Muziek is pas af als er niets meer af kan

Lou Reed
Captain Beefheart
Pere Ubu
Hedda Gabler
Guided By Voices
Utrecht

Deze namen staan onder elkaar afgedrukt op de cover van Onvoltooidemuziek, van Rob H. Bekker. Aan elk ervan is een lang hoofdstuk gewijd in dit boek. Van Lou Reed (1942 – 2013) weet ik al heel lang wie dat was, maar mijn positieve waardering van zijn muziek beperkt zich tot de Velvet Underground, zijn latere album Berlin en zijn hit ‘Walk On The Wild Side’.
Captain Beefheart (1941 – 2010) dan. Diens dubbelalbum Trout Mask Replica (1970) leerde ik midden jaren 1970 kennen en pas na enige moeite waarderen, om daarna alles van de Captain te verzamelen waar ik mijn hand op kon leggen. De ene plaat was beter dan de andere, sommige waren heel goed, maar niet een was zo goed als TMR.
Pere Ubu? Alfred Jarry, ‘Patafysica, merdre, ik lees en herlees het en hem, in overmoedige buien zelfs in het Frans. Wacht, Jarry’s Ubu Roi is Père Ubu, met accent grave dus. Bekkers Pere Ubu, zonder accent, blijkt echter een Amerikaanse band uit Cleveland, Ohio. Of misschien moet ik in plaats van band zeggen: het muzikale levensproject van rock-avant-gardist David Thomas (1953 – 2025). Thomas voegde zich vier maanden na de verschijning van Onvoltooidemuziek bij Reed en Beefheart.
Hedda Gabler is natuurlijk het toneelstuk uit 1890 van Henrik Ibsen. Japreciesnee, zou Bekker zeggen, dat is het zeker, maar bedoeld is de Utrechtse band die zich Hedda Gabler noemde en die in de jaren 1980 drie platen uitbracht. Ik lees woorden als rock-noir en punque, maar wat die precies betekenen weet ik niet en ook niet of ze deze band kenmerken.
Guided by Voices? Kende ik ook niet. Een Amerikaanse lo-fi indierockband, zeggen internetbronnen. Ook al uit Ohio. Een indrukwekkend lange lijst van uitgebrachte albums. Ga ik later wat van beluisteren, want eerst Pere Ubu/David Thomas.
Utrecht: de stad, door Bekker in zijn boek aangeduid als ‘Woonplaats’. Belangrijke stad, onder meer vanwege Le Guess Who?, het jaarlijkse, 4-daagse muziekfestival. Bekker, naar eigen zeggen geen festivalganger, beschrijft in Onvoltooidemuziek zijn muzikale en andere belevenissen tijdens een hele reeks edities van Le Guess Who?

Rob H. Bekker (1957), is ’taalarbeider’, in welke hoedanigheid hij zes poëziebundels publiceerde, zijn eenmanstijdschrift Saaie Berichten uitgeeft, en gedachten en gedichten over de muziek schrijft waar hij in de breedste zin van het woord deel van uitmaakt. Hij is ook al ruim vier decennia zanger van de band ZatIkMaarInHoogCatharijne (ZIMIHC).

De muziek waar hij deel van uitmaakt en waar hij gedachten en gedichten over schrijft is vanzelfsprekend vooral de muziek van Reed, Beefheart, Ubu, Hedda G. en GBV.
Eén: daar weet hij alles van en dan bedoel ik echt alles wat ervan te weten valt.
Twee: hij vindt er van alles van en schrijft dat gelukkig ook op.
Drie: wat hij daar NIET over opschrijft zijn de cliché-anekdotes die elke popmuziek-journalist/recensent bij gebrek aan kennis altijd weer overschrijft om aan voldoende woorden te komen. Ik bedoel: je kunt geen artikeltje over Captain Beefheart en zijn Magic Band lezen of er staat wel in dat zijn stem vijf (of zes, of zeven) octaven omspande en dat hij, zodra hem een pen in zijn hand werd gedrukt, elk aan hem voorgelegd contract tekende.

Acht hoofdstukken telt Onvoltooidemuziek. Dat wijst op een zekere ordening. Die vooral voortvloeit uit het per hoofdstuk een van de bovengenoemde bands als hoofdonderwerp te nemen. Maar omdat Bekker soms associatief te werk gaat, terug- en vooruitgrijpt en veel meer te zeggen heeft dan in zijn zelf gekozen raamwerken past, krijgen veel teksten een, om zo te zeggen, free jazz-achtig karakter. Tussen de hoofdstukken zijn paginagroot en in kleur tekeningen afgedrukt van Niels Bongers.

Rob H. Bekker is zoals gezegd ook dichter. In Onvoltooidemuziek zijn is veel poëzie opgenomen, waaronder een serie gedichten die iets met Lou Reed te maken hebben. In het slothoofdstuk, getiteld ‘Hoezo eindigt het boek hier’, is het lange, 2037 woorden tellende gedicht Verdwijnen afgedrukt en het boek eindigt met het aan Bob Dylan opgedragen gedicht Motorongeluk.

Op een van de laatste pagina’s staan twee opmerkingen die veel zeggen over de totstandkoming en de vorm van Onvoltooidemuziek:

(…) Ik heb altijd mijn best willen doen om in de muziek binnen te komen, dat is altijd de moeite waard geweest. Muziek en poëzie brengen per luister- en leesbeurt iets binnen wat ik nog niet ken.
En:
Hoe ben ik hier gekomen, wadend door de muziek, tastend naar de Nieuwe Grens aan het eind van dit muziekcontinent?
Zolang ik doelgericht was, wilde mijn leven maar niet poëtisch worden.

Kunst is niet vinden wat je zocht, maar vinden wat je niet zocht.

Bekkers eigenzinnige, humoristische stijl en zijn rake woordcreaties – ‘Beckettlist’ – maken Onvoltooidemuziek tot een mooi leesavontuur. Je hoeft zijn muzikale voorkeuren niet te delen om van dat avontuur te kunnen genieten, maar het helpt natuurlijk wel.

Hans van der Heijde

Rob H. Bekker – Onvoltooidemuziek. In de Knipscheer, Haarlem. 306 blz. € 29,90.