Recensie: Peter de Graef – De waarheid
Waarheid, mening en de bril van Peter De Graef
De wierheit hat in skel lûd, de waarheid heeft een schel geluid, zegt een Friese spreuk.
De Belgische theatermaker, acteur en auteur Peter de Graef schreef na Wie ben ik? en Zitten een derde boek, met de ambitieuze titel De waarheid. De achterflap heeft het over ‘scherpe inzichten’ en ‘toegankelijke filosofie’. Om maar meteen een schel geluid te laten horen: als je al van inzichten kunt spreken, dan toch zeker niet van scherpe en De waarheid als filosofie bestempelen kan niet serieus bedoeld zijn.
De Graef waarschuwt de lezers in een ‘voorafje’: in zijn boek zullen ze de waarheid niet vinden. Hij heeft zijn subjectieve waarheid. Die overstijgen om objectiviteit te bereiken leidt niet tot waarheid, zegt hij. De lezer heeft geen andere keuze dan hem volgen op wat De Graef zijn zoektocht noemt en door diens subjectieve bril kijken. Is dat bezwaarlijk? De Graef: welnee, ‘objectiviteit is immers net zo goed een bril!’
Als dat allemaal klopt, resteren twee mogelijkheden: objectieve waarheid bestaat niet, of kan niet worden gekend. Sommigen – ik aarzel om De Graef daartoe te rekenen – concluderen daaruit dat ieder zijn eigen waarheid heeft, die alleen maar mening is, maar wel gelijkwaardig aan elke andere mening.
De Graef manoeuvreert zijn betoog naar het onmiddellijk en onbemiddeld ervaren om tot waarheid te komen en koppelt dat, zonder dat woord te gebruiken, aan een essentialistische opvatting van wat waarheid is, daarmee tegelijkertijd exacte wetenschap kritiserend: het geheel van gemeten eigenschappen van een ding vertellen je niks over wat het ding (in essentie) is. Gegeven dat de dingen een essentie hebben, is het dus vraag of onbemiddelde ervaring een blik op die essentie verschaft (of misschien alleen maar iets zegt over het ervarende subject…). Tot zulke filosofische vragen komt De Graef niet.
Er wordt heel wat afgelogen, aldus De Graef. Misschien moeten we oppassen met de woorden ‘leugen’ en ‘liegen’. Liegen mag niet, maar dat betekent niet dat je de waarheid moet spreken. Als je die niet kent zonder te weten dat je die niet kent, kun je onwaarheden spreken terwijl je denkt dat het waarheden zijn. Liegen echter is bewust onwaarheden als waarheid verkopen. Tussen bewust liegen en onwaarheden spreken zonder je daarvan bewust te zijn ligt een grijs gebied, dat sterk in omvang is gegroeid sinds waarheid steeds meer als ‘ook maar een mening’ wordt bestempeld. Bij De Graef ontbreekt dat inzicht, althans, hij noemt dat niet.
De Graefs betoog springt van de hak op tak en blijft daardoor in oppervlakkigheden steken. Dat lijkt hij aan het eind van zijn boek ook zelf te beseffen:
Is dit nu de waarheid?
Nee, het is het zoveelste verhaaltje.
Hans van der Heijde
Peter de Graef – De waarheid. Borgerhoff & Lamberigts, Gent. 176 blz. € 22,99.

Hoewel ik het boek ‘De Waarheid’ van Peter de Graef nog niet heb gelezen komt de recentie van Hans van der Heijden mij onmiddellijk en onbemiddeld vreemd voor.
Zonder me op een oude Friese spreuk te beroepen laat ik graag een ander geluid horen.
De waarschuwing van Peter de Graef aan het begin komt op mij geloofwaardig en vertrouwen wekkend over. De waarheid vind je niet in boeken. Een eerlijke oprechte houding.
De Griekse filosoof Socrates dacht over waarheid als iets dat in de ziel herkend zou worden. Wat je ook van de filosofie van Socrates vindt, je zou het op z’n minst serieus kunnen nemen dat filosofie naar waarheid zoekt. Het idee dat in dat zoeken waarheid zich zou kunnen onthullen lijkt mij behoorlijk relevant.
Wat Peter de Graef volgens de recentie van Hans van der Heijden lijkt duidelijk te willen maken is dat waarheid meer een kwestie van zien en zijn is. Het overstijgt juist onze taal en ons vermogen het in woorden en kennis te vatten. En we ontkomen niet aan ‘de bril’ waar we doorheen kijken. Subjectiviteit en objectiviteit is daarbij niet relevant. De Graef houd zich blijkbaar niet bezig met filosofische vragen die niet relevant zijn. Een scherp inzicht dat Hans van der Heijden lijkt te missen.
Zijn eigen aarzeling neemt Hans ook niet serieus. Het is geen aanleiding om nog eens na te denken om tot een ander oordeel te komen. De Graaf wordt op de bonne fooi ergens ingedeeld.
Het leuke van het boek van Peter de Graef zou misschien wel kunnen zijn (ik moet het dus nog lezen) dat de lezer zich er bewust van wordt dat er verschillende ‘brillen’ zijn en dat ie zijn ‘eigen bril’ gaat herkennen wat bijdraagt aan een breeder perspectief dat meer zicht geeft op een waarheid die tegelijkertijd persoonlijk en universeel zou kunnen zijn.
Het aardige van deze ‘recensie’ is dan weer wel dat het mij nieuwsgierig maakt naar het boek. Aan de wellicht theatrale wat chaotische oppervlakte van Peter de Graef is waarschijnlijk veel meer te zien dan in de diepgang die Hans van der Heijden mist.
In lezen beoefend de lezer, niet de schrijver, de kunst van het laten sterven van woorden, zinnen, alineas, verhalen en het hele boek. Dat is nodig om ontroerd te raken en erfgenaam te worden van dat wat boven de boven taal uitstijgt. Die openhartige relevante intentie van waar-zijn laat potentie en mogelijkheden zien. Peter de Graaf lijkt daar trouw aan te willen blijven. De nalatenschap van de resencie Hans van der Heijden laat ik, voor zover die aanwezig is, liever aan me voorbij gaan. Hij heeft voor mij gelukkig net genoeg heel gelaten van ‘De waarheid’ van Peter de Graef om de potentie en mogelijkheden van het boek te zien. Hartelijk dank. Ik ben benieuwd.
Met een vriendelijke groet
Kees van Pagee