Joris van Os mocht vandaag in Trouw, voor de zoveelste keer, toelichten waarom hij onder de naam Sadiqa Almakhadie een manuscript had geschreven. Blijkbaar voldeed zijn paginalange stuk in het FD niet helemaal, want media aan de linker- en rechterkant van het politieke spectrum gingen al polariserend aan de haal met zijn stuk, terwijl hij toch een nobele boodschap nastreefde:

Mijn kerngedachte, als ik die zo mag uitdrukken, is dat je geen enkele auteur recht doet door naar iets anders te kijken dan naar zijn werk. Alle schrijvers, zwart of wit, man of vrouw, mooi of lelijk, zijn de dupe van een wereld die draait om hijgerige mediahaakjes.

Maar de media snappen een ‘dergelijke genuanceerde boodschap’ niet echt.

Zelf heeft Van Os de volgende conclusies uit zijn avontuur getrokken:

1) wat positieve discriminatie lijkt is vaak ordinaire marketing, en 2) áls uitgevers vinden dat het speelveld gelijk moet worden getrokken, dan mogen ze eerst wel eens naar zichzelf kijken. Allochtone schrijvers zijn er al een tijdje. Er is eigenlijk maar één sector die erin geslaagd is om honderd procent wit te blijven, en dat is de uitgeefbranche. Inclusie voor de bühne noemen we dat.

Lees het hele opiniestuk hier.