Strips: Xavier Dorison en Thimothée Montaigne – 1629, De apotheker van de duivel … of het vreselijke verhaal van de schipbreukelingen van de Batavia
Het broeit op de Batavia
Twee Franse stripmakers, Xavier Dorison (scenario) en Thimothée Montaigne (tekeningen), hebben zich gestort op een Nederlandse bootreis aan het begin van de zeventiende eeuw. De VOC staat centraal, en dan vooral de bemanning van het schip de Batavia. In het voorwoord wordt de Amerikaanse professor in de psychologie Philip Zimbardo geciteerd die het heeft over ‘de complete verdwijning van elke vorm van empathie bij een bepaalde groep mensen, gekoppeld aan de opschorting van hun moreel oordeelsvermogen’, met de meest vreselijke handelingen tot gevolg. Volgens hem is iedereen in staat om in een beul te veranderen. Wie dus denkt een luchtige graphic novel onder ogen te krijgen, heeft het mis.
Voordat het verhaal van start gaat, zien we een duidelijke tekening van de Batavia en een wereldkaart met de scheepvaartroutes, de ‘gewone’ route en de route van de Batavia.
Op 29 oktober 1628 vertrok de Batavia vanuit Amsterdam. Francisco Pelsaert wordt opperkoopman namens de VOC en staat daarmee boven de kapitein, in dit geval Adriaen Jakobsz. Dat het tussen die twee niet botert, is eufemistisch uitgedrukt. Maar tijd is geld, en handel gaat voor schipperskunsten en de gezondheid van de bemanning. Zo wordt er nergens aangelegd vóór Sierra Leone, dat zou alleen maar voor oponthoud zorgen.
Er wordt een onderkoopman aangesteld, Jeronimus Cornelisz, een ketterse apotheker. Zijn introductie voorspelt weinig goeds, een jongeman, op de rug gezien in een kleine zolderkamer vol flesjes, boeken en een opgezette krokodil. Het volgende plaatje is zijn portret van onderaf, kaarslicht flakkert onheilspellend op zijn gezicht.
De tekeningen wisselen voortdurend van perspectief. Een straat van boven, angstige ogen, lugubere tronies van de scheepslui, de boot vanaf de kade. Als een camera die snel heen en weer beweegt en zoveel mogelijk wil vastleggen.
Nadat de opperkoopman en de schipper zijn aangesteld door de VOC wordt mevrouw Lucretia Jans opgehaald, die bij haar man gaat wonen. Ze is de jongste en aantrekkelijkste vrouw aan boord en dineert met de kapitein. Er is een grens aan boord, waar het scheepsvolk, waarvan de meesten ‘de crème de la crème van het gespuis zijn’, niet overheen mag. En gebeurt dat wel, of zijn er andere overtredingen, dan wordt er streng en meedogenloos gestraft. Lucretia ziet het met lede ogen aan. De regels zijn echter van groot belang, want de heren van de VOC hebben kisten vol goud en andere dure spullen aan boord gebracht om in het oosten mee te handelen.
Dat vele geld broeit, niet zozeer onder de bemanning, maar eerder onder de scheepsleiding. Want wat kun je allemaal doen met die kisten vol goud? Er breekt vaker muiterij uit op schepen van de VOC. Het gaat er dan om wie de echte baas is, in dit geval de ruwe en onbeschofte schipper, de arrogante opperkoopman of zijn sluwe assistent de apotheker. En dan is er nog Lucretia die haar gevoel voor rechtvaardigheid steeds weer moet onderdrukken.
Een graphic novel goed lezen kost tijd. Het zijn niet de tekstballonnen, maar in dit geval de gedetailleerde en kleurrijke tekeningen die het verhaal maken. Gezichtsuitdrukkingen, een blik die snel over het hoofd wordt gezien, een plaatje in een plaatje dat de aandacht afleidt. En dan is er de zee en de lucht in allerlei kleurschakeringen. Als het spannend wordt, is er geen tekst; dan volstaan een paar dynamische tekeningen om een gevecht tot leven te brengen. En inderdaad, de afwezigheid van empathie maakt sommigen tot beulen.
Niet alleen de knappe tekeningen en de spannende verhaallijn, maar ook de historische context maken het tot een zeer geslaagde graphic novel. Niet toevallig eindigt dit eerste deel met een ingetogen cliffhanger, een krokodil die een lichaam op het zand nadert. Nu is het wachten op het vervolg: Het ronde eiland.
Arjen van Meijgaard
Xavier Dorison en Thimothée Montaigne – 1629, of het vreselijke verhaal van de schipbreukelingen van de Batavia. Standaard Uitgeverij, Antwerpen. 126 blz. € 35,-.