Opinie: Marie-José Klaver – Van genegeerd naar ongegeneerd lesbisch: boeken uit de kast
Van genegeerd naar ongegeneerd lesbisch: boeken uit de kast
‘Queer betekende niet per se lesbisch.’ Dat zegt de moeder in de succesroman De Schönwalds van Philipp Oehmke. Haar vriendinnen moeten vooral niet denken dat haar dochter Karolin die in Berlijn een queer boekhandel opent lesbisch is.
‘Maar ook niet hetero,’ had Gabriele Bongarts ertegen ingebracht en daarmee de aanzet gegeven tot de vraag: ‘Wat dan wel?’
‘Je bent of homo- of heteroseksueel. Daartussen is niets.’ Dat was natuurlijk Christa König met haar lage, angstaanjagende stem en haar, zoals Ruth vond, al even overzichtelijke wereldbeeld. Want juist dat of-of klopte niet meer in een veranderende wereld. Ruth wist uit haar hoofd op te dreunen wat er verder nog aan genderidentiteiten in aanmerking kwam. Ze kon zonder zich te verspreken ‘lhbtiq+’ zeggen en uitleggen welke letter waarvoor stond.
De seksuele identiteit van Karolin wordt voortdurend gethematiseerd in de Duitse familieroman De Schönwalds, die de Buddenbrooks van de 21e eeuw wordt genoemd en met het werk van Jonathan Franzen wordt vergeleken. Haar ouders, broers en hun partners en vrienden willen allemaal weten of Karolin lesbisch is. Het is duidelijk dat ze liever niet willen dat ze dat is, en tegelijkertijd ergeren ze zich eraan dat Karolin niet uit de kast komt. Als haar ex-man Rainer met wie ze vier maanden getrouwd is geweest, tegen zijn ex-schoonvader zegt dat Karolin lesbisch is, is zijn antwoord: ‘Heb jij daar gefundeerd bewijs van?’ De vader benadrukt dat Rainer nog altijd welkom is in de familie en dat hij het betreurt dat hij en Karolin geen kinderen hebben gekregen.
Alle bekende vooroordelen over lesbisch-zijn komen voorbij en worden niet weersproken. Lesbiennes zijn lelijk. Lesbiennes zien eruit ‘als vrachtwagenchauffeurs, vaak gezet, in houthakkersbloezen en met tatoeages op behaarde onderarmen’. Lesbiennes zijn seksueel gefrustreerd. Karolin zou lesbisch zijn omdat ze gezien heeft hoe haar vader het leven van haar moeder heeft geruïneerd. Karolin zou lesbisch zijn omdat ze is misbruikt door een zedendelinquente.
Er is in De Schönwalds ruimte voor iedereen, behalve voor een lesbische vrouw. Aan het eind van de roman is Karolin nog steeds een diffuus personage dat weinig aan het woord is gekomen. De ontwikkeling die haar moeder en haar broers Chris (die behoefte heeft zijn zus ‘te ontmaskeren’) en Benni doormaken wordt uitgebreid geschetst. Zij zijn voortdurend bezig zichzelf te doorgronden en via een personale vertelstem kan de lezer toetsen of ze een beetje oprecht zijn of niet. De vader gaat naar de psychiater en biedt de lezer via zijn therapiesessies inzicht in zijn levensloop. Ook de schoonzussen Kimberley (die meteen roept dat Karolin een ‘dyke’ is) en Emilia worden uitgelicht. Karolin blijft een enigma. Zelfs haar ex Rainer krijgt meer contour.
‘De queer literatuur is definitief volwassen geworden,’ zei de jury van de Libris Literatuurprijs onlangs over de shortlist. Dat ging over de Nederlandstalige literatuur, niet over de Duitse, waar queer schrijvers en queer personages met een volwaardig leven een zeldzaamheid zijn. In haar column ‘Eén queer boek sloopt nog geen hokjes (en twee ook niet)’ voor de Nederlandse Boekengids laat Daphne de Heer overigens zien dat ook in Nederland weinig boeken verschijnen met personages uit de lhbtiqa+-gemeenschap. De groslijst voor het BruutTAAL Regenboogboek van het jaar 2025 van Tzum laat ook een magere oogst zien.
De emancipatie van queer auteurs en personages is een unvollendete, schreef De Heer in de Nederlandse Boekengids. Uitgevers mijden het woord ‘lesbisch’ omzichtig. Ze wurmen zich in de woorden van De Heer
in de aanbiedingsteksten in de raarste bochten om pers en boekhandel niet te veel af te schrikken (met als bizar hoogtepunt de aanbiedingstekst van de trilogie De vrouw op de berg van Eva Baltasar, waarin alle hoofdpersonen lesbisch zijn en waarbij de uitgever in de omschrijving van het derde deel eindigt met de zin: ‘Van de drie romans is het de enige waarin heteroseks voorkomt.’).
Recensenten benadrukken heteroseks ook. Een van de queerste boeken van het afgelopen jaar is All fours van Miranda July. Seks met vrouwen speelt een belangrijke rol in All fours. ‘I’d forgotten the nonlinear, open-plan quality of lesbian sex,’ denkt de hoofdpersoon als ze een paar weken met haar nieuwe geliefde Kris vrijt. De vertelster gaat niet alleen met Kris naar bed, maar ook met Audra, de eerste vriendin van Davey, de jonge man voor wie ze aan het begin van de roman valt als een blok. De seksuele relatie van haar beste vriendin Jordi met haar vrouw speelt een belangrijke rol in hun gesprekken: beide personages schetsen in die gesprekken hun seksuele poëtica’s. Jordi houdt van instinctieve seks en de vertelster meer van intellectuele, wat zij denkt ligt ten grondslag aan wat zij doet.
In de recensies gaat echter alle aandacht naar de heteroseksuele amour fou van de naamloze hoofdpersoon, een 45-jarige kunstenares, voor Davey. En als het niet over Davey gaat, gaat het over de perimenopauze. De recensenten van de Volkskrant, Het Parool, boekhandel Athenaeum, Humo, De Standaard, The New York Times, The Guardian, The Washington Post, The Chicago Review of Books, NDR, WDR, Deutschlandfunk, Der Standard en de Neue Zürcher Zeitung schrijven allemaal niet over de relaties en seks tussen vrouwen in All fours. De Groene Amsterdammer schrijft alleen dat de hoofdpersoon ‘een seksuele ontmoeting met een Gummbah-achtig vrouwspersoon’ heeft. In geen van deze besprekingen ervaart de lezer iets over de vele rollen die de hoofdpersoon in bed inneemt en hoe ze fantasie en fysieke realiteit met elkaar mengt (ze heeft haar huwelijk met haar echtgenoot Harris opengebroken omdat hij haar fantasie belemmert).
De Los Angeles Review of Books snapt het deels. De vertelster is geobsedeerd door Davey, maar ‘It isn’t him the narrator’s hungering for. It is her self.’ Maar vervolgens denkt de recensent dat Kris en Audra verschillende kanten van de hoofdpersoon vertegenwoordigen.
The narrator’s actual transformation is consummated toward the novel’s end by ecstatic sex with two women, one much older, one much younger. We can understand these women, both unmarried and without children, as doubles of her: her past and her future; one premenopausal, one postmenopausal. They represent alternative selves, the parallel existences she could’ve had had she not been reduced to being someone’s wife or someone’s mother.
Dat is natuurlijk een zeer beperkte analyse. De hoofdpersoon ligt niet met zichzelf in bed, maar met andere vrouwen met wie ze telkens op een andere manier vrijt, zoals de ook hoofdpersonen van Dennie is een star van Maartje Wortel en In het diepe van Kate Davies dat doen.
In de kop van de recensie van Roos van Rijswijk in NRC wordt precies samengevat wat All fours is: een ‘sexy, superqueer boek over alles wat kapot kan – of anders’. Wie één van de vele andere recensies van All fours leest of de tekst van haar Nederlandse uitgever krijgt een heel andere indruk van de bestseller van Miranda July. Algemener dan de uitgeverstekst van De Bezige Bij kan bijna niet:
Ze (…) begint een affaire met een jongere, getrouwde man.
Toch zal er aan dit vluchtgedrag een einde moeten komen, en dan valt de realiteit van haar leven als moeder, echtgenote en vrouw in de overgang niet meer te ontkennen.In All Fours besluit een 45-jarige vrouw zichzelf opnieuw uit te vinden. Ze heeft alleen geen idee wat het gaat opleveren.
Oppervlakkiger kan het wel, zo laat De Geus zien in de informatie over de Helsinki-trilogie van Pirkko Saisio over een queer vrouw die haar weg moet zien te vinden in Finland waar homoseksualiteit tot 1971 verboden was.
Een jonge vrouw verhuist naar Zwitserland, op zoek naar de liefde en erkenning die haar thuis werden ontzegd. Maar haar verlangen om erbij te horen bindt haar steeds strakker in het korset.
Saisio ontvouwt in glashelder proza hoeveel een vrouw moet opgeven om echt onafhankelijk te zijn.
Bij romans over man-vrouw-relaties verbloemen uitgevers niets. Dat Baumgartner van Paul Auster over een heteroseksuele relatie gaat, wordt meteen in de eerste zin van de uitgeversinformatie duidelijk.
Sy Baumgartners leven is getekend door zijn diepe, blijvende liefde voor zijn vrouw Anna, die negen jaar eerder bij een zwemongeluk om het leven is gekomen.
Ook bij de populaire Old Filth-trilogie van Jane Gardam worden er geen doekjes gewonden om de heteroseksuele aard van de relatie die centraal staat.
Als Betty zich verlooft met Edward Feathers, een advocaat met de rare bijnaam Old Filth (Failed In London Try Hong Kong), weet zij intuïtief dat hun huwelijk nauwelijks op passie gegrond zal zijn.
En bij Phileine zegt sorry van Ronald Giphart is de uitgeverstekst al dertig jaar niet geüpdatet:
‘Sorry’ komt in Phileine’s woordenboek niet voor. De temperamentvolle powervrouw heeft lak aan alles en iedereen. Met haar gepeperde mening en verbale vuurwerk laat ze menig man afdruipen. Haar vriend Max is de enige die haar aankan.
Het wordt tijd dat recensenten en uitgevers de kast open doen voor queer boeken.
Marie-José Klaver
(foto Ivan Radic, CC BY 2.0, via Flickr)
Ja ja ja ja JA, dit alles!