Kritiek van de dansende rede

Iedereen die weleens van ‘s avonds laat tot ‘s ochtends vroeg het zweet uit zijn/haar/hun lijf heeft gedanst, kent het. Het dringen aan de bar voor een drankje. De vluchtige blikken in het voorbij gaan. Die onverwachte ontmoeting in het toilet. Die ene briljante ingeving, allesomvattend, revolutionair, wereldveroverend, die je een moment later alweer ontvallen is. Het kwijtraken van je vrienden. Het vinden van je vrienden. Die ene plaat die zaal tot waanzin drijft. Die ene dj die de vibe maar niet weet te vangen. Die man die links, vlak naast de boxen, alleen maar een beetje met zijn hoofd staat te knikken. Die vrouw die rechtsvoor verzoekjes naar de dj staat te schreeuwen. Even een luchtje gaan scheppen. Even een sigaretje roken. Even een lijntje gaan snuiven. De in je oor geschreeuwde zin, die je toch maar half verstaat. De vluchtige streling over je rug waarvan je niet weet hoe je hem moet interpreteren. De tl-bakken die plots aan knipperen nadat de muziek is gestopt. De zon die, terwijl je totaal gesloopt naar huis fietst, alles overweldigd en de wereld wakker schudt.

Deze ervaring probeert Rainald Goetz te vangen in zijn onlangs voor het eerst vertaalde roman Rave. Goetz mag met een gerust hart het enfant terrible van de Duitse literatuur genoemd worden. In 1983 maakte hij zichzelf al meteen onsterfelijk toen hij tijdens een lezing van zijn debuutroman op televisie plots een scheermes boven haalde, zijn voorhoofd opensneed en doorlas terwijl het bloed over zijn gezicht gutste. Hoewel Goetz na deze stunt aan een rijke carrière vol publicaties en prijzen bouwde, genoot hij in het Nederlandstaalgebied vooral bekendheid als toneelschrijver, met verscheidene uitvoeringen van zijn toneelteksten door de jaren heen. Maar onder andere dankzij de inspanningen van vertaler Sebastian Roth en uitgeverij het balanseer is nu ook zijn proza weer ruimschoots in het Nederlands verkrijgbaar. Beginnende met die beruchte debuutroman Gestoord een paar jaar terug en nu dus ook deze cultklassieker uit 1998.

Hierin portretteert Goetz de opkomende Duitse rave-cultuur in de jaren negentig en misschien nog wel vooral de ervaring van het raven zelf. Wie Rave openslaat wordt allereerst overvallen door een compleet taalbombardement, waarin gedachten, personages en gebeurtenissen schijnbaar willekeurig over elkaar heen buitelen. Een plot is hier niet te vinden, laat staan een verhaal. Maar een lezer die niet bang is voor het onbekende en die zich mee durft te laten sleuren door deze knotsgekke draaikolk, wordt al snel duidelijk waarom Goetz nu net deze stijl hanteert. Omdat dit het tempo is waarop de rave zich nu eenmaal afspeelt, aan minimaal 120 beats per minuut:

Thema: het leven.
De mensen.
Iedereen.
En jouw lied en het mijne.
‘Zelfs de meest persoonlijke drama’s’, denk ik later, terwijl ik op mijn eentje in een hoekje uitrust en mijn intussen zoveelste pint drink, ‘maken hier hun transfiguratie door, in roes en geraas, tot een geheel van kapotheid dat door iedereen wordt buitengesloten, uit deze viering van kapotheid hier’.

Tussen de stukjes taalkunst door, die soms haast als poëzie lezen, schetst Goetz een rijk maar ook schrijnend beeld van de milieus en de mensen waar hij zich soepel als een aal doorheen beweegt. Drank, drugs, seks en morele leegte zijn daarbij uiteraard aan de orde van de dag. Goetz laat het allemaal de revue passeren zonder er ooit ergens een oordeel over te vellen. (Iets wat misschien ook moeilijk zou zijn aangezien het personage Rainald Goetz er zelf even hard aan mee lijkt te doen.) Wel extra grappig en venijnig wordt hij in zijn beschrijvingen van de Duitse culturele elite. Als een ware havermelkelite avant-la-lettre proberen zij de opkomende rave-cultuur in boeken, artikelen en documentaires in te palmen en haar zo te vermaken tot iets wat ze in diepste zin niet is. Een product. Iets wat zich in makkelijk af te bakenen hokjes en kaders laat plaatsen:

DJ-ACADEMIE. Doe je ook mee? – Tuurlijk, waarom niet? – Dan ben je dus winnaar van de Red Bull-open-call voor de Red Bull-dj-academie, een van vijftig uit tigduizenden. Bingo.
Beginnerscursus.
1ste dag: Wat is muziek eigenlijk? – Naar verschillende muziekvormen luisteren. Sinds wanneer bestaan er maten? Waaraan herken je de maatsoort? Probeer je allemaal muziek zonder ritme voor te stellen. – Na de middag: leren tellen, je oefenen in het beats tellen.

Die commercialisering, die Goetz al zo treffend in de jaren negentig opmerkte, is inmiddels voltooid. Clubs zijn bedrijven geworden, festivals evenementen, dj’s merken en de muziek platgeslagen. Van het gevaar en het avontuur dat van die vroege jaren van de rave-cultuur uitging, is weinig overgebleven. Iedereen houdt zich netjes aan vergunningen en de afgesproken geluidslimieten. Intussen verschijnen er ook steeds meer artikelen over dat Gen Z eigenlijk helemaal niet meer naar de club wil en liever gewoon een cozy night thuis op de bank doorbrengt. Al deze ontwikkelingen tezamen maken het lezen van Rave vandaag de dag bijna tot een soort van necrologie. Een ode aan een cultuur die niet langer meer bestaat. Maar dat hoeft niet per se treurig te stemmen. Rave mag inmiddels dan misschien wat achterhaald zijn, maar dat maakt het nog niet tot een minder vitalistische leeservaring.

Jonathan van der Horst

Rainald Goetz – Rave. Uit het Duits vertaald door Sebastian Roth. het balanseer, Gent. 285 blz. € 24,50.