De onderstaande recensie verscheen voor het eerst in 2003.

Nieuw talent

Dit boek bevat drie novellen die op het omslag worden gepresenteerd onder de verzamelnaam ‘Amsterdam-trilogie’. In ‘Zomergriep’ bedenkt debutant Jerôme Inen een toekomstig Amsterdam waarin een dodelijke griep is uitgebroken die de mensen als ratten doet sterven en waartegen de gemeente allerlei weinig uitrichtende maatregelen uitvaardigt. Men moet zoveel mogelijk thuisblijven vogels worden gedood of naar een vogelreservaat buiten de stad gebracht en voedselpakketten worden aan huis bezorgd. En over de organisatie van de begrafenissen van de slachtoffers krijgen we allerlei morbide details te lezen die het realisme van dit verhaal prettig versterken.

We beleven het geheel door de ogen van een nogal laconieke en egocentrische fotograaf die alles schrijnend passief ondergaat en vooral intensief bezig is met een tentoonstelling van zijn foto’s. De rest interesseert hem niets. Kenmerkende eerste zin: ‘De twee mensen voor de spiegel, dat zijn ik en Esther.’

In ‘Keerweer nr. 16’ gaat het om een Engelse journalist die onder verdachte omstandigheden een verzoek krijgt een onderzoek naar een misschien verdwenen collega in te stellen. Ooit is hij verliefd op haar geweest, daarom neemt hij de opdracht aan. We belanden in een goed uitgewerkte geschiedenis rondom de handel in voeding en de malafide praktijken daarbij. Heel aardig zijn de beschrijvingen van Amsterdam gezien dus door die Engelse journalist die met de nodige afstand alles op zich in laat werken.

Dit verhaal bevat erg veel elementen van klassieke whodunits: met schurken, excentrieke onderzoekers, helpers van de held, mooie meiden, domme politieagenten en een verrassende ontknoping. Ik hou van dit soort verhalen dus aan mij was het wel besteed omdat Inen het genre nu al goed beheerst. Maar er ontbreekt toch een eigen toon en een eigen stijl aan die het net boven dit genre zou kunnen uittillen. In ‘Zomergriep’ was die eigen stijl er wel.

Het verhaal ‘Palmyra’, het kortste van de drie, beschrijft de relatie tussen Jason en Michelle. Jason is een zeevarende scharrelaar zoals je ze in de Amsterdamse binnenstad wel aantreft: altijd bezig met zeilschepen, altijd bezig een nieuwe reis voor te bereiden. Hij ontmoet Michelle, een relatie bloeit op en langzamerhand begint Jason zich alvast voor te bereiden op een leven aan de wal. Maar dan begint haar ex-vriend zich meer en meer met hun te bemoeien en Jason slaat op de vlucht. Hij vertrekt naar zee, naar de tropen, eerst nog met Michelle en haar dochtertje, maar later in z’n eentje.

Het verhaal is geschreven als een terugblik van Jason aan boord van zijn schip, terwijl hij een brief van Michelle leest. Het is een onverbeterlijk romantisch verhaal, met echte liefde erin en een onaangepaste jongeman die droomt van verre oceanen en een hyperindividualistisch bestaan. Maar je hoort die oceaan wel degelijk in dit verhaal en je gaat zonder meer aan boord van de ‘Palmyra’ omdat Inen alles zo overtuigend weet neer te zetten.

Let op Jerôme Inen is een nieuw talent Hij laat moeiteloos zien dat hij van veel markten thuis is er zit vaart in zijn verhalen maar ook veel lust in taal en stijl. Hij is eigenwijs genoeg zich geen bal van die paar opmerkingen van mij aan te trekken. Binnenkort komt er een grote roman aan dat kan niet missen.

Kees ’t Hart

Jerôme Inen – Zomergriep / Keerweer nr. 16 / Palmyra. Contact, Amsterdam. 350 blz.

Deze recensie verscheen voor het eerst in de Leeuwarder Courant op 28 februari 2003.