Recensie: Tezer Özlü – Reis naar de rand van het leven
Hoe gaan leven en schrijven samen?
In het literaire werk van twintigste-eeuwse en latere Turkse auteurs is vrijwel altijd ook de spanning voelbaar tussen oost en west, tussen traditie en wat gevoeld wordt als nieuw. Sommige auteurs hebben van die spanning het hoofdthema van hun romans gemaakt, zoals Nobelprijsdrager Orhan Pamuk. Bedenk dat tot halverwege de vorige eeuw kiezen voor romankunst in Turkije in feite al een keus was voor de Europese literatuur en op zichzelf dus al een stap uit de literaire traditie van het oosten.
De Turkse auteur Tezer Özlü (1943 – 1986) moet tijdens haar korte leven hebben beschikt over een vrije, onafhankelijke geest. Begin jaren 1960 al verliet ze Turkije en zwierf geruime tijd door West-Europa. Haar verhalen werden door Turkse magazines gepubliceerd. Terug in Ankara vertaalde ze letterkundig werk uit het Duits. Later woonde en werkte ze in Berlijn. In 1984 bracht een huwelijk met een Zwitserse kunstenaar haar naar Zürich, waar ze in 1986 ten gevolge van borstkanker overleed.
Haar reislustigheid, haar literaire voorkeuren en haar eigen literaire werk tonen allemaal gerichtheid op het Westen, dat wil zeggen: Europa. In haar boek Reis naar de rand van het leven komen die drie elementen samen. Het is een boek met een merkwaardige publicatiegeschiedenis. Het in het Duits gestelde manuscript werd in 1982 in Duitsland bekroond met een literaire prijs, maar het zou nog 42 jaar (!) duren eer het in 2024 werd uitgegeven. Onder de titel Suche nach den Spuren eines Selbstmordes. In 1984 was in Turkije al wel een door Özlü zelf vertaalde Turkse versie verschenen, maar vertaler Hanneke van der Heijden maakt in haar informatieve nawoord bij de Nederlandse vertaling duidelijk dat die versie flink verschilt van het Duitse manuscript en ook een andere titel draagt, de titel namelijk die Van der Heijden voor de Nederlandse vertaling gebruikte.
In Reis naar de rand van het leven onderneemt de ik – en dat is Tezer Özlü – een treinreis vanuit Berlijn naar Triëst, Praag en Turijn. Dat klinkt tamelijk georganiseerd, maar georganiseerdheid is bepaald niet het beeld dat uit de tekst opstijgt. Ook al door de fragmentarische presentatie, de perspectiefwisselingen, de soms verbeten stijl en een ik die voortdurend aan slapeloosheid lijdt, krijg je de indruk dat onderweg veel beslissingen à bout portant worden genomen. Wat echter onverlet laat dat drie reisdoelen van tevoren vaststaan en ook worden bereikt. Die drie zijn schrijvers, dat wil zeggen: plekken waar zij woonden, werkten en stierven. Het zijn de drie die Özlü het meest bewonderde en wier werk haar als literair kompas diende: Italo Svevo, Franz Kafka en Cesare Pavese. Zij brengen haar naar respectievelijk Triëst, Praag en Turijn.
Reizend en zoekend naar plekken die haar kunnen verbinden met deze, haar eigen werk zo bepalende schrijvers, denkt ze na over hun thema’s, over hoe zij hun leven en hun schrijven met elkaar in overeenstemming probeerden te brengen, iets wat haar maar niet goed wil lukken, over vervreemding en de leegheid van eigenheid, over migratie en over liefde. Ze laat haar gedachten voeden door citaten uit werken van de drie, citaten die opgenomen zijn in Reis naar de rand van het leven.
Onderweg van Praag naar Triëst ziet ze colonnes Turkse gastarbeidersgezinnen richting Belgrado rijden, op weg naar Turkije. Dat roept heimweegevoelens op, die echter snel worden verdreven door gedachten aan de militaire coup van 1980 en de dictatuur waar het land onder zucht. Triëst is mooi en Turijn is dat ook, maar vooral in Turijn raakt haar gemoed in de greep van Calvino’s zelfmoord, ogenschijnlijk zo kalm en weloverwogen begaan.
Reis naar de rand van het leven is in veel opzichten een modernistisch literair werk. Özlü’s stijl kent meerdere registers, van rustig beschouwend tot jachtig-nerveus. Maar het is vooral de montagetechniek waarmee de fragmentarische tekst tot een eenheid wordt gesmeed, die Reis naar de rand van het leven tot modernistische literatuur maakt. Overigens is het natuurlijk vooral de thematiek die maakt dat Özlü uit dit bijzondere boek veeleer naar voren komt als een Europese dan als een Turkse auteur.
Hans van der Heijde
Tezer Özlü – Reis naar de rand van het leven. Vertaling Hanneke van der Heijden. Jurgen Maas, Amsterdam. 198 blz. € 22,50.