Puntkommaneuken: welke schrijver scoort het hoogst?

Schokkende resultaten in een onderzoek naar Engelse teksten: de puntkomma wordt met uitsterven bedreigd. In 25 jaar tijd zijn mensen bijna twee keer minder puntkomma’s gaan gebruiken. Natuurlijk kun je denken: wie gebruikt er überhaupt nog leestekens? Zelfs boomers weten dat een punt aan het eind van de zin onnodig en intens grievend is voor de jongste generatie. Leestekens leren gebruiken is in de hitlijsten van ‘op school geleerde en nooit meer toegepaste kennis’ gestegen tot zes plaatsen boven de cosinus.

Hagar Peeters – die in haar boek Malva de puntkomma tot leidmotief koos – benoemt in het luisterfragment bij het nieuwsbericht ook preciezer de nuance die het leesteken kan uitdrukken. Is het gebruik ervan inderdaad te geraffineerd voor de doorsnee lezer en schrijver van deze tijd? En zijn we daarin allemaal meegegaan? Als je minder puntkomma’s leest, ga je ze allicht ook minder schrijven. Ik nam de proef op de som met mijn eigen werk; toevallig schrijf ik ook 25 jaar (in 2000 won ik Write Now! en sindsdien publiceer ik), dus ik denk dat ik een perfecte casus ben. Bovendien heeft een waardige oude neerlandicus lang geleden al opgemerkt, als meelezer van mijn afstudeerscriptie, dat ik veel te royaal was in mijn puntkommagebruik.

Mijn recente roman Kijk niet om! telt 28 puntkomma’s op 69.123 woorden. Lijkt me erg zuinig; dat betekent dat ik gemiddeld 2469 woorden per puntkomma gebruikte. Er is een kleine vermindering in het aandeel puntkomma’s als je naar mijn eerdere romans kijkt: in Darko’s lessen (2017) had ik 2078 woorden per puntkomma, in Witter dan sneeuw (2021) 2269 woorden per puntkomma. Toch is dit bij lange na geen halvering, het is vermoedelijk zelfs geen significante daling te noemen – maar dat is aan de cijferfetisjisten. In mijn map met schrijfwerk vind ik bovendien een niet gepubliceerd manuscript uit 2009: 2294 woorden per puntkomma. En verder terug in de tijd: een halve poging tot een boek uit 2000 heeft maar liefst 922 woorden per puntkomma. Ik moet me die opmerking van de oudere vakgenoot wel heel erg hebben aangetrokken.

Maar het moge duidelijk zijn: ik schrijf helemaal niet veel puntkomma’s. In het Engelse onderzoek gaat het namelijk om een vermindering van 1 puntkomma op de 205 woorden naar 1 op 390. Ik heb veel meer woorden nodig voor dat ene leesteken! Ik vraag mijn dochter, eerstejaars student Engels, of het aan de Engelse taal ligt; zij noemt in een appje – met komma’s, maar zonder punt (want intens grievend) – dat de puntkomma in het Engels ook gebruikt wordt voor zinnen die zonder voegwoord verbonden zijn. Bij ons zouden veel van die zinnen alleen een komma krijgen.

Ik denk aan Nederlandse overheidscommunicatie waar de punt het wint van de puntkomma en komma. Om dan vervolgens losstaande bijzinnen als zinnen te schrijven. Wat heel erg lelijk is. Op een dag bedachten ambtenaren dat begrijpelijke taal minder komma’s en puntkomma’s heeft. Wat niet waar is.

Mijn eigen puntkommagebruik is dus sinds mijn afstuderen redelijk stabiel. Hoe zit het met andere schrijvers? Ik dook in een stapel boekenweekgeschenken die het CPNB op een zeker moment digitaal beschikbaar stelde: van Salman Rushdies Woede in 2001 tot Herman Kochs Makkelijk leven in 2017 (alleen Dimitri Verhulst ontbrak in mijn map doorzoekbare bestanden). En Wat Ik Toen Ontdekte Zal Jullie Allemaal Schokken: Jan Wolkers en Tom Lanoye gebruiken de puntkomma helemaal niet!

Ik herhaal: geen puntkomma’s bij Wolkers en Lanoye! Oké, Jan Wolkers heeft er één: in een citaat van Schubert. Van Wolkers had ik heus wel door dat hij in Turks fruit ook al niet aan alinea’s doet. En Tom Lanoye scoort vermoedelijk gedachtestreepjes zoals een ander puntkomma’s. Maar is dit een principiële keuze van de auteurs? Is er een literaire stroming waar deze twee elkaar gevonden hebben? Hoe kan het dat het hier nooit over gaat in de literatuurbeschouwing; waarom zijn er geen proefschriften aan gewijd?!

De spreiding is enorm, maar als puntkommagebruik een teken is van genuanceerd, geraffineerd (en dus literair?) schrijven, dan wint Thomas Rosenboom (Spitzen, 2004, 243 woorden per puntkomma), gevolgd door Tim Krabbé (Een tafel vol vlinders, 2009, 316 woorden per puntkomma). Daar kan Esther Gerritsen, met slechts zes komma’s in een heel Boekenweekgeschenk, nog wel een puntkommaatje aan zuigen.

Harry Mulisch zei eens: ‘Het kan voorkomen dat ik me drie of vier uur zit af te vragen of ik een punt of puntkomma zal zetten.’ Ik zit me nu dus al drie of vier uur af te vragen of ooit iemand het opmerkt. Het onderscheid tussen een punt, komma en puntkomma kan subtiel zijn; minder puntkomma’s suggereren een gebrek aan subtiliteit, maar een hoog aantal verraadt dan toch net zo goed weinig subtiliteit?

Is er iets te zeggen over puntkomma’s door de jaren heen? Of is het een generatiekwestie? De gemiddelde auto is de afgelopen vijf jaar 2,5 cm breder geworden, las ik laatst ook, maar de auto die je al jaren rijdt, is niet in de breedte gegroeid; er zijn grotere modellen op de markt en dus op straat gekomen. Zijn er minder puntkomma’s omdat jongere schrijvers ze minder gebruiken?

Een hitlijst van de Boekenweekgeschenken geeft ons misschien meer inzicht:

Wat vertelt dit ons? Ten eerste, de spreiding is groot. Ten tweede, het jaar van verschijnen doet er niet toe, lijkt me. En ja, de grootverbruikers van de puntkomma zijn van voor 1960 en bijna allemaal man. Maar dat geldt sowieso voor bijna de hele groep, de lijst schreeuwt nog harder ‘oude witte man’ dan een gemiddeld lesboek Nederlandse literatuurgeschiedenis.

Toch levert dit overzicht vooral vraagtekens op. Hoe zit het met Bernlef? Esther Gerritsen, waarom heeft ze 6 puntkomma’s in Broer? Waarom dan niet gewoon nul? (Wat is de ondergrens om tot de Beweging van Puntkommaweigeraars gerekend te worden?) Ontwikkelen schrijvers zich in hun interpunctiegebruik of is het een stabiel gegeven? Wat is de invloed van redacteurs? Als er al minder puntkomma’s zijn, waar zijn ze dan naartoe gegaan? Net als bij verkiezingsuitslagen wil ik het weten: gingen ze naar de partij van de komma, naar de punt, of zijn ze blanco geworden? Zijn zinnen langer of korter geworden door het uitsterven van de puntkomma?

Nog een klein punt van aandacht, Je Gelooft het Niet: in het proces van het hertalen van Couperus’ roman Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan sneuvelden 479 puntkomma’s. Hoewel ik aardig wat kritiek heb gekregen op mijn keuze zijn werk te hertalen, heeft niemand dit opgemerkt… wel zijn drie puntjes, allicht… Maar pak zijn originele werk erbij en je ziet dat de puntkomma daar op plekken staat die tegenwoordig volgens de regels voor de komma bestemd is. In historisch werk moet nog veel meer te ontdekken zijn. Veel meer raffinement; veel meer subtiliteit; veel meer nuance.

Welke puntkommaneuker pakt de handschoen op?

Michelle van Dijk