Recensie: Jon Fosse – Ales bij het vuur
Opnieuw op zoek naar het onzegbare
In het Oude Huis kijkt Signe door het raam met uitzicht op de Fjord. Ze lijkt in de leegte te staren: ze kijkt zonder echt te zien. Ze denkt aan vroeger, aan meer dan twintig jaar geleden, toen haar man Asle met zijn boot was gaan varen maar nooit terug thuis is gekomen. Ook Asle keek graag door het grote raam. En ook hij wist niet echt waar hij naar keek, naar het donker wellicht. Hij dacht ook nergens aan. Hij liep naar de gangdeur. Gewoon een tochtje maken.
Traag ontvouwt zich in de novelle Ales bij het vuur een verhaal over liefde, familie en gemis. Signe denkt aan de herfstavond waarop haar man verdween. Asle ging elke dag varen in zijn kleine roeiboot, maar op die dinsdag aan het einde van november was het erg donker, stond er een hevige wind en was de zee onrustig. Signe zei nog dat hij niet hoefde te varen. En Asle leek ook alleen maar van plan om een wandeling te maken. Maar toch is hij nooit teruggekomen. Wellicht een banaal ongeval. Of wou hij vluchten? Had het iets te maken met zijn neerslachtigheid? Met het verleden? Want de betovergrootmoeder van Asle, Ales, heeft eveneens haar kleinzoon verloren, wiens naam ook Asle was. Er is een duidelijke link tussen beide naamgenoten: Asle verdronk in de haven toen hij amper zeven was. Asle is vernoemd naar het verdronken jongetje. De personages uit heden en verleden lijken met elkaar te versmelten.
De namen Ales en Asle kwamen al eerder voor in het werk van de Noorse Nobelprijswinnaar Jon Fosse. In zijn Septologie speelde hij een ingenieus spel met dubbelgangers/naamgenoten. In Ales bij het vuur wordt een dergelijk spel niet gespeeld, hoewel het opvallend is dat de namen van twee personages op elkaar lijken en dat twee personen dezelfde naam hebben. De boeken van Fosse hebben wel een herkenbare stijl en knipogen op die manier naar elkaar. Opnieuw vervloeit het perspectief van het heden naar het verleden, van de ene plaats naar de andere en van het ene vertelperspectief naar het andere. Ook Ales bij het vuur bestaat hoofdzakelijk uit lange zinnen die gescheiden worden door een komma; slechts af en toe plaatst Fosse een punt of schrijft hij een korte zin. Ook vintage Fosse zijn de vele herhalingen en de gebeurtenissen of gedachten die dikwijls met iets andere woorden worden beschreven. Bij veel lezers zorgt het repetitieve voor een bezwerende, muzikale of zelfs meditatieve ervaring en zelfs woorden als mystiek of religieus worden niet geschuwd. In elk geval is de stijl van Fosse erg intens en de voornaamste reden waarom zijn boeken telkens opnieuw zo ongelooflijk goed zijn. Fosse is in elk boek ultiem op zoek naar een formulering voor wat onzegbaar is. Een recept voor een oneindige literaire productie.
Kris Velter
Jon Fosse – Ales bij het vuur. Vertaald uit het Noors door Sofie Maertens en Michiel Vanhee. Oevers, Zaandam. 91 blz. € 19,00.