Van toeval naar toeval

De gele kaft van de roman Watermeloenman van Henk van Straten belooft iets vrolijks, nog los van de titel en de ondertitel: Een fris-fruitige misdaadroman.

Nico, een alleenstaande boswachter van middelbare leeftijd die zijn werk zeer serieus neemt, struikelt op een van zijn nachtelijke wandelingen door ‘zijn’ bos over een watermeloen. Een object dat daar overduidelijk niet hoort. Na wat overdenkingen over het hoe en waarom die daar terechtgekomen zou kunnen zijn, kan hij de verleiding niet weerstaan op de vrucht te trappen, hard te trappen. Plotseling barst de watermeloen open en treft Nico in plaats van het vruchtvlees drie pakketjes en een revolver aan. De pakketjes bevatten drugs, dat kan ook bijna niet anders. Nico besluit alles mee naar huis te nemen en voorlopig de politie niet in te schakelen.

Dit is het begin van een vreemde serie gebeurtenissen vanuit verschillende personages. Zo is er de zoon van Nico, Cabading, die twee weken eerder ineens voor de deur stond. Nico’s ex, een Thaise vrouw met wie hij maar kort getrouwd is geweest, heeft hun zoon bij Nico afgeleverd. Nico wist niet eens dat hij een zoon had, zo kort duurde de relatie. De goedzak ontfermt zich over de twaalfjarige jongen die vooral van gamen houdt. En dan is er Mo, een semi-onderwereldfiguur en oud-profkickbokser en de eigenaar van het spul, die alles heel graag terug wil, al is het maar omdat hij verantwoording schuldig is aan zijn baas, schele Ted, die ook een belangrijke rol speelt.

De gebeurtenissen hangen van toevalligheden aan elkaar, te beginnen bij de vondst van de watermeloen, maar er zijn ook wolven en een panter die op het juiste moment verschijnen en het verhaal weer net even een andere richting op sturen. Het stoort niet, het past in de slapstickachtige setting. Daarmee worden de duistere plannen en gevaarlijke criminelen wat gerelativeerd. Zo worden Mo en Nico tijdens een handgemeen aangevallen door een nest hoornaars.

Beide mannen konden amper ademhalen, hartslag als een hardrock housebeat. Nico wist dat het risico op anafylactische shock reëel was. Door hun opgezwollen oogleden konden ze amper iets zien. Ze keken naar elkaar en zagen, door een waas van overvloedig oogvocht, dat ze geen gezicht meer hadden. In plaats daarvan zetelden er om hun romp een tros rijpe tomaten.

Mo wil zijn spul terug, maar ze kunnen door hun opgezette gezicht nauwelijks praten.

‘Gweeftwug.’
‘Fwkjoew.’
‘Zwiekkunhuiw,’ zei Nico.
‘Nwee,’ zei Mo, (…) ‘Gween zwiekkunhuiw.’
‘Awlsjwebwief,’ smeekte Nico.
‘Nwee! Gwéén zwiekkunhuiw.’
‘Mwaaw waw dwán?’

Logisch dat Mo gezien zijn achtergrond niet naar het ziekenhuis wil. Nico kiest eieren voor zijn geld, ze gaan naar zijn huis waar ze beiden op Nico’s bed belanden en verzorgd worden door Moniek, een vrouw die zich over Nico ontfermd heeft en er vaak is.

Tussen de toevalligheden en grappige situaties door zien we de eenzaamheid van Nico, die een aardige deuk heeft opgelopen van het fake huwelijk met de Thaise dame die hij via internet heeft ontmoet en door wie hij flink belazerd werd. Zijn brave burgerlijkheid wordt op de proef gesteld door de vondst van de watermeloen. De vraag werpt zich misschien op wat je zelf zou doen in een situatie waarin je ongevraagd het pad van een crimineel kruist. En welk leven is te verkiezen, dat van een saaie boswachter of van een halve crimineel met grootste dromen?
Maar bij dit verhaal ligt het voor de hand dat je niet op zoek gaat naar een diepere laag. Je kunt beter, mits je van dit soort humor houdt, je laten meevoeren op de vermakelijke stroom voorvallen die duidelijk naar een plot leiden.

Het deed me een beetje denken aan de verhalen over Adriaan en Olivier van Leonhard Huizinga, hoewel die in hun absurditeiten nog een stapje verder gingen. En nee, deze watermeloen lijkt me in het geheel niet politiek beladen. Juist niet.

Arjen van Meijgaard

Henk van Straten – Watermeloenman. Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam. € 22,99.