Hoe kom je uit het casinocircuit

Er moeten er vele honderdduizenden van zijn: aardige jongens, die wat gitaar spelen en dromen van een bestaan in een beroemde band, graag met bijpassende beloning. Van weinigen wordt na verloop van tijd nog wat gehoord. Al Ward was er zo een. De protagonist van Het paard, de nieuwe roman van schrijver en, jawel, singer-songwriter Willy Vlautin, is de tijd van plannen en dromen echter al lang voorbij. Hij leeft met zijn herinneringen, ver van de medemens, die hem zo vaak teleurstelde.

Oude mannen, die aangelengde bliksoep eten, oploskoffie drinken en daarnaast alles vreten en zuipen wat de maag en de geest een beetje vult, levend temidden van oude troep, zijn een dankbare bevolkingsgroep voor schrijvers. De tragiek druipt er als het ware van af; hun gefnuikte ambities en mislukte relaties. Willy Vlautin is specialist in dergelijke sukkelaars, die weliswaar vastliepen, maar beslist niet altijd omdat ze ongetalenteerd zijn. Ward kan prachtige songs schrijven, daar zijn anderen van doordrongen, veel meer dan hij zelf.

Maar Nevada, zo’n verwoestijnde staat in de Midwest van de Verenigde Staten, is natuurlijk niet bepaald een plek waar je je verovering van de wereld begint, al ligt Las Vegas dan om de hoek. Ward zit met zijn gitaar in allerlei bandjes, die elke avond door het oorverdovende geroezemoes in verlopen casino’s heen moeten spelen, omdat ze niets meer voorstellen dan luidruchtig behang. Het is handje-contantje-volk, dat leeft bij de dag, veel kilometers rijdt in oude busjes en soms even aan een snelle-sexpartner of zelfs een partner voor een paar jaar, blijft hangen, hopend op een wat stabieler bestaan. Maar ook weer niet echt, want dat burgerlijke settelen staat ze ook tegen. Een onmogelijke situatie:

We zijn altijd op zoek naar liedjes, niet alleen de hits die we moeten spelen, maar echte liedjes. Liedjes die iets voor ons betekenen. Dat is de enige manier om ooit uit het casinocircuit te komen. We moeten onze eigen, nou ja… persoonlijkheid hebben, misschien.

Vlautin doet de facto niet veel meer dan Al volgen op zijn gang door het slecht betaalde, snikhete bestaan zonder uitzicht op verlossing. Het zijn in de talrijke flashbacks veelal herinneringen aan zijn jongere jaren in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, want nu is Al al 65 en kan het er niet meer van komen. Dat hij plotseling een oud, zwaar verwond en halfblind paard bij zijn geïsoleerd en hoog gelegen hut ziet staan is dan ook een onbegrijpelijke inbreuk op de troosteloze grijsheid. Hoe je dat onverstoorbare dier, waar de roman naar genoemd is, moet duiden, is Vlautins kunstgreep.

Het paard eet en drinkt niet, weet zich de agressieve coyotes nauwelijks van het lijf te houden, staat daar maar weerloos in weer en wind, in de hitte en de sneeuw als symbool van de beschadigde vrijheid. Hij roept bij de ook al zo verwonde Al alleen maar gevoelens van deernis op. Hem doden kan hij het dier niet, hij heeft hulp nodig. Het paard verwijst, in ieder geval enigszins, ook naar Als al gevorderde mensenbestaan. Dat verklaart mede waarom het edele dier in dit boek niet eens zo prominent in beeld is. Veel meer schrijft Vlautin over Als relatieve successen en nederlagen als songwriter, bandlid en minnaar. Gelardeerd met wat je wel een overdaad mag noemen aan songtitels, die duidelijk moeten maken dat de oude bard van jongs af aan een droeve geest is geweest.

Het paard geeft dus geen indruk van een glansrijk bestaan, maar Al komt wel tot leven als een mens van vlees en bloed. Wanneer je een klik hebt met countrymuziek en/of de Amerikaanse Midwest, dan zal Vlautins roman natuurlijk beter vallen dan zonder die voorkeuren. Maar dan nog, Het paard, kun je ook lezen als een onuitgesproken waarschuwing voor het te gemakkelijk volgen van een romantisch idee over leven van muziek maken en applaus. Er zijn immers aanzienlijk grotere kansen dat je te maken krijgt met schulden, verslavingen en diepe eenzaamheid. Al durfde al nooit veel, een karaktertrek die je toch nodig hebt als artiest, maar herkende zijn eigen talent als onmisbare songwriter onvoldoende. Niet iedereen past op een podium.

André Keikes

Willy Vlautin – Het paard. Vertaald door Dirk-Jan Arensman. Meulenhoff, Amsterdam. 240 blz. € 21,99.