Recensie: John Boyne – Vuur
Duister, maar niet overtuigend.
In het Engels is Air (Lucht), het slotakkoord van de vierdelige Elementencyclus van de Ierse auteur John Boyne, al beschikbaar. In het Nederlands ligt nog niet zo lang Vuur in de boekhandel, het voorlaatste boek van het vierluik. Een vierluik waarin Boyne verschillende vormen van misbruik behandelt. Vuur is, zeker voorlopig, het meest duistere deel van de reeks, maar het kan helaas niet overtuigen. Dat komt grotendeels door de ongeloofwaardigheid van het hoofdpersonage en de eenzijdige focus op het plot.
In Vuur volgen we Freya Petrus, een 36-jarige chirurg die gespecialiseerd is in huidtransplantaties bij brandwonden. Ze lijkt haar zaakjes goed op orde te hebben: een verantwoordelijke baan, een ruime flat, een dure wagen. Maar van bij de start is het duidelijk dat Freya ook een schaduwleven heeft, een leven dat gevoed wordt door verschillende jeugdtrauma’s. Zo is Freya als kind ernstig emotioneel verwaarloosd. Van een vaderfiguur is er geen sprake en Freya groeit grotendeels op bij haar grootmoeder. Enkel tijdens de zomer gaat ze naar haar moeder, maar die steekt meer energie in een eindeloze stroom partners dan in haar dochter. Tijdens de zomer waarin ze twaalf jaar is, wordt Freya eerst meermaals verkracht door een tweeling van veertien jaar en nadien wordt ze door diezelfde tweeling een nacht lang levend begraven.
Dat brengt Boyne meteen bij het hart van zijn roman: in welke mate zijn die dieptraumatische jeugdervaringen bepalend voor het latere leven van Freya?
Zonder te spoilen wat er gebeurt, maar de volwassen Freya heeft duidelijk een verziekte geest en vertoont ontregeld gedrag. Is haar verleden een verklaring of eerder een excuus voor dat gedrag? En in hoeverre kan iemand met een dergelijke achtergrond verantwoordelijk gesteld worden voor zijn/haar gedrag en morele keuzes?
Boyne is zeker een vakman. Dat schreef Hans van der Heijde ook al in zijn bespreking van het eerste deel Water. De Ierse succesauteur, bekend van internationale bestsellers als De jongen in de gestreepte pyjama, weet perfect hoe hij een verhaal moet opbouwen. Het verhaal zit ook vol met zinnetjes die achteraf gezien een dubbele lading hebben en ook de kleine vervlechtingen met de twee voorgaande delen zijn zeker goed gevonden. Ook de manier waarop Boyne de techniek van de interne focalisatie via Freya gebruikt, is slim gezien. Het houdt de lezer op zijn hoede.
Maar toch gaat Vuur nooit echt ‘leven’. Echt afdalen in de donkere geest van het hoofdpersonage lukt ook nauwelijks. Dat komt voornamelijk door twee zaken. Zo is Freya als hoofdpersonage weinig geloofwaardig uitgewerkt. Boyne legt bijvoorbeeld nergens uit hoe Freya van haar problematische en armoedige jeugd opklimt naar een succesvolle carrière als chirurg. Haar jaren als twintiger zijn een soort zwart gat. Daarnaast lijkt alles en iedereen in dienste te staan van het plot. Het is alsof Boyne de gietvorm van zijn plot al klaar had en alle personages en verhaallijnen zich daaraan moesten aanpassen. Tel daarbij een aantal taalkundige clichés – zo zegt Freya op een bepaald moment: “Een dokter in een brandwondencentrum zou per slot van rekening moeten weten hoe gevaarlijk het is met vuur te spelen” – en je weet dat dit niet de allerbeste Boyne is. Hopelijk wordt Lucht wel een waardige afsluiter van de reeks.
Maarten De Rijk
John Boyne – Vuur. Vertaald uit het Engels door Anke Frerichs. Uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam. 192 blz. € 20,99.