Column: Jan Lampo – Een boek over alles
Dit bedacht ik in bed, slapeloos in het donker starend: ‘Eigenlijk wil ik een boek schrijven waar alles in staat over mijzelf en alles wat ik weet en vind van de wereld – een boek over alles.’ De ‘eigenlijk’ aan het begin van de zin die onverwacht mijn bewustzijn kwam binnendrijven, wijst erop dat ik eerst andere dingen wilde, maar niet goed wist wat juist. En ‘een boek over alles’ is sowieso geen adequaat antwoord op de vergeten vragen die ik mezelf voorafgaand aan dat nachtelijk moment moet hebben gesteld.
‘Een boek’ (zonder ‘over alles’) was dat ook niet geweest. Natuurlijk wil ik een boek schrijven – ik noem mezelf schrijver en het is alweer vier jaar geleden. Maar dan denk ik – en dat is volkomen normaal – ‘kan ik het nog?’ Minder normaal: ‘wil ik het eigenlijk nog?’ Mijn laatste boek is zonder bericht van de uitgever verramsjt; diezelfde uitgever bestond het voordien al mij afrekeningen noch verschuldigde centen te bezorgen (het is nochtans een Nederlandse firma die feestelijk doorgaat met de publicatie van fraai geïllustreerde turven). Je zou voor minder je lier aan de wilgen hangen.
Destijds heb ik me daar niet druk over gemaakt – ik had andere dingen aan mijn hoofd: de plotse dood van mijn geliefde, mijn pensionering, een verhuizing, het conflict met een armlastige, maar ook narcistische vriendin die ik onderdak had geboden, die op mijn kosten leefde en mij meer op de mouw speldde dan Tolkien had gekund. Over die dingen zou ik inderdaad een boek kunnen schrijven. Maar laat dàt nu zijn wat elke beschonken sukkel in mijn stamkroeg ook over zijn lotgevallen beweert. Daarom pas ik. Rouwen doe je alleen; wraak, zegt dan weer een oude wijsheid, is aan de oever van de rivier zitten tot het lijk van de vijand komt langsdrijven.
‘Een boek over alles’. Dat moeten Plinius en Isidorus van Sevilla en nog later Diderot en D’Alambert ook hebben geambieerd. Maar die wilden het over de wereld hebben, niet over zichzelf. Dat ‘zichzelf’ is maar begonnen met Jean-Jacques Rousseau wiens paranoia meer tot ons spreekt dan zijn filosofische beschouwingen.
Maar wat wil je? Ik ben – zoals wij allemaal – en achterkleinkind van de verlichting, het kleinkind van de romantiek en heb het modernisme met de moedermelk ingezogen. Dan kun je je versplinterde, onbetrouwbare ‘I as a protagonist’ niet meer met vakantie sturen. Nee, nouveau roman-gewijs ondergaat hij de nulgraad van het schrijven (of iets in die zin, ik heb Barthes nooit begrepen, zelfs niet in het Frans). Zelfs wie in deze bange dagen opnieuw de verworpenen der aarde ten tonele voert – de nieuwe Franse naturalisten zoals Edouard Louis en Nicolas Mathieu of ook Safae el Khannoussi met haar Oroppa – roert in zielenroerselen en subjectiviteit.
Een boek waar alles in staat over jezelf en alles wat je weet en vind van de wereld, een boek over alles. Dat is eigenlijk gewoon een roman, besef ik, ietwat ontnuchterd, nu we een paar dagen verder zijn en de zon van het kruispunt aan mijn flatgebouw weer een hitte-eiland maakt. Misschien maar eerst koffie en een boterham.
Jan Lampo
In tegenstelling tot die mannen in de kroeg die allemaal zeggen, ik zou er een boek over kunnen schrijven, kan jij echt een boek schrijven. Als fotograaf hoor ik steeds mensen tegen mij zeggen ik heb ook een camera, ik kijk dan meestal om te zien of ze die bij hebben, helaas is dat zelden het geval.