In de derde aflevering van Grondig gesprek gaat Fen Verstappen in gesprek met Martin Rombouts. Ze liggen op de planken van het Nieuw Utrechts Toneel. Het gesprek gaat over De Slimste Mens, gewild zijn, de brandstof van Rombouts’ schrijven en zijn moeder. Aan het einde van het gesprek wordt ook de ontvangst van zijn debuut Boek 1 besproken. Zichtbaar twijfelend of hij het wel of niet zal zeggen, doet Rombouts uiteindelijk uit de doeken dat de bespreking van zijn boek door Boeken FM hem ‘pijn’ heeft gedaan.

‘Het begint allemaal heel jolig maar binnen vijf minuten gooien ze de thematiek van armoede uit het raam, want daar hebben ze zelf niet zoveel mee,’ begint Rombouts over de uitzending met Marja Pruis, Charlotte Remarque en Joost de Vries. Vervolgens geeft hij aan de bespreking van zijn boek wel interessant te vinden, maar ‘naar het einde vond ik het heel onprettig worden, omdat ze dus een soort grapje hebben door de hele dinges heen dat mijn volgende boek een Surinaamse streekroman zou moeten worden’:

Op zichzelf vond ik [de suggestie] niet vervelend. Maar ik vond het vervelend dat er op een gegeven moment een koppeling werd gelegd daaraan en dat er schrijvers worden genoemd aan het begin [van het boek] die ik niet gelezen zou hebben. (Terwijl: ik heb humanistiek gestudeerd, dus ik heb echt wel Simone de Beauvoir gelezen ik heb echt wel Jung gelezen.) Dat ik wel geen boeken zou lezen en dat het lui was. Het woord ‘lui’ is natuurlijk altijd gevoelig voor mensen van kleur en de ‘luie Surinamer’-uitdrukking ook. Toen ging ik het bij elkaar opsommen en dacht ik: oh. Hij heeft geen boeken gelezen, hij heeft zeker niet ons soort boeken gelezen, hij is lui en hij zou eigenlijk een Surinaamse… En daarna gingen ze het er heel lang over hebben wat Boek 2 dan zou moeten zijn en toen dacht ik: ja maar ik schrijf Boek 2 niet voor jullie. Het is niet zo dat ik, lui, Surinaams, een boek ga schrijven voor mensen die iets van mij willen. Ik vond het gewoon heel onprettig worden.

Luister het gesprek hier terug en de Boeken FM-uitspraken vanaf minuut 45.