Deze recensie verscheen voor het eerst in 2002.

Steekje los

Soms is er zo’n boek waarvan je het allemaal niet zeker weet. Moet je het helemaal serieus nemen of mag je er ook om lachen? Wordt dit boek de nieuwe trend in de letteren waar we allemaal zo smartelijk op wachten ten of stelt het allemaal uiteindelijk toch te weinig voor?

Ik kom er niet uit bij Saskia Profijt die in de roman Braaf meisje een portret schetst van de onderwijzeres Susan: niet wat je noemt een sterk in het leven staande vrouw. Haar vriendje Mark is een ijzige luldebehanger, de nieuwe vriend Louis is acteur en heeft drie kinderen uit eerdere relaties, ook geen rots in de branding dus, zullen we maar zeggen. Bovendien overlijdt haar vader en raakt ze langzamerhand overspannen van haar werk: ze zit in het onderwijs.

Profijt laat haar hoofdfiguur lekker drijven op een niet geringe dosis zelfmedelijden, dat bij mij wel op de zenuwen werkte, maar toch niet helemaal de overhand kreeg in dit realistisch geschreven werk. Die Susan heeft iets doenerigs en ik-laat-me-niet-op-m’n-kop-zitterigs dat haar net boven water houdt en dat deze roman laat uitstijgen boven gezeur, al wordt er zeker
ook flink gezeurd.

Profijt beschikt nog niet over een groot stilistisch assortiment, ze houdt het op directe anekdotiek die zonder sier en omwegen wordt weergegeven. Zodra ze meer emotie toelaat, werkt deze stijl, zoals bij de beschrijving van de dood van Susans vader. Maar te vaak slaat dit rechttoe rechtaan schrijven helemaal dood. Dan krijg je zinnen te lezen die wel correct zijn, maar er is verder niks bijzonders aan. ‘De bewaker is ons gevolgd naar achteren en blijft in de buurt staan. Ik knik enthousiast.’ Verkeerd is het niet, maar bijzonder ook niet en dat zou wel moeten in literatuur.

Er zit een steekje los bij Susan, Profijt weet dit langzamerhand haar roman binnen te schrijven, zonder dat ze er al te eenduidige verklaringen voor geeft. Trefzeker schetst ze de verscheurde relaties binnen het gezin waarin Susan opgroeide, haar broer is echt een pathetisch geval.

Merkwaardig is de scène waarin zij alsnog ongeveer twintig jaar na dato in haar geboortedorp verhaal gaat halen over een pesterij van een voormalig klasgenootje. Profijt schetst dit als een triomftocht terwijl je als lezer vermoedt dat Susans gestoordheid nu langzamerhand buiten haar oevers begint is treden.

Susan moet maar de kunst in is de oplossing die Profijt op het einde van haar boek aandraagt. Ze blijkt namelijk artistieke kwaliteiten te bezitten al houd je wel je hart vast wanneer je leest wat ze maakt: vreemd beschilderde boomtakken. Profijt probeert ons aan te praten dat kunst de oplossing is voor deze gekwelde jonge vrouw. Kunst als therapie dus. ‘Terwijl creëren
voor jou waarschijnlijk een manier is om alles wat er in je leeft tot uitdrukking te brengen, het is een soort verwerkingsproces,’ zegt haar therapeut op het einde. ‘Ik word er wel heel rustig van. En ik vind het heerlijk om te doen,’ zegt de heldin daarop. Hier heb ik echt om geschaterd.

Kees ’t Hart

Saskia Profijt – Braaf meisje. Nijgh en Van Ditmar, Amsterdam. 222 blz.

Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant in 2 augustus 2002.