Recensie: Sander Kollaard – Einde verhaal
Een nieuwe job voor een oude engel
De Eindtijd, met een hoofdletter, in Einde verhaal, de groot opgezette nieuwe roman van Sander Kollaard, ziet er anders uit dan in de daar enigszins aan ten grondslag liggende Bijbelse Openbaringen. Geen donderslagen en bazuingeschal, wel allerlei bovennatuurlijke voorvallen, maar niet in de laatste plaats chaotisch verkeer en geplunderde winkelcentra. Dat kunnen wij eenentwintigste-eeuwers ons beter voorstellen. Nederland loopt vanzelfsprekend onder water, Zweden is bedekt met een dik pak sneeuw, precies de twee landen waar Kollaard thuis is.
Het is een Jeroen Bosch-achtige, griezelige roadtrip van wonderlijke figuren, inclusief een gevallen androgyne engel, Astoreth, en een pratend varken. Een naar alle kanten uitdijend verhaal over tijd, sterfelijkheid, verantwoordelijkheid en gemeenschapszin. Met flashbacks naar hoe de wereld en het leven ooit waren, hoe het allemaal zo gekomen is en mijmeringen over hoe het misschien anders had gemoeten. En vanzelfsprekend over het einde van alles:
De chronologische verwarring is op zichzelf niet verrassend. De logica van de Eindtijd is tenslotte om de tijd zelf te beëindigen.
In een periode van oorlog en klimaatverandering, is de hedendaagse mens weinig optimistisch gestemd en dat resulteert al even in allerhande dystopische en apocalyptische fictie, die weinig licht doorlaat. Kollaards werk verschilt in die zin dat er soms wel ruimte is voor een glimlach en zelfs wat hoop, want de mensen vinden elkaar weer. Heel anders dan in onze gepolariseerde werkelijkheid. Het is mogelijk als je aan het schrijven slaat, zoals de gestadig steeds meer mens wordende engel Astoreth doet, want het is zijn/haar verhaal.
De vleugelen van de gevallene ruisen niet langer, maar verkrummelen en hij/zij/het begint waarachtig alles gewaar te worden wat ‘echte mensen’ al van geboorte af ervaren: honger en dorst, genot en pijn. En tussen de benen van dit wezen gebeurt ook iets, al is niet meteen duidelijk wat. Een ware transitie tot mens, ‘van angelus divinus naar homo sapiens’ van ‘licht en geloof naar vlees, bloed en een zenuwstelsel’.
Als lezer haast meerijdend in de camper en versleten, oude bus, beleef je de verhalen van de filosofisch ingestelde Otto, een oud-politierechercheur, zijn lichtzinnige zus Greet en haar dochter Erin, van de jonge schilder Gustav, dat van hun familie en vrienden, passanten en niet in de laatste plaats de fundamentalistische, sadistische aartsengel Gabriël. Die blijft, in tegenstelling tot de oppositionele Astoreth, de Grote Schrijver, waar de Here zelf mee bedoeld wordt, onvoorwaardelijk verdedigen. De afvalligheid van Astoreth kan hij niet accepteren en dat laat hij weten:
Het werk appelleerde aan zijn intelligentie maar sprak ook tot iets in zijn diepste lagen – een behoefte om zichzelf te zien als een zuivere ziel in een wereld waarin de krachten van het kwaad zich krachtig lieten gelden, onder aanvoering van Satan. Hij zag de voortschrijdende secularisatie, de schaamteloze zinnelijkheid en het plezier dat overal opdook als evenzovele motieven voor de goede strijd die hij streed, een strijd voor het ware geloof, voor de letter en de geest, die hij vocht aan de veilige zijde van de Grote Schrijver, nooit bang voor vernedering, nooit beschaamd en nooit te beroerd om het vuile werk te doen – want dat hoorde er zo nu en dan ook bij.
Kollaard, die in 2020 verrassend de Libris literatuurprijs won met Uit het leven van een hond, liet ook in zijn eerdere werk uitkomen een schrijver te zijn die veel bezig is met de fragiliteit van het menselijk bestaan. Eveneens met de rol die dieren in het ondermaanse spelen en de poëzie van natuur en landschap. Al die thema’s komen ook in dit werk weer voorbij.
Einde verhaal is dus te herkennen als een echte Kollaard, die door zijn langdurige verblijf in Zweden bovendien altijd stukjes van dat land en zijn cultuur inweeft, zoals troubadour Evert Taube, de onvermijdelijke Pippi Langkous, Nils Holgersson en Abba. Naast specifieke plaatsnamen en plekken. Waarom ook niet, niet iedere lezer is geregeld op weg naar Pamplona, Avignon of Rimini, ook in het Noorden is immers van alles te vinden.
Dat het boek op talrijke plekken knipoogt naar Bijbelse verhalen geeft deze roman een zeker gewicht, maar wie is er nog zo bijbelvast dat die verbindingen ook herkend en/of geapprecieerd worden? Zelfs de literaire benadering is, zeker in het weinig uitnodigende begin, een beetje verwant aan kanselspraak; je moet er maar zin in hebben. Niet dat Kollaard moraliserend of zalvend schrijft, even gemakkelijk verklaar je immers de gekozen stijl door te wijzen op ironie, maar de entourage verliest zich wel in gedateerde christelijke sferen. Dus dan verbaas je je opeens ook niet meer over zo’n pratend varken, dat echter wel een rare tongval toebedeeld kreeg.
André Keikes
Sander Kollaard – Einde verhaal. Van Oorschot, Amsterdam. 336 blz. € 27,50.