Recensie: Paulien Cornelisse – Hèhè: over wat we zeggen zonder dat we het doorhebben
Sfeermakende kameleons
Voor de Boekenweek van dit jaar schreef Paulien Cornelisse het Boekenweekessay Hèhè, over wat we zeggen zonder dat we het doorhebben. Op het moment dat de CPNB haar vroeg, gaf Cornelisse een jaar Nederlands in Sheffield. Haar blik op taal was al scherp, maar door de lessen aan de Britse studenten dacht ze nog meer na over bijzonderheden in onze taal. Terwijl de Britse studenten zich de Nederlandse taal probeerden eigen te maken, stond Cornelisse stil bij aspecten die lastig vast te pakken en dus ook heel moeilijk precies uit te leggen zijn. Die ongrijpbaarheid vormt voor haar juist het fraaie van taal.
Cornelisse vertrekt voor haar lessen vanuit haar plezier in het ontrafelen van taalvoorkeuren- en -gevoelens:
Ik kan mijn studenten alleen maar iets leren over datgene waar ik zelf toevallig door gefascineerd ben, en dat zijn woorden waar Nederlanders zelf niet zo vaak over nadenken, omdat we ze niet belangrijk genoeg vinden. Toch zijn dit precies de woorden die het Nederlands ‘Nederlandser maken.’ Woordjes zoals ‘even’, ‘hèhè’, ‘soms’, ‘eigenlijk’, ‘hè’ ‘natuurlijk’, ‘nou’, ‘ maar’ , ‘maar goed’ ’eens’ en ‘gewoon’.
Minutieus doorgrondt Cornelisse ‘die stukjes van de Nederlandse taal die zich in het volle zonlicht weten te verstoppen’. We zijn ons vaak niet bewust van van alle extraatjes die we in zinnen aanbrengen. Ook hebben we niet door waarom we ze erin stoppen. Toch lijken ze cruciaal voor onze taal. ‘Geef je paspoort maar’ klinkt bijvoorbeeld heel anders dan ‘Geef je paspoort’. En ‘Eerst maar eens een kopje thee’ heeft een heel andere strekking dan ‘Eerst een kopje thee’.
Cornelisse analyseert niet alleen hoe we dit soort woordjes in zinnen plaatsen en welke betekenisvariaties ze herbergen, maar ze probeert ook uit te pluizen waarom we ze gebruiken. Wat zeg je nou eigenlijk? En wat zegt het dat je dat zo zegt? Laten we onszelf pas echt zien met deze op het eerste gezicht nutteloze woorden? Verenigen dit soort tussenvoegsels soms onze wens om tegelijk eerlijk en gezellig te zijn? Strijkt het gebruik van dit type woorden een eigenlijk door ons Nederlanders verguisde hiërarchie plat? Leggen deze woorden dus gewoon een spanningsveld bloot? Hoort het gebruik van ‘hèhè’ (niet zozeer een woord of een tussenvoegsel, maar eerder een korte, op zichzelf staande zin) bij een bepaalde leeftijdsfase of is het een culturele trend?
Voor deze negentigste Boekenweek met het thema ‘Je moerstaal’ had de CPNB natuurlijk geen betere ambassadeur kunnen kiezen. Met humor en precisie laat Cornelisse zien hoe bepaalde woorden zich gedragen als sfeermakende kameleons die een meerduidige vibe afgeven. Haar passie voor het bestuderen van taal werkt aanstekelijk. Vanzelf ga je beter luisteren naar wat je om je heen hoort, ben je je bewuster van de keren dat je hebt gehèhè-d (was je toen gewoon even op zoek naar een kneuterig soort geborgenheid?) en sla je aan het filosoferen over het mysterieuze, levendige organisme dat taal is.
Miriam Piters
Paulien Cornelisse – Hèhè: over wat we zeggen zonder dat we het doorhebben. CPNB. 64 blz. € 5,25.
Leuk idee om even stil te staan bij het gebruik (of toevoegen) van woordjes in zinnen die de betekenis bepalen.. Alleen Pauline Cornelisse kan zoiets boeiend overbrengen.. Ik kijk ernaar uit om dit te lezen.