Recensie: Claire Lynch – Een familiekwestie
Het waren andere tijden
In het Verenigd Koninkrijk van de jaren ‘80 verloren bijna alle lesbische moeders die betrokken waren in een echtscheiding het ouderlijk gezag over hun kinderen. Het veroorzaakte diepe scheuren in gezinnen, scheuren die tot vandaag voelbaar zijn. In haar romandebuut Een familiekwestie onderzoekt de Britse Claire Lynch (44) een van die familiale scheuren. Ze doet dat in een secure, fijnbesnaarde stijl en op een soepel tempo.
Het verhaal volgt twee tijdlijnen. In de eerste tijdlijn, waar de roman ook mee opent, volgt de lezer Heron die in 2022 te horen krijgt dat hij terminaal ziek is. Heron weet niet hoe hij dat slechte nieuws moet vertellen aan zijn volwassen dochter Maggie, die intussen zelf een eigen gezin heeft. Door het te verzwijgen lijkt Heron zijn dochter te willen beschermen, een reflex die ontstaan is omdat Heron zijn dochter grotendeels alleen heeft opgevoed. De moeder blijft buiten beeld. Het lijkt erop dat die het gezin in de steek heeft gelaten. Dat is ook wat Maggie denkt.
Maar in de tweede tijdlijn keert Lynch 40 jaar terug in de tijd, meer bepaald naar 1982 en daar volgt de lezer het verhaal van moeder Dawn. Als jonge twintiger leeft ze in overeenstemming met de sociale verwachtingen van het provinciale Engeland van de jaren ‘80: ze trouwt (met Heron), ze hebben een huis samen en ze krijgen een kindje. Volledig volgens het boekje, al is er van Grote Liefde geen sprake. Op een dag botst Dawn op Hazel, een jonge lerares die nieuw is in de gemeente, en de vonk slaat over. De twee beginnen een affaire. Wanneer Dawn haar ontrouw opbiecht, ontspoort alles. Heron kan het niet vatten, want het past niet in zijn wereldbeeld. Het past ook duidelijk niet in het juridische realiteit van die tijd, want wanneer de echtscheiding voor de rechter komt, verliest Dawn elke vorm van zeggenschap over haar dochter omdat een lesbische relatie in die tijd werd gezien als een ‘afwijking’ waardoor de vrouwen in kwestie ook ‘geen natuurlijk moedergevoel’ konden hebben.
In haar nawoord legt Lynch uit dat het verhaal van Heron, Dawn, Hazel en Maggie misschien fictie is, maar dat de woorden van de rechters en advocaten uit echte juridische documenten komen. Het is moeilijk voor te stellen dat dit amper 40 jaar geleden gangbare praktijken waren tegenover lesbische moeders.
Opvallend: Lynch lijkt niemand met de vinger te wijzen. Dat zou bij sommige lezers wel eens kunnen gaan schuren. Waarom wordt het Heron niet zwaar aangerekend dat hij moeder Dawn op die manier volledig wegscheurt uit het leven van zijn dochter? Wellicht omdat Heron volgens Lynch ook maar deed wat volgens hem in die tijd ‘het juiste’ leek. Een lesbische moeder viel toen zo ver buiten de maatschappelijke ‘norm’ dat er voor de moeder in kwestie geen plaats was in de opvoeding van een kind. “Het waren andere tijden”, wordt in het boek tot tweemaal toe gezegd, weliswaar door mannelijke personages.
Los van de inhoud van het verhaal, schuilt de onderhuidse kracht van de roman in twee dingen: het vlotte tempo waarin Lynch soepel wisselt tussen tijdlijnen en vertelperspectieven en de manier waarop ze als een soort seismograaf elke trilling in het gezinsleven registreert. De manier waarop ze de kleine dagelijkse momenten van twijfel, frustratie, ontroering,… in een gezin registreert en weergeeft, zijn soms meesterlijk. Bijvoorbeeld wanneer Maggie nadenkt over de liefde voor haar man
Op zulke momenten houdt Maggie het meest van haar man. Momenten waarop het raar zou zijn om dat te zeggen. Ze houdt van hem als hij op de lange, saaie stukken snelweg achter het stuur zit en zorgt dat ze veilig thuiskomen. Ze houdt van hem als hij over koetjes en kalfjes kletst op de kerstborrel van haar werk, nooit laat merken dat hij die saai vindt, ook niet als hij met duidelijk heel saaie mensen praat. Dit is niet wat ze voor zich zag toen ze met haar tienervriendinnen op een slaapkamer video’s van romcoms keek met een bak popcorn uit de magnetron. Dit is echte liefde, weet ze, praktisch en veilig.
Of hoe ze weergeeft hoe een moederbrein werkt bij nachtelijke angsten:
Toen de kinderen nog klein waren, werd ze weleens midden in de nacht wakker van de angst dat ze plotseling dood zou gaan; dan zag ze voor zich dat ze werd aangereden door een bus en dat niemand wist waar de luizenkam lag. Ze moest blijven leven, had ze zichzelf in die tijd opgedragen, want ze was onmisbaar. Ze moest blijven.
Het zijn dit soort subtiele passages die Een familiekwestie naar een hoger niveau tillen. Na haar memoir Small: on Motherhood, gebaseerd op haar eigen moederschap samen met een vrouw, levert Lynch hier een puntgave roman af die zeker doet uitkijken naar meer.
Maarten De Rijk
Claire Lynch – Een familiekwestie. Uit het Engels vertaald door Lidwien Biekmann. Wereldbibliotheek, Amsterdam. 224 blz. € 21,99.