat is een stadsstaat waarin de kunsten taboe zijn verklaard, omdat ze ‘slechts’ nabootsingen zijn van wat al gebrekkige afspiegelingen zijn van zuivere ideeën, een gebrekkige verbeelding van een gebrekkige afspiegeling dus. In plaats van ons door zulke nabootsing verder van de zuivere ideeën te verwijderen, moeten we juist trachten die zo dicht mogelijk te benaderen, aldus Plato/Socrates.
Lawtoo nuanceert dat standpunt en laat bovendien zien dat ook Plato elders genuanceerder is dan in De Staat. Nabootsing bewerkstelligt (ook) inzicht in affecten, zowel bij de nabootser als bij de toeschouwer daarvan in bijvoorbeeld het theater. Bovendien kan nabootsing plastisch zijn en uit vormloosheid vormen tevoorschijn toveren.
Nietzsche is de andere grote filosoof aan wie Lawtoo veel aandacht besteedt. Omdat Nietzsche als eerste heeft ingezien dat mimesis veel meer is dan nadoen en dat zonder mimesis creativiteit en beschaving onmogelijk zijn. Overigens geldt dat ook massabewegingen als het fascisme.
In de twintigste eeuw waren het vooral de Franse filosofen van de kritische theorie die mimesis tot thema maakten. Weliswaar deed Hannah Arendt dat niet, maar Lawtoo vindt in Arendts boek over het Eichmann-proces genoeg aanknopingspunten om haar analyses in zijn betoog te betrekken. Dat doet hij ook met Woody Allens briljante film Zelig, waarin de hoofdpersoon gewild of ongewild zijn sociale omgeving nabootst en door middel van mimicry soms zelfs de gedaante aanneemt van mensen om hem heen.
Filosofische inzichten in mimesis werden pas in de late twintigste eeuw vatbaar gemaakt voor sociaalwetenschappelijk, empirisch onderzoek. En pas heel laat in die eeuw deed de neurologie een ontdekking die mimesis als menselijk fenomeen van een fysiologisch fundament voorzag: sommige neuronen in de hersenen blijken zogenaamde spiegelneuronen te zijn. Spiegelneuronen zetten aan tot het nadoen van een gedraging van een waargenomen ander, zoals gapen. Een deel van de ‘bedrading’ van de mens lijkt dus aangebracht ten behoeve van nabootsend gedrag.
Genoeg aanleiding én genoeg houvast dus voor het ontwikkelen van een theorie van de homo mimeticus, een brede theorie die niet alleen grenzen tussen de wetenschappen doorbreekt, maar ook die tussen wetenschap en kunsten.
Homo mimeticus vergt nogal wat van de lezer. Lawtoo lijkt ervan uit te zijn gegaan dat de lezer zijn Plato en zijn Nietzsche kent en genoeg van de Franse poststructuralisten weet om zijn referenties daaraan zonder veel toelichting te begrijpen. Zijn stijl mag dan ontbloot zijn van gewichtigdoenerij, maar dat wil niet zeggen dat hij het de lezers makkelijk maakt, want hij maakt gebruik van een uitgebreid filosofisch vocabulaire. Maar wie bereid is er het nodige werk te steken, zal tot de conclusie komen dat dit een heel rijk boek is.
Hans van der Heijde
Nidesh Lawtoo – Homo mimeticus. Vertaald door Berry Vorstenbosch en Daan Savert. Noordboek, Gorredijk. 544 blz. € 39,90.