Recensie: Liliana Corobca – Kinderland
Gezinnetje spelen
Moldavië, in het westen grenzend aan Roemenië en voor de rest omsloten door Oekraïne, is een voormalige Sovjetrepubliek, een jonge eigen staat, die wankelt tussen het oude rijk en de Europese Unie. Verkiezingen leiden onlangs tot een overwinning voor pro-Europese politici. Een uitslag die, uiteraard haast in deze wereld op drift, vurig wordt betwist.
Inwoners van Moldavië kozen echter na de van De Muur al in grote getalen voor werk in het westen, vaak met grote gevolgen voor gezinnen, vooral voor de kinderen. De Moldavische schrijfster Liliane Corobca schreef met Kinderland een maatschappijkritische roman over de achtergeblevenen. Niet door de misstanden breed uit te meten, maar juist door het verhaal van de twaalfjarige Cristina ‘lichtvoetig’ te vertellen.
Een uiterst vindingrijk meisje dat ineens de zorg krijgt voor haar broertjes van zes en amper twee. En daarnaast ook voor het varken en de kippen, voor een hond en kat. Haar ouders werken in het buitenland. Waarschijnlijk voor een jaar of twee, of in elk geval tot de schuld van de vader is ingelost. Er wordt wel wat geld gestort, maar ze moet het eigenlijk zelf zo’n beetje uitzoeken.
Corobca heeft voor dit belangrijke document, dat een schrijnend probleem in een min of meer vergeten uithoek aankaart, een fijn terloops idioom ontwikkelt, een taal die Cristina echt bijstaat, die ook past bij een sterk verschoven wereldbeeld van een twaalfjarige die ineens voor de leeuwen wordt gegooid. Cristina stelt zich dapper teweer tegen de mensen die het instant gezinnetje belagen, de wat groter jongens uit de buurt, andere achtergelaten kinderen.
Ze weet problemen op originele wijze het hoofd te bieden. Heel pragmatisch, met veel geduld liefde en vooral tederheid. Het zijn de details deze roman extra bijzonder maakt. De kleine observaties van een meisje dat niet bij de pakken neer wil zitten, dat niet kan. Wie zou er anders voor haar broertjes zorgen.
Cristina groeit op, veel te snel natuurlijk, maar ze leert van dit leven, straalt een bepaalde natuurlijke wijsheid uit, heeft een speels, haast poëtische kijk op de dingen. De eenvoudige beschrijving van een haveloze oude man met een paard bij de waterput. De lange gele tanden van het paard als compensatie voor het fietsenrek met een enkele tand van de oude baas. Magere Hein die grauw en schriel het dorp aandoet.
Corobca laat het aankomen op details, laat zien hoe Cristina wikt en net anders dan je zou verwachten beschikt. Wanneer ze de kans heeft om met een schop een van de jongens die hen belagen de hersenen in te slaan, laat ze dat, voelt zich gesterkt door de mogelijkheid. Kinderland is daardoor een origineel ‘opgroeiboek’.
Bij een vriendinnetje die wel een moeder heeft gaat het drietal soms langs, maar daar zijn door haar man wat vreemde wezens gedumpt, kinderen ‘uit den vreemde’, extraatjes van het werk in het buitenland, die zwijgen of vreemde talen spreken, angstig onder een tafel zitten. Cristina hoopt dat haar vader zijn extra kinderen, voor zover hij die heeft, niet op een dag ook nog eens meeneemt naar huis.
De moeder van Cristina werkt in Italië, haar man in Jakoetië, in het verre oosten van Rusland. Ze wil maar wat graag iedereen naar Italië halen, maar de banen liggen daar vooral voor mannen niet voor het oprapen. En zo blijft het gezin verdeeld. Cristina wil liever thuis blijven in het dorp. Die wereld kent ze, steeds beter. En daar weet ze in elk geval dat ze abrikozen van de boom kan halen.
Haar broertjes huilen om het minste geringste. Zij speelt tegen heug en meug, maar zo goed als ze kan gezinnetje met ze. Zij willen een moeder die voor hen zorgt. Cristina wil dat ook, dat verlangen draagt dit bijzondere boek. Aan liefde, aan een opleiding komt ze zelf niet toe. Voor dit soort tijdsbeelden zijn romans bedoeld.
Guus Bauer
Liliana Corobca – Kinderland. Vertaald door Jan Willem Bos. Pegasus, Amsterdam. 190 blz. € 23,50.
