Recensie: Lucky Fonz III – Van de goden vervuld
Ze is ongelooflijk
In Van de goden vervuld levert zanger en componist Lucky Fonz III zijn hoofdpersonen over aan de liefde en het geloof. Hadassa en Mikah ontmoeten elkaar op een van de Waddeneilanden, beiden zijn op zoek naar houvast. Mikah omdat hij in zijn turbulente (liefdes)leven deze plek als enige thuisbasis beschouwt, hij kwam er als kind al. Hadassa omdat het met haar eindscriptie niet wil lukken en ze afleiding zoekt in haar werk op een camping. Ze schrijft over de sektarische groepering De Overtuigers, bij wie ze zich niet maar ook weer wel thuis voelt.
Alsof het is voorbestemd, vinden Mikah en Hadassa elkaar aan zee bij het vallen van de avond, bijeengebracht door een wederzijdse vriend, Jonas, die tegen Mikah roept: ‘Je moet haar leren kennen! Dat is belangrijk! Ze is ongelooflijk!’ Lucky Fonz III heeft de namen natuurlijk niet voor niets gekozen, naast de Bijbelse naam Jonas lijkt Mikah afkomstig van Michael en betekent zoveel als ‘Wie is als God’ en wie even doorzoekt vindt in verschillende bronnen dat Hadassa kan duiden op een jong Joods meisje dat gekozen wordt tot koningin en daarna de naam Esther krijgt, verwijzend naar de Perzische godin van de liefde.
Na hun ontmoeting volgt een intense liefdesrelatie, waarbij ze volledig vervuld zijn van elkaar en verschillende goden. Liefde is er daar een van, maar ook muziek, en dan met name die van Bob Dylan, voor Mikah een groot voorbeeld.
Ik moest mijn leven veranderen, en kon geen andere weg bedenken dan het bestuderen van Bob Dylans legende, zoals een christen die van Jezus bestudeert: in het volste vertrouwen van de goddelijkheid van Zijn wezen, overtuigd dat elk woord vanzelfsprekend het juiste is, en bovendien geladen met eindeloze symboliek.
Lucky Fonz III beschrijft het liefdesavontuur met vaart en laat Mikah af en toe stilstaan bij herinneringen en overpeinzingen. Heeft de natuur iets goddelijks, of geldt dat alleen voor mooie natuur? Heeft liefde iets goddelijks, maar wat als de liefde anders gaat dan je gehoopt had? Een van de herinneringen van Mikah gaat over zijn tournee door de VS en Canada. Hij speelde als underground singer-songwriter in tal van cafés en op kleinere festivals en livepodia. Hij leidde een leven waarop hij altijd had gehoopt en waarvan hij had verwacht dat het hem zou verlossen van zijn levens- en liefdesproblemen ‘alsof het om een gouden deur naar een beter land ging.’ Maar al snel werd duidelijk dat ‘demonen niet onder de indruk zijn van succes.’ Die ontdekking leidde zelfs tot een poging er een einde aan te maken. Na die turbulente tijd in het buitenland biedt het Waddeneiland rust en ruimte, het is een plek die los lijkt te staan van de geldende wetten van oorzaak en gevolg, van ‘hoe de dingen nu eenmaal zijn. […] Zelfs de natuurwetten zijn hier anders; de zwaartekracht is hier minder verticaal.’
In het artikel ‘Verlangen naar liefde en God, in 1783 en 2024’ op Neerlandsitiek.nl vergelijken Peter Altena en Céline Beijer Van de goden vervuld de sentimentalistische roman Julia van Rhijnvis Feith uit 1783. Met deze brug naar het heden ben ik als hertaler van Julia heel blij. De vergelijking haalt Julia hopelijk wat meer uit zijn isolement en laat zien dat het een boek met universele en tijdloze thema’s is. De liefde is in beide verhalen intens, al betreft het bij Mikah en Hadassa vooral een lichamelijke overgave aan de liefde en bij Julia en Eduard een geestelijke. Zij weten dat ze in het hiernamaals in ieder geval bij elkaar kunnen zijn, als ze hier op aarde braaf en deugdzaam leven. ‘In beide romans keren de geliefden zich als het ware af van het modieuze en vinden een eigen innige weg in hun liefde’ schrijven Altena en Beijer. En hoewel het geloof in beide verhalen van groot belang is, liggen Julia en Eduard wat betreft geloofsovertuiging veel meer op één lijn dan Mikah en Hadassa. Voor Hadassa lijkt het iets onontkoombaars door haar verbintenis met De Overtuigers, Mikah heeft als kind ervaren dat God alles mooier maakte. De geloofsovertuiging van Jonas, de wederzijdse vriend van Hadassa en Mikah, komt misschien nog wel het meest overeen met die van Julia en Eduard. ‘[…] voor Jonas was elk ding in de wereld geladen met de grandeur van de goden. Om die te kunnen zien, hoefde hij, volgens hemzelf, alleen maar zijn ogen open te houden. Het was overal, voor wie er maar naar keek.’ Voor Julia en Eduard is hun God ook in alles om hen heen aanwezig.
Altena en Bijer staan niet expliciet stil bij de natuur die in beide verhalen van belang is en het nadenken stimuleert over essentiële zaken. Voor Julia en Eduard is het bos dé plek om je over te geven aan mijmeringen en gebeden, maar ook Mikah laat zich overspoelen door gedachten en herinneringen als hij door de duinen en de bossen dwaalt. Hij heeft bij een eerder bezoek aan het eiland een geheime duinpan ontdekt waar hij zich volledig vrij waande, deze ‘heilige’ plek wil hij graag aan Hadassa laten zien.
Lucky Fonz III heeft met zijn roman natuurlijk geen variant geschreven op Julia, maar een eigentijds liefdesverhaal waarin het geloof een belangrijke rol speelt en God of de goden door de levens van de hoofdpersonen verweven zit. Het plot is goed gevonden en grijpt terug naar een eerder gegeven dat terloops genoemd wordt, dat is knap gedaan. Net als de afwisseling tussen zwaarte, zoals de herinneringen en overpeinzingen, en luchtigheid, namelijk de zonnige kant van de liefde, passend bij het zomerse Waddeneiland. Een aanrader dus, deze debuutroman en misschien daarna leuk om Julia te lezen, ter vergelijking.
Arjen van Meijgaard
Lucky Fonz III – Van de goden vervuld. Pluim, Amsterdam. 160 blz. € 22,99.